Het is belangrijk inzicht te hebben in het voorkomen van werkgebonden aandoeningen. Zo weten we bij problemen waarop beleid kan worden gevoerd. Het RIVM levert sterftecijfers door werkgebonden aandoeningen, cijfers over het voorkomen van werkgebonden aandoeningen, ziektelast (hoeveelheid gezondheidsverlies) door ongunstige arbeidsomstandigheden en zorgkosten door arbeid. Voor zowel werkenden als gepensioneerden, want sommige aandoeningen ontstaan pas nadat iemand met pensioen is, terwijl blootstelling tijdens het werk plaatsvond. Het is dus belangrijk om ook naar de gepensioneerde beroepsbevolking te kijken.

Dat geldt ook voor chronische aandoeningen, die vaak tijdens het werk ontstaan, maar niet meer overgaan. Op de website VZinfo.nl is hier meer over te vinden. Het RIVM kijkt ook naar de oorzaken en gevolgen van werkgebonden aandoeningen. Zo kunnen ziekten leiden tot verzuim en arbeidsongeschiktheid. Ook kunnen werkenden een slechtere kwaliteit van leven hebben als ze ziek zijn.

Per jaar overlijden 4.000 mensen door werk

Jaarlijks sterven er helaas ook mensen door risico’s op het werk. Deze risico’s kunnen plotseling optreden, maar in het geval van kanker kan het soms wel 40 jaar geleden zijn dat iemand met bijvoorbeeld een gevaarlijke stof in aanraking kwam. Het RIVM schat dat elk jaar ongeveer 4.000 mensen overlijden door risico’s op het werk. Ongeveer 2.500 mensen overlijden aan werkgebonden kanker en ruim 700 mensen aan hart- en vaatziekten, opgelopen door het werk. De meeste mensen met een ziekte opgelopen door het werk, overlijden als ze al met pensioen zijn.

Risico’s op werk oorzaak 4,6 procent van de ziektelast

Niet alle werkgebonden aandoeningen leiden tot sterfte. Er zijn ook aandoeningen waar je veel last van kunt hebben, maar waar je niet aan overlijdt. Zoals burn-out of nek- en rugklachten. We kunnen voor de werkgebonden aandoeningen ook kijken naar de ziektelast. Voor 2018 schat het RIVM de ziektelast door risico’s op het werk op 4,6 procent van de totale ziektelast in Nederland. Werkomgevingsfactoren (zoals gevaarlijke stoffen of veel lawaai) zorgen voor de grootste werkgebonden ziektelast. De ziektelast door lichamelijke arbeidsrisico’s (zoals zware lasten tillen) is te vergelijken met die van psychische arbeidsrisico’s (zoals hoge werkdruk).

Een gezonde beroepsbevolking

Gezonde burgers zijn van belang voor de samenleving. Nederland moet blijven investeren in de gezondheid van burgers, ook omdat een vergrijzende economie gezonde burgers nodig heeft. Het RIVM geeft inzicht in de gezondheid van onze werkende bevolking. 

Ondanks de relatief hoge ziektelast door arbeid, lijkt werken over het algemeen gezond. Door de stijging van de AOW Algemene ouderdomswet (Algemene ouderdomswet)-leeftijd verwachten we dat steeds meer oudere werkenden gezondheidsproblemen ervaren en ondersteuning nodig hebben. Ook zijn er zorgen dat laagopgeleiden en mensen met zware beroepen meer moeite hebben met het langer doorwerken.

Meer werkende 60-plussers met gezondheidsproblemen

De gevolgen van de stijging van de AOW-leeftijd voor de gezondheid van de beroepsbevolking zijn nog niet duidelijk. De meeste Nederlanders leven langer en grotendeels ook in goede gezondheid, zo blijkt uit onderzoek van het RIVM. Steeds meer 60-plussers blijven werken. Ook het aantal 60-plussers dat met gezondheidsproblemen doorwerkt, blijft stijgen. Het is nog onbekend welke gevolgen dat heeft voor de gezondheid van de (oudere) beroepsbevolking. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat mensen gezond zijn in de periode dat ze langer werken.

Werkenden gezonder dan niet-werkenden 

Mensen met een betaalde baan hebben een betere gezondheid dan mensen die niet werken. Dit heeft deels te maken met selectie: juist gezonde mensen werken het vaakst. Werken zorgt er daarnaast ook voor dat je gezond blijft. Zo zegt ruim 80 procent van de werkenden zijn eigen gezondheid goed of uitstekend te vinden. Terwijl maar 44 procent van de niet-werkenden zijn eigen gezondheid goed vindt. Ook hebben meer werkenden een goede mentale gezondheid, minder beperkingen en zijn ze minder vaak chronisch ziek vergeleken met mensen zonder een betaalde baan.