Belangrijk bij interpretatie van de resultaten van dit onderzoek
  • De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
  • Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip, zoals ‘de vaccinatiegraad’ in juli 2021, kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample hebben geworven en gewogen. We beoordelen deze afwijkingen elke ronde t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die blijken beperkt (0 - 10 procentpunt). Waar deze verschillen wel duidelijk aanwezig zijn, geven we dit aan.

Waarom wel of niet naleven van de gedragsregels?

De periode tussen meetronde 14 en 15 (huidige meetronde) viel in de tweede helft van de zomerperiode. De maatregelen in deze periode waren dezelfde als in de periode daarvoor met twee veranderingen: vanaf 8 augustus was voor terugkeer uit landen met een geel, oranje of rood reisadvies een coronabewijs nodig en vanaf 30 augustus konden studenten (MBO middelbaar beroepsonderwijs (middelbaar beroepsonderwijs) middelbaar beroepsonderwijs HBO hoger beroepsonderwijs (hoger beroepsonderwijs) hoger beroepsonderwijs , universiteit) onder voorwaarden weer lessen volgen op locatie en gold daar de 1,5-metermaatregel niet meer.  De veranderingen in geldende maatregelen zijn terug te vinden in de tijdlijn van maatregelen voor bestrijding COVID-19.

Het wel of niet naleven van de gedragsregels kan verschillende redenen hebben. In dit onderzoek zijn aan de deelnemers over een aantal van deze mogelijke redenen vragen gesteld.

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei | Ronde 3: 27 mei - 1 juni | Ronde 4: 17-21 juni | Ronde 5: 8-12 juli | Ronde 6: 19-23 augustus | Ronde 7: 30 september - 4 oktober | Ronde 8: 11-15 november | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari | Ronde 11: 24-28 maart | Ronde 12: 5-9 mei | Ronde 13: 16-20 juni | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus | Ronde 15: 8-12 september.

Inschatting kans en ernst van een besmetting

Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd hoe groot zij de kans inschatten zelf besmet te raken met het coronavirus of anderen ermee te besmetten. Ook is gevraagd hoe erg ze dat zouden vinden. Bij deze vijftiende meetronde waren vrijwel alle deelnemers (94%) voldoende beschermd tegen het coronavirus doordat zij volledig gevaccineerd waren of minder dan 6 maanden geleden een coronabesmetting hadden gehad.

Van de deelnemers geeft 8% aan het (zeer) waarschijnlijk te vinden dat ze de komende maanden besmet zullen raken. Bijna de helft (49%) staat hier neutraal tegenover en 43% vindt dit (zeer) onwaarschijnlijk. De mogelijkheid om zelf besmet te raken vindt ruim de helft (52%) van de deelnemers (heel) erg en 16% vindt dit (helemaal) niet erg. 84% vindt het (heel) erg als zij anderen zouden besmetten.

Verandering in inschatting kans en ernst besmetting

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. De kans om zelf besmet te raken of anderen te besmetten en hoe erg deelnemers dat zouden vinden is vergelijkbaar met de vorige meetronde (meetronde 14).

De gevoelsmatige dreiging

Aan de deelnemers van het onderzoek zijn stellingen voorgelegd over de mate waarin het virus hen emotioneel beïnvloedt.  De meeste zorgen maken de deelnemers zich over nieuwe varianten van het virus (63%, cijfer niet in figuur). Iets minder dan de helft (48%) van de deelnemers is van mening dat het virus zich (heel) snel verspreidt. Slechts 16% krijgt (veel) stress van het coronavirus.

Verandering in het gevoel van dreiging

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het gevoel van dreiging over de gehele linie afgenomen. De grootste daling is te zien bij het aantal deelnemers dat het gevoel heeft dat het virus zich (heel) snel verspreidt (14 procentpunt). Ook het aandeel deelnemers voor wie het virus als (heel) dichtbij voelt of dat er (vrijwel) de hele tijd aan denkt is duidelijk afgenomen (respectievelijk met 9 en 5 procentpunt).

Overtuiging hoe goed de gedragsregels helpen

Aan de deelnemers is gevraagd hoe goed volgens hen de gedragsregels helpen om het virus tegen te gaan. Bij alle gedragsregels geeft een meerderheid aan dat deze regels volgens hen (heel) veel helpen. De gedragsregels die volgens relatief de meeste deelnemers helpen zijn: in quarantaine gaan bij corona gerelateerde klachten (81%), drukte vermijden (80%), en geen handen schudden (79%). De gedragsregels waarvan relatief het laagste percentage deelnemers denkt dat ze (heel) veel helpen zijn mondkapjes in het openbaar vervoer (58%) en 20 seconden de handen wassen (60%).

Verandering in overtuiging hoe goed de gedragsregels helpen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is voor bijna alle gedragsregels het percentage deelnemers dat denkt dat deze gedragsregels (heel) veel helpen afgenomen. De grootste afname was te zien bij de 1,5 metermaatregel (8 procentpunt), gevolgd door drukte vermijden, zoveel mogelijk thuiswerken en mondkapjes in het openbaar vervoer (elk met 5 procentpunt).

Houden aan gedragsregels: moeilijk of makkelijk?

Aan de deelnemers van het onderzoek is ook gevraagd hoe moeilijk of makkelijk zij het vinden om zich aan de gedragsregels te houden. Voor de meeste gedragsregels geldt dat een meerderheid van de deelnemers het (heel) makkelijk vindt om zich eraan te houden. De maatregel die de meeste deelnemers (heel) makkelijk vinden is het zorgen voor frisse lucht in de woning (90%) gevolgd door geen handen schudden (85%) en hoesten en niezen in de elleboog (80%). Het percentage deelnemers dat het (heel) makkelijk vindt om 1,5 meter afstand te houden is het laagst met 41%.

Verandering in hoe makkelijk het opvolgen van gedragsregels is

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Voor bijna alle gedragsregels geldt dat het percentage deelnemers dat het (heel) makkelijk vindt deze op te volgen in de huidige meetronde licht is gedaald ten opzichte van de vorige meetronde. De grootste dalingen waren te zien bij het vermijden van drukte (daling van 6 procentpunt) en het zoveel mogelijk thuiswerken (daling van 5 procentpunt).

1,5 meter afstand houden in verschillende situaties: moeilijk of makkelijk?

Aan de deelnemers van het onderzoek is ook gevraagd hoe moeilijk of makkelijk zij het vinden om 1,5 meter afstand te houden in verschillende situaties. Het percentage deelnemers dat het (heel) makkelijk vindt om buiten 1,5 meter afstand te houden (frisse neus halen, rondje fietsen, hond uitlaten) springt eruit met 84%. Sporten in georganiseerd verband en naar een culturele instelling gaan volgen daarna met elk 43%. Op een feestje is het percentage deelnemers dat het (heel) makkelijk vindt om 1,5 meter afstand te houden het laagst (18%). Omdat op 30 augustus de maatregel om 1,5 meter afstand te houden op het MBO middelbaar beroepsonderwijs (middelbaar beroepsonderwijs), HBO hoger beroepsonderwijs (hoger beroepsonderwijs) en de universiteiten is afgeschaft, is voor deze situatie niet meer gevraagd naar hoe moeilijk of makkelijk de deelnemers het vonden zich hieraan te houden.

Verandering in hoe makkelijk het houden van 1,5 meter afstand is

Voor veranderingen over tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige ronde is voor de meeste gedragsregels het percentage deelnemers dat deze (heel) makkelijk vindt om op te volgen gedaald. De grootste daling is te zien voor het afstand houden bij het zorgen voor iemand (10 procentpunt), tijdens een feestje (8 procentpunt) en bij sporten in georganiseerd sportverband (7 procentpunt).

Wat zien de deelnemers mensen in hun omgeving doen?

Gedrag kan beïnvloed worden door mensen in de naaste omgeving. Wat zien de deelnemers in hun eigen omgeving gebeuren? Veel deelnemers zien dat mensen in hun omgeving geen handen schudden (82%) en mondkapjes dragen in het openbaar vervoer (75%). Gedragsregels die deelnemers anderen in hun omgeving het minst zien opvolgen zijn het regelmatig 20 seconden handen wassen (35%), het vermijden van drukte en 1,5 meter afstand houden (beide 44%).

Verandering in wat deelnemers mensen in hun omgeving zien doen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat mensen in hun omgeving zich aan de regels ziet houden is voor bijna alle gedragsregels afgenomen vergeleken met de vorige meetronde. De grootste daling was bij het houden van 1,5 meter afstand en het vermijden van drukte (allebei 9 procentpunt). Het zoveel mogelijk thuiswerken volgt daarna met een daling van 8 procentpunt. Geen handen schudden, testen en in quarantaine gaan bij klachten daalden met 5 procentpunt. Voor de meeste gedragsregels zijn dit zelfs de laagste percentages tot nu toe.