De Nederlandse emissie van primair fijn stof bedroeg in 2010 30 miljoen kg (kilogram). De emissie door verkeer en vervoer is bijna een derde van het totaal. Sinds 1990 is de emissie van primair fijn stof met meer dan 50% afgenomen. Dit is vooral te danken aan schonere motoren. In 2012 is in Europa voor het eerst een emissiedoelstelling voor de fijnere fractie van fijn stof (PM2,5 (fijnstof)) afgesproken; deze bedroeg in Nederland in 2005 21 kiloton en moet in 2020 met 37% verminderd zijn.
De emissie van stof
De Emissieregistratie stelt jaarlijks de emissie van primair fijn stof in de vorm van PM10 in Nederland vast. Stof dat rechtstreeks vrijkomt bij verbrandingsprocessen zoals bij transport, industrie en consumenten, bestaat uit deeltjes die ook kleiner zijn dan PM2,5. Stof dat vrijkomt bij mechanische bewegingen, zoals wegdekslijtage en stalemissies, betreft vooral deeltjes die groter zijn dan PM2,5. De emissie van primair fijn stof bedroeg in 2010 30 miljoen kg (kilogram). De emissie door verkeer en vervoer is bijna een derde van het totaal. 80% hiervan ontstaat bij de verbranding van motorbrandstoffen; de rest wordt veroorzaakt door slijtage van wegdek, banden, remvoeringen en bovenleidingen.
Emissies sterk afgenomen
Sinds 1990 is de emissie van primair fijn stof met meer dan 50% afgenomen. Dit is vooral te danken aan schonere dieselmotoren in bussen en vrachtwagens. In 2010 konden bijna alle nieuwe dieselpersonenauto’s en zware bedrijfsvoertuigen met een ingebouwde roetfilter worden geleverd; voor nieuwe dieselbestelauto’s was dat circa 75%. Daarnaast zijn, met subsidie van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu, in bestaande voertuigen roetfilters ingebouwd, de zogeheten retrofit. Eind 2010 waren ruim 80000 personen- en bestelauto's en meer dan 26000 zware bedrijfsvoertuigen met een retrofitfilter uitgerust. Voor de fijnere fractie van fijn stof (PM2,5) zijn in Europees verband verdere emissiereducties afgesproken. Voor de emissie van fijn stof (PM10) zijn geen doelstellingen geformuleerd.
Secundair fijn stof
Stof dat in de atmosfeer wordt gevormd uit zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3), het zogeheten secundair fijn stof, is niet in de emissieschattingen voor fijn stof begrepen. Wel is het zo dat de bronnen van de luchtverontreiniging die leiden tot secundair fijn stof, veelal dezelfde zijn als de bronnen van primair stof. Voor deze stoffen zijn nationale emissieplafonds geformuleerd in de Europese NEC (national emission ceiling)-richtlijn en in het Gotenburg protocol onder de VN (Verenigde Naties)-conventie over grensoverschrijdende luchtverontreiniging.
Meer weten?
Download het achtergronddocument 'Emissies' (pdf, 1,3 Mb).