Belangrijk bij interpretatie van de resultaten van dit onderzoek
  • De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
  • Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip, zoals ‘de vaccinatiegraad’ in juli 2021, kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample hebben geworven en gewogen. We beoordelen deze afwijkingen elke ronde t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die blijken beperkt (0 - 10 procentpunt). Waar deze verschillen wel duidelijk aanwezig zijn, geven we dit aan.

Lukt het mensen om de gedragsregels toe te passen?

Sinds half maart 2020 gelden in ons land diverse gedragsregels die erop gericht zijn om verspreiding van het coronavirus te bestrijden. De gedragsregels zijn gericht op het beperken van het aantal contacten (bijvoorbeeld thuiswerken) en het beperken van het risico op besmetting per contactmoment (bijvoorbeeld 1,5 meter afstand houden en de hygiënemaatregelen). De huidige situatie vraagt ook veel van mensen: de maatregelen beperken onze vrijheid en mogelijkheden. Dit kan impact hebben op onze mentale, fysieke, en sociale gezondheid. En op de mate waarin mensen de maatregelen steunen. Deze inzichten helpen de overheid om burgers beter te kunnen ondersteunen en informeren om de gedragsregels te blijven naleven.

De vragenlijst van meetronde 15 is afgenomen tussen 8 en 12 september. Sommige vragen gaan over het gedrag van deelnemers in de week voor het invullen van de vragenlijst. Andere vragen gaan over een periode van 6 weken voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst. Voor elk onderwerp wordt aangegeven over welke periode de vragen zijn gesteld. De periode tussen meetronde 14 en 15 (huidige meetronde) viel in de tweede helft van de zomerperiode. De maatregelen in deze periode waren dezelfde als in de periode daarvoor met twee veranderingen: vanaf 8 augustus was voor terugkeer uit landen met een geel, oranje of rood reisadvies een coronabewijs nodig en vanaf 30 augustus konden studenten (MBO middelbaar beroepsonderwijs (middelbaar beroepsonderwijs)HBO hoger beroepsonderwijs (hoger beroepsonderwijs), universiteit) onder voorwaarden weer lessen volgen op locatie en gold daar de 1,5-metermaatregel niet meer. De veranderingen in geldende maatregelen zijn terug te vinden in de tijdlijn van maatregelen voor bestrijding COVID-19.

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei | Ronde 3: 27 mei - 1 juni | Ronde 4: 17-21 juni | Ronde 5: 8-12 juli | Ronde 6: 19-23 augustus | Ronde 7: 30 september - 4 oktober | Ronde 8: 11-15 november | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari | Ronde 11: 24-28 maart | Ronde 12: 5-9 mei | Ronde 13: 16-20 juni | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus | Ronde 15: 8-12 september.

Houden aan gedragsregels

Het gedragsonderzoek van meetronde 15 laat zien dat de meeste hygiënemaatregelen nog altijd goed worden nageleefd. Deelnemers geven aan dat zij in 94% van de gevallen in de week voorafgaand aan het onderzoek geen handen hebben geschud en 97% droeg een mondkapje in het openbaar vervoer. Wanneer het nodig was om handen te wassen, deden de deelnemers dat in 74% van de situaties. Als deelnemers moesten hoesten of niezen, deden zij dat in 70% van de gevallen in de elleboog.

Sinds 19 juli geldt de gedragsregel: zorg voor voldoende frisse lucht. Van de deelnemers geeft 73% aan dat zij zorgen voor voldoende frisse lucht in de ruimtes in huis waar zij de meeste tijd doorbrengen. Dit betekent dat zij meestal of altijd een raam op een kier of ventilatierooster open hebben en minimaal twee keer per dag doorluchten door ramen of deuren wijd open te zetten.

In 58% van het aantal keer dat afstand gehouden zou moeten worden, gebeurde dit ook. In de paragraaf ‘afstand houden’ is te lezen hoeveel procent van de deelnemers het lukt om in verschillende situaties afstand te houden. De deelnemers die thuis kunnen werken, werken gemiddeld 58% van hun werkuren thuis. Van de deelnemers die op het moment van invullen of in de 6 weken daarvoor klachten hadden (niet door een onderliggende aandoening), heeft 41% zich laten testen op het coronavirus. Bovendien bleef 41% van de deelnemers met klachten (niet door een onderliggende aandoening) thuis. Verderop op deze pagina staat meer informatie over thuiswerken en testen en quarantaine in verschillende situaties.

Veranderingen in het houden aan de gedragsregels

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. De naleving van de hygiënemaatregelen is ten opzichte van de vorige meetronde ongeveer gelijk gebleven en ook het percentage deelnemers dat een mondkapje droeg in het openbaar vervoer is vergelijkbaar. Het percentage deelnemers dat drukke plekken vermijdt (of omkeert bij een te drukke situatie) is met 5 procentpunt gedaald. Voor het naleven van de maatregelen om te testen en thuis te blijven bij klachten is de daling vanaf ronde 12 doorgezet tot de huidige ronde.

Meer inzicht in naleving

Testen algemeen

Het advies om te testen op het coronavirus geldt in verschillende situaties. Daarnaast zijn er verschillende manieren om te testen op het coronavirus. Van alle deelnemers heeft 12% zich in de afgelopen 6 weken laten testen. Van hen deed 29% dat meer dan één keer. 9% heeft zich laten testen voor toegang tot evenementen en 28% heeft zich laten testen in verband met een buitenlandreis. Daarnaast heeft van alle deelnemers 26% een zelftest gedaan in de afgelopen 6 weken, zie voor verdere toelichting onder 'zelftesten'.

Van deelnemers die zich in de afgelopen 6 weken hebben laten testen, hebben de meesten (62%) dat gedaan bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). 24% heeft dit bij een bedrijf laten doen op eigen initiatief of op het initiatief van de werkgever en 6% heeft zich in het buitenland laten testen.  

Zelftesten

Sinds april 2021 zijn zelftesten te koop. Deze zelftesten geven binnen een kwartier een uitslag. De zelftesten zijn minder betrouwbaar dan testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Ze zijn daarom niet bedoeld om te testen bij klachten, na contact met een besmet persoon, of om quarantaine te beëindigen. Ze zijn alleen bedoeld als extra zekerheid, bijvoorbeeld als je naar school of werk moet. Van de deelnemers gaf 26% aan een zelftest te hebben gedaan in de afgelopen zes weken en van hen heeft 49% vaker dan één keer een zelftest gedaan. De meest genoemde redenen om een zelftest te doen waren ‘om meer zekerheid te hebben dat ik het coronavirus niet had’ (28%), ‘ik had corona-gerelateerde klachten’ (24%) en ‘om meer zekerheid te hebben dat ik anderen niet kon besmetten toen ik op bezoek ging’ (24%).  

Van de deelnemers die een zelftest hebben gedaan, had 1% een positieve testuitslag. Van die groep deelnemers zegt 84% na de positieve uitslag naar de GGD te zijn gegaan om zich opnieuw te laten testen. 2% heeft dat niet gedaan, maar heeft wel de positieve uitslag bij de GGD gemeld. 91% van de deelnemers met een positieve uitslag op een zelftest heeft zelf zijn/haar contacten gewaarschuwd.

Verandering in het gebruik van zelftesten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Sinds de zelftesten beschikbaar kwamen in meetronde 12, is het gebruik ervan in elke meetronde toegenomen. Jongeren van 18-24 en 25-39 jaar gebruiken vaker zelftesten dan oudere deelnemers. Dit verschil loopt op tot 54 procentpunt tussen de oudste en de jongste leeftijdscategorie.

Testen bij klachten

Als je klachten hebt die horen bij het coronavirus, is het advies om je te laten testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Van de mensen die hebben deelgenomen aan meetronde 15, heeft 23% nu klachten of in de afgelopen 6 weken klachten gehad die kunnen wijzen op een besmetting met het coronavirus. Dit percentage is gelijk gebleven ten opzichte van de vorige meetronde. Voor 48% van deelnemers met klachten zijn de klachten (waarschijnlijk) niet gerelateerd aan een onderliggende aandoening, van hen liet 41% zich testen. Van hen heeft 62% zich binnen 2 dagen na aanvang van de klachten laten testen. De meest genoemde reden waarom deelnemers met klachten die (waarschijnlijk) niet door een onderliggende aandoening komen zich niet hebben laten testen is dat zij al een zelftest hadden gedaan (40%), heel milde klachten hadden (34%), of al gevaccineerd zijn en het daarom niet nodig vonden zich te laten testen (29%, cijfers niet in figuur).

Verandering in percentage mensen dat zich laat testen bij klachten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Nadat het percentage deelnemers dat zich liet testen een aantal rondes was toegenomen, is in meetronde 13 (juni 2021) een daling te zien die zich in meetronde 15 voortzet. Het percentage deelnemers met mogelijk corona-gerelateerde klachten (gedurende de afgelopen 6 weken en nu) dat zich liet testen komt hiermee op het laagste niveau tot nu toe (afname van 6 procentpunt ten opzichte van de vorige ronde). De afname geldt voor zowel deelnemers bij wie de klachten (waarschijnlijk) niet komen door een onderliggende aandoening, als (waarschijnlijk) wel.

Wanneer je klachten hebt die door het coronavirus veroorzaakt zouden kunnen worden, zijn zelftesten niet geschikt omdat ze minder betrouwbaar zijn. Het advies is daarom om je te laten testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Toch gebruiken deelnemers zelftesten wanneer zij klachten hebben. In de cijfers is te zien dat steeds meer deelnemers aangeven een zelftest te gebruiken en steeds minder deelnemers zich laten testen bij de GGD. In meetronde 12 heeft 62% van de deelnemers met klachten zich vanwege deze klachten laten testen bij de GGD. In meetronde 15 was dat nog slechts 35%. Daartegenover gebruikte in meetronde 12 nog slechts 5% van de deelnemers met klachten een zelftest vanwege deze klachten, wat in meetronde 15 is gestegen naar 30%. Het totaal aantal deelnemers met klachten dat heeft getest (bij de GGD of met een zelftest) is over de rondes heen ongeveer gelijk gebleven.

De cijfers in het onderstaande figuur over laten testen bij de GGD wijken af van cijfers in het figuur 'Verandering laten testen bij klachten (GGD)'. Deelnemers die klachten hadden kunnen zich namelijk ook om een andere reden hebben laten testen in de afgelopen 6 weken, bijvoorbeeld voor- of nadat ze klachten hadden. Hierdoor vallen de cijfers voor laten testen bij de GGD in het onderstaande figuur lager uit (met maximaal 7 procentpunt).

Testen bij terugkomst of bezoek buitenland

Van alle deelnemers geeft 27% aan de afgelopen zes weken in het buitenland te zijn geweest. Van hen was 24% in een groen gebied geweest, 63% in een geel gebied, 8% in een oranje of rood gebied en 8% weet niet welke kleurcode het land had. Van de mensen die in een oranje of rood gebied zijn geweest, geeft 18% (169 deelnemers) aan in een gebied met een zeer hoog coronarisico te zijn geweest.

Tijdens deze meetronde gold bij terugkomst uit landen met een zeer hoog coronarisico een quarantaineplicht. Na 5 dagen kan met een test (bij een negatieve uitslag) de quarantaine worden beëindigd. Hierbij waren enkele uitzonderingen voor mensen die bijvoorbeeld wegens werk, school, of kort bezoek aan familie of geliefden het buitenland bezochten. Zij hoefde niet in quarantaine bij terugkomst.

Van de deelnemers die in een zeer hoog risicogebied zijn geweest heeft 25% zich laten testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) op of na dag 5, of is dat van plan te doen. 14% heeft een zelftest gedaan. Reizigers uit een zeer hoog risicogebied die zich niet hebben laten testen, deden dat niet omdat zij geen klachten hadden en een test daarom niet nodig vonden (44%), zij al gevaccineerd zijn en een test daarom niet nodig vonden (43%), zij dachten dat de kans klein is dat ze met corona besmet zijn (36%), en omdat zij al een test in het buitenland voor terugkomst hadden gedaan en het daarom niet nodig vonden om opnieuw te testen (29%).

Sinds deze meetronde moeten reizigers uit een geel, oranje of rood gebied die geen vaccinatie- of herstelbewijs hebben, zich laten testen vóórdat zij naar Nederland terugreizen. Van de deelnemers waar dit voor gold, heeft 53% zich laten testen en heeft 19% een zelftest gedaan. Daarvan had 2% een positieve testuitslag.

Van alle deelnemers die in het buitenland zijn geweest (exclusief reizigers naar zeer hoog risicogebieden) heeft 27% een coronatest gedaan ná terugkomst (2% heeft zich laten testen en 25% deed een zelftest). Van de deelnemers die in een gebied met een gele kleurcode zijn geweest, was dit 29%. Na terugkomst uit een oranje of rood gebied was dit 27%. Na terugkomst uit een groen gebied was dit 26%.

De deelnemers die geen test hebben gedaan ná terugkomst uit het buitenland (exclusief reizigers naar zeer hoog risicogebieden), geven het vaakst de redenen: ‘Ik ben gevaccineerd tegen corona en vond het daarom niet nodig om een coronatest te doen’ (63%); ‘Ik heb geen klachten en vond het daarom niet nodig een coronatest te doen’ (44%) en ‘de kans dat ik met corona ben besmet is klein’ (42%).

Van de deelnemers (die niet een zeer hoog risicogebied kwamen) die hebben getest, heeft 60% dat binnen 24 uur na thuiskomst gedaan en 35% tussen de 2 en 4 dagen. 98% van de reizigers geeft aan geen klachten te hebben gehad na thuiskomst uit het buitenland. Van de deelnemers die hebben getest ná terugkomst, had 2% een positieve testuitslag.

Testen bij kinderen

Voor kinderen geldt een testadvies als zij op school, op de kinderopvang, of ergens anders in contact zijn geweest met een besmet persoon. Ook moeten kinderen zich laten testen als zij zelf klachten hebben die passen bij het coronavirus. Voor kinderen jonger dan 4 jaar hoeft dat alleen als ze zware klachten hebben. Kinderen op middelbare scholen en basisscholen kunnen bovendien gratis zelftesten krijgen om uit voorzorg thuis af te nemen. Dit is in aanvulling op het advies om bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) te laten testen bij klachten of na nauw contact.

De afnameperiode van meetronde 15 viel voor alle regio’s aan het begin van het schooljaar, voordat de nieuwe regel inging waarbij basisschoolklassen niet meer in quarantaine hoeven na één positieve coronatest. Van de deelnemers met thuiswonende kinderen gaf 30% aan dat een kind klachten had waardoor een testadvies gold en 9% dat een kind in (nauw) contact was geweest met een besmet persoon waardoor een testadvies gold. 64% gaf aan dat hun kind(eren) niet in één van deze situaties is/zijn geweest. Wanneer ouders meerdere kinderen hadden die klachten hadden en/of die contact hadden gehad met een besmet persoon, is aan hen gevraagd om het oudste kind voor wie dit gold in gedachten te houden. Van deze kinderen met klachten is 34% getest (of de test moet nog plaatsvinden; kinderen die een zelftest hebben gedaan zijn hierbij niet meegerekend), dit is een stuk lager dan in meetronde 14. Toen was dit 51%. Van de kinderen die contact hadden gehad met een besmet persoon is 69% getest (of de test moet nog plaatsvinden). In meetronde 14 was dit 74%.

Als belangrijkste reden om hun kind niet te laten testen, gaven deelnemers aan dat hun kind al een zelftest had gedaan (44%). Van de deelnemers gaf 35% aan dat hun kind milde klachten had, en 27% gaf aan dat de kans klein is dat hun kind besmet is met corona.

Verandering in testen bij kinderen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In de huidige meetronde geven deelnemers aan hun kinderen minder vaak te hebben laten testen, vergeleken met meetronde 14 (afname van 17 procentpunt). Ook na nauw contact is het aantal kinderen dat is getest afgenomen, met 8 procentpunt.

Wanneer je klachten hebt die door het coronavirus veroorzaakt zouden kunnen worden, zijn zelftesten niet geschikt omdat ze minder betrouwbaar zijn. Het advies is daarom om je te laten testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Toch gebruiken deelnemers zelftesten bij hun kinderen wanneer zij klachten hebben.

In de cijfers is te zien dat steeds meer deelnemers aangeven dat hun kind bij corona gerelateerde klachten een zelftest heeft gedaan en steeds minder deelnemers aangeven dat hun kind met klachten zich heeft laten testen. In meetronde 15 geeft 31% van de deelnemers aan dat hun kind een zelftest heeft gedaan, een toename van 26 procentpunt ten opzichte van meetronde 12. Het aantal kinderen dat zich bij de GGD liet testen is juist afgenomen met 37 procentpunt ten opzichte van meetronde 12. Het totaal aantal kinderen met klachten dat een test heeft gedaan is in diezelfde periode met 8 procentpunt afgenomen.

Thuisquarantaine

In deze meetronde is voor drie situaties waarbij het advies is om in thuisquarantaine of isolatie te gaan, gevraagd aan de deelnemers of ze dat ook hebben gedaan:

  • Bij klachten
  • Bij een positieve coronatest
  • Na terugkomst uit een zeer hoog risicogebied

Deelnemers die aangeven alleen voor een coronatest naar buiten te zijn gegaan of naar buiten gingen na een negatieve testuitslag, worden niet meegerekend in de cijfers over ‘naar buiten gaan in quarantainesituaties’.

Bij thuisquarantaine of isolatie is de regel dat je thuis moet blijven (met als uitzondering je eigen buitenruimte zoals tuin of balkon) en geen bezoek mag ontvangen (medisch bezoek uitgezonderd). Bij een positieve coronatest wordt de zelfisolatie het beste nageleefd. Van de deelnemers die zelf positief zijn getest, rapporteert 69% thuis te zijn gebleven en 96% geen bezoek te hebben ontvangen. Als deelnemers tijdens het invullen van de vragenlijst zelf klachten hadden, of in de afgelopen zes weken zelf klachten hadden gehad, die waarschijnlijk niet komen door een onderliggende aandoening, bleef 41% thuis en ontving 70% geen bezoek.

Na terugkomst uit het buitenland geldt sinds 1 juni een quarantaineplicht, voor terugkomst uit landen die zijn aangemerkt als zeer hoog corona risicogebied. Gebieden met een oranje of rode kleurcode kunnen een zeer hoog coronarisico hebben. Van de deelnemers die in een zeer hoog risicogebied zijn geweest en thuisquarantaine bij van toepassing is (131 personen), geeft 33% aan thuis te zijn gebleven en 56% geeft aan geen bezoek te hebben ontvangen.

Veranderingen in naar buiten gaan bij thuisquarantaine situaties

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In de berekening zijn zowel deelnemers meegenomen die tijdens het invullen van de vragenlijst klachten hadden, als deelnemers die in de afgelopen zes weken klachten hebben gehad. Het percentage deelnemers dat zich in de situaties waar een quarantaineadvies geldt aan de regels houdt, was sinds meetronde 8 vrij stabiel. In de huidige meetronde zien we wel een kleine afname. Voor thuisblijven bij klachten en na een positieve test zien we ten opzichte van de vorige ronde een afname van respectievelijk 6 en 4 procentpunt. Voor thuisblijven na terugkomst uit het een zeer hoog risicogebied kan geen verandering over tijd gepresenteerd worden vanwege een te klein aantal personen voor wie de maatregel gold in de vorige meetronde.

Redenen om uit huis te gaan

Voor de mensen met corona gerelateerde klachten zijn een frisse neus halen en boodschappen doen de belangrijkste redenen om naar buiten te gaan. Van de mensen waarbij de klachten (waarschijnlijk) niet komen door een onderliggende aandoening ging 38% naar buiten om een frisse neus te halen en 36% ging naar buiten om boodschappen te doen. Van de deelnemers met klachten ging 20% naar buiten om te werken. In de huidige meetronde was het aantal positief geteste deelnemers die naar buiten zijn geweest te klein om over te kunnen rapporteren.

Ventilatie

De deelnemers hebben vragen beantwoord over ventilatie van hun woning. De meerderheid van de deelnemers (89%) geeft aan dat zij dagelijks twee keer of vaker de ruimtes in huis waar zij het meeste waren, minimaal een kwartier hebben doorgelucht door deuren of ramen wijden open te zetten. Van de deelnemers die minimaal 2x gelucht hebben op een dag, geeft 65% aan dat zij de hele dag deuren of ramen wijd open hadden. Bijna 80% geeft aan dat ze meestal tot altijd een raam of ventilatierooster open hadden in de ruimte waar ze het meeste waren. Onder de deelnemers die bezoek binnen in hun huis hebben ontvangen is gevraagd of zij voor, tijdens en na het bezoek hebben gezorgd voor voldoende frisse lucht in de woning. Van de deelnemers die bezoek ontvingen geeft 62% aan de woning minimaal een kwartier goed te hebben doorgelucht voordat het bezoek kwam, 75% van de deelnemers ventileerde tijdens het bezoek door een raam of ventilatierooster open te houden en 63% van de deelnemers heeft na het bezoek de woning minimaal een kwartier goed laten doorluchten.

Om een cijfer te presenteren voor het houden aan de basismaatregel ‘zorg voor voldoende frisse lucht’ is een combinatie gemaakt van het meestal of altijd open hebben van een raam of ventilatierooster én minimaal twee keer per dag doorluchten. Het percentage deelnemers dat zich hier aan houdt is 73%.

Handen wassen

Aan de deelnemers is gevraagd om in te schatten hoe vaak ze hun handen wassen in situaties waarin dat wordt geadviseerd. Van de deelnemers geeft 61% aan vaak tot altijd hun handen te wassen na thuiskomst. Verder blijkt dat mensen duidelijk de gewoonte hebben om hun handen te wassen na een toiletbezoek: 91% van de deelnemers geeft aan hun handen dan vaak tot altijd te wassen. De gewoonte is gemiddeld een stuk minder sterk in de andere situaties, zoals voordat mensen naar buiten gaan (26%) of als mensen bij anderen op bezoek gaan (45%). Deelnemers gaven aan in 40% van de gevallen hun handen nauwgezet en tenminste 20 seconden met water en zeep te hebben gewassen (cijfers niet in figuur). Het aantal deelnemers dat aangeeft vaker dan 10 keer per dag hun handen te hebben gewassen is 31% (cijfers niet in figuur).

Veranderingen in het handen wassen

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is bij alle situaties een daling te zien in het percentage deelnemers dat aangaf goed afstand te kunnen houden. De sterkste daling is te zien bij feestjes (8 procentpunt) en op het werk (7 procentpunt).

De maatregel van afstand houden in het onderwijs is afgeschaft. In de huidige meetronde gaf 36% van de deelnemers aan dat op school anderen zelden of nooit dichterbij kwamen dan 1,5 meter (cijfer niet in figuur). In de vorige meetronde was dit 52%.

Afstand houden

Onderstaande figuur geeft situaties weer waarbij we het houden van voldoende afstand rapporteren als de mate waarin mensen zelden tot nooit dichterbij komen dan 1,5 meter. In een aantal situaties blijft het lastig om 1,5 meter afstand te realiseren. Bij het boodschappen doen rapporteert slechts 18% van de deelnemers dat er meestal of altijd voldoende afstand wordt gehouden. Bij een feestje (zoals een verjaardag of bruiloft) gaat het om 19%. 21% van de deelnemers geeft aan dat mensen meestal of altijd voldoende afstand houden wanneer zij buitenshuis werken. Bij horecagelegenheden is dit 35% en bij culturele instellingen 49%. Logischerwijs is in situaties buiten (frisse neus halen, rondje fietsen of hardlopen) de hoogste percentages deelnemers te zien die aangeven dat anderen zelden tot nooit te dichtbij komen.

Veranderingen in het dichtbij komen

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is bij alle situaties een daling te zien in het percentage deelnemers dat aangaf goed afstand te kunnen houden. De sterkste daling is te zien bij feestjes (8 procentpunt) en op het werk (7 procentpunt).

De maatregel van afstand houden in het onderwijs is afgeschaft. In de huidige meetronde gaf 36% van de deelnemers aan dat op school anderen zelden of nooit dichterbij kwamen dan 1,5 meter (cijfer niet in figuur). In de vorige meetronde was dit 52%.

Thuiswerken

Sinds het begin van de coronapandemie gold het advies om zoveel mogelijk thuis te werken. Deze maatregel is na meetronde 13 versoepeld en na enkele weken weer teruggedraaid. Aan de deelnemers is gevraagd of zij thuis kunnen werken en in hoeverre zij dat ook doen. Van de deelnemers in meetronde 15 die werk hebben, geeft 72% aan (deels) thuis te kunnen werken. Gemiddeld werken mensen die thuis kunnen werken 58% van hun werkuren thuis (cijfers niet in figuur). 31% werkt alle werkuren thuis en 16% werkt geen van de werkuren thuis.

De meest genoemde redenen om niet volledig thuis te werken zijn dat het werk locatie gebonden is (52%), dat het werk beter uitgevoerd kan worden bij fysiek contact met collega’s (29%), en dat het prettig is om even weg van huis te zijn (18%, cijfers niet in figuur). Kijkend naar de verschillende beroepsgroepen, dan wordt er in de sector ICT Informatie- en communicatietechnologie (Informatie- en communicatietechnologie ) het meeste thuisgewerkt (76% van de werkuren).

Veranderingen in het thuiswerken

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Onder de deelnemers die thuis kunnen werken, nam het percentage van het totaal aantal werkuren dat wordt thuisgewerkt in deze meetronde verder af met 5 procentpunt.

Sociale activiteiten

Bezoek ontvangen

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat minimaal 1 keer bezoek heeft ontvangen in de week voorafgaand aan het onderzoek ongeveer gelijk gebleven. De veranderingen over tijd zijn te zien in de figuur. Bij ronde 9 was een duidelijke éénmalige piek te zien, waarschijnlijk door de feestdagen. Sinds meetronde 11 is het percentage weinig veranderd.

Hoewel er tijdens meetronde 15 geen maximaal aantal bezoekers gold dat men thuis mocht ontvangen, heeft de grote meerderheid van de deelnemers die bezoek heeft gehad niet meer dan vier bezoekers ontvangen (91%). Slechts 4% kreeg vijf of zes bezoekers over de vloer en 4% ontving zeven of meer bezoekers (cijfers niet in figuur). Het percentage deelnemers dat meer dan twee personen ontving lag in de huidige meetronde ongeveer even hoog (22%) als in de vorige meetronde.

Naar buiten gaan

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In de week voor het invullen van de vragenlijst gingen de deelnemers gemiddeld 19 keer naar buiten. Deelnemers zijn sinds het onderzoek gestart is nog niet zo vaak de deur uit geweest als in de huidige meetronde.

Ten opzichte van de vorige meetronde is de grootste stijging te zien voor het percentage deelnemers dat de deur uit gaat om te werken (9 procentpunt), gevolgd door georganiseerd sporten (7 procentpunt) en bezoek aan een feestje (7 procentpunt).

Op vakantie

In meetronde 15 is de deelnemers gevraagd of zij in de afgelopen zes weken op vakantie zijn geweest. Van de deelnemers geeft 48% aan dat zij niet op vakantie zijn geweest, 26% is in Nederland op vakantie geweest en 26% geeft aan dat zij binnen Europa op vakantie zijn geweest. Minder dan 1% is buiten Europa op vakantie geweest.

De deelnemers die in Nederland of in het buitenland op vakantie zijn geweest is een vijftal stellingen voorgelegd over maatregelen die genomen kunnen worden om veilig op reis te gaan. Van deelnemers die hun vakantie in Nederland doorbrachten heeft 31% zich in de twee weken voor de vakantie extra goed aan de maatregelen gehouden. Dit percentage is hoger onder deelnemers die hun vakantie in het buitenland doorbrachten (53%). Vrijwel alle vakantiegangers geven aan dat ze zich tijdens de vakantie aan de daar geldende maatregelen hebben gehouden. Ongevaccineerde deelnemers die naar het buitenland reisden deden aanzienlijk vaker een coronatest voorafgaand aan hun vakantie (77%) dan deelnemers die in Nederland bleven (4%). Voor de andere drie stellingen zijn de cijfers in onderstaande grafiek terug te vinden.

Gedrag vakantie

Sla de grafiek Gedrag vooraf en op vakantie over en ga naar de datatabel

*onder ongevaccineerde vakantiegangers (in Nederland: n=653, in het buitenland: n=291)