Het in 2010 afgeronde Beleidsgeoriënteerd Onderzoeksprogramma PM (BOP Beleidsgeoriënteerd Onderzoeksprogramma (Beleidsgeoriënteerd Onderzoeksprogramma)-I) heeft ertoe geleid dat een aantal vroegere onzekerheden rond fijn stof konden worden verkleind. Het vervolgonderzoek (BOP-II) hangt mede samen met verschuivingen in de beleidsmatige aandacht van fijn stof, PM10 fijnstof (fijnstof), naar de fijnere fractie van fijn stof, PM2,5 fijnstof (fijnstof). Er vindt daarnaast zowel nationaal als internationaal veel onderzoek plaats om een nog beter inzicht in de fijnstofproblematiek te krijgen.

Beleidsgeoriënteerd Onderzoeksprogramma PM (BOP Beleidsgeoriënteerd Onderzoeksprogramma (Beleidsgeoriënteerd Onderzoeksprogramma)-I)

Van 2007 tot en met 2010 is de eerste fase van het zogeheten Beleidsgeoriënteerd Onderzoeksprogramma PM (BOP-I) uitgevoerd. Dit programma was vooral bedoeld om een aantal op dat moment aanwezige onzekerheden rond fijn stof te verkleinen. Het programma richtte zich op zowel fijn stof (PM10) als op de fijnere fractie van fijn stof (PM2,5) waarbij de nadruk lag op situaties waarin grenswaarden zouden kunnen worden overschreden.
BOP-I leverde onder meer extra informatie over de luchtkwaliteit in de buurt van snelwegen en plekken met hoge lokale emissies, zoals bij bepaalde industrieën en in de buurt van grote stallen, over de samenstelling van fijn stof en de bijdragen van verschillende bronnen aan overschrijdingssituaties.

Beleidsgeoriënteerd Onderzoeksprogramma PM, tweede fase (BOP-II)

De recente verschuivingen in de beleidsmatige aandacht van PM10 naar PM2,5 hebben geleid tot nieuwe vragen. Zo blijkt in de maatschappelijke discussie steeds vaker dat de stofparameters PM10 en PM2,5 tekort kunnen schieten in de sturing van het luchtkwaliteitsbeleid voor zover dat is gericht op de vermindering van gezondheidseffecten, vooral op lokale schaal. Verder is er behoefte aan meer kennis over de rol die de zwarte fractie van fijn stof speelt bij klimaatverandering. Zie voor meer informatie en recente BOP-II publicaties: BOP-II.

Veel ander onderzoek

Er vindt zowel nationaal als internationaal veel onderzoek plaats om een beter inzicht in de fijnstofproblematiek te krijgen. Zo verrichten ook DCMR Milieudienst Rijnmond (Milieudienst Rijnmond) Milieudienst Rijnmond, GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Amsterdam en de Euregio Maas-Rijn aanvullend onderzoek. Verder zijn er internationale projecten zoals op gezondheidsgebied het WHO World Health Organization (World Health Organization ) project ‘Evidence on health aspects of air pollution to review EU European Union (European Union ) policies - the REVIHAAP’, dat beoogt kennislacunes te signaleren, en ESCAPE, een langetermijnonderzoek naar de effecten van fijn stof. Op luchtkwaliteitsgebied kunnen worden genoemd TRANSPHORM, een onderzoek dat is bedoeld om de kennis van verkeersgerelateerd fijn stof en de invloed op de menselijke gezondheid te verbeteren en JOAQUIN, dat beleidsmakers in staat moet stellen om beter onderbouwde keuzes te maken.

Meer weten?

Download het achtergronddocument 'Onderzoek' (pdf, 1,3 Mb)