Sinds maart 2020 onderzoekt het RIVM het naleven van de gedragsregels die vanwege de coronapandemie gelden. Volgen mensen de gedragsregels zoals testen, quarantaine en afstand houden, ook nu de meeste maatregelen zijn losgelaten of alleen nog geadviseerd worden? Op deze pagina staan de resultaten van de 19e ronde van het vragenlijstonderzoek op het thema 'naleven gedragsregels'. 

  • De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
  • Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip, zoals ‘de vaccinatiegraad’ in juli 2021, kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample hebben geworven en gewogen. We beoordelen deze afwijkingen elke ronde t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die blijken beperkt (0 - 10 procentpunt). Waar deze verschillen wel duidelijk aanwezig zijn, geven we dit aan.

Het gedragsonderzoek van meetronde 19 laat zien dat de meeste hygiënemaatregelen nog altijd goed worden nageleefd. Deelnemers geven aan dat zij in 92% van de gevallen in de week voorafgaand aan het onderzoek geen handen hebben geschud en 96% droeg een mondkapje in het openbaar vervoer. Vanaf  25 februari was een mondkapje alleen nog verplicht in het openbaar vervoer (ov), op luchthavens en in vliegtuigen (per 23 maart is ook de verplichting in het ov komen te vervallen). Daarnaast wordt het dragen van een mondkapje geadviseerd op drukke plekken waar het lastig is om 1,5 meter afstand te houden. Van de deelnemers geeft 12% aan altijd een mondkapje in een publieke binnenruimte te dragen; de vorige ronde was dit nog verplicht en ging het om 88% van de deelnemers. Wanneer het nodig was om handen te wassen, deden de deelnemers dat in 73% van de situaties. Als deelnemers moesten hoesten of niezen, deden zij dat in 72% van de gevallen in de elleboog.

Verderop op deze pagina staat meer over de naleving van de verschillende gedragsadviezen.

Het naleven van een gedragsadvies hangt vooral sterk samen met het draagvlak voor dat gedragsadvies en hoe moeilijk of makkelijk het is om je aan het advies te houden. De mening over de aanpak van de Nederlandse overheid, het vertrouwen in de corona aanpak van de overheid en in hoeverre mensen zien dat in hun omgeving een maatregel wordt nageleefd spelen in mindere mate een rol. Dit blijkt uit de
 verdiepende analyses.

Opvolgen gedragsregels

Sla de grafiek Houden mensen zich aan de (basis) gedragsregels over en ga naar de datatabel

(1) % aantal keren; (2) % van deelnemers; (3) % van totaal werkuren

* geldt alleen voor personen die geen boosterprik hebben gehad of recente besmetting met corona (na 1 januari 2022)

Veranderingen in het houden aan de gedragsregels

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is de naleving van de hygiënemaatregelen voor een groot deel gelijk gebleven. Het percentage deelnemers dat zorgt voor voldoende frisse lucht in de woning is sterk gedaald in de voorgaande meetronde maar is in de huidige meetronde met 6 procentpunt toegenomen. Mogelijk komt dit door de hogere buitentemperatuur. Het percentage deelnemers dat een mondkapje draagt in een publieke binnenruimte is fors afgenomen na het vervallen van de verplichting om deze te dragen (76 procentpunt gedaald). 

Verderop deze pagina staat meer over veranderingen in de naleving van de verschillende gedragsadviezen.
 

De deelnemers hebben vragen beantwoord over ventilatie van hun woning. Iets meer dan de helft van de deelnemers (53%) geeft aan dat zij dagelijks twee keer of vaker de ruimtes in huis waar zij de meeste tijd doorbrachten, minimaal een kwartier hebben doorgelucht door deuren of ramen wijd open te zetten. Van de deelnemers die minimaal 2x gelucht hebben op een dag, geeft 17% aan dat zij de hele dag deuren of ramen wijd open hadden. 50% van de deelnemers geeft aan dat ze meestal tot altijd een raam of ventilatierooster open hadden in de ruimte waar ze het meeste waren. Aan de deelnemers die bezoek in hun huis hebben ontvangen is gevraagd of zij voor, tijdens en na het bezoek hebben gezorgd voor voldoende frisse lucht in de woning. Van de deelnemers die bezoek ontvingen heeft 33% de woning minimaal een kwartier goed doorgelucht voordat het bezoek kwam, 47% van de deelnemers ventileerde tijdens het bezoek door een raam of ventilatierooster open te houden en 36% van de deelnemers heeft na het bezoek de woning minimaal een kwartier goed laten doorluchten.

Om een cijfer te presenteren voor het houden aan de basismaatregel ‘zorg voor voldoende frisse lucht’ is een combinatie gemaakt van het meestal of altijd open hebben van een raam of ventilatierooster én minimaal twee keer per dag doorluchten. Het percentage deelnemers dat zich hieraan houdt is 31%. 
 

Veranderingen in ventileren

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat voldoende ventileert toegenomen (met 6 procentpunt).

Aan de deelnemers is gevraagd om in te schatten hoe vaak ze hun handen wassen in situaties waarin dat wordt geadviseerd (zie figuur). 73% geeft aan dat te doen als dat nodig is. Deelnemers gaven aan in 39% van de gevallen hun handen nauwgezet en tenminste 20 seconden met water en zeep te hebben gewassen (cijfers niet in figuur). Het aantal deelnemers dat aangeeft vaker dan 10 keer per dag hun handen te hebben gewassen is 28% (cijfers niet in figuur).

Veranderingen in het handen wassen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat hun handen wast in situaties waarin dat wordt geadviseerd voor alle situaties gelijk gebleven. 

Het advies om te testen op het coronavirus geldt in verschillende situaties. Daarnaast zijn er verschillende manieren om te testen op het coronavirus. Het testadvies is vaak gekoppeld aan een quarantaineadvies.

Van alle deelnemers heeft 27% zich in de afgelopen 6 weken laten testen, bijvoorbeeld bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) of een commercieel testbedrijf. Van de mensen die zich lieten testen, deed 27% dat meer dan één keer. In de afgelopen zes weken heeft 66% van de deelnemers een zelftest gedaan. Van hen deed 76% dat vaker dan één keer. Dit is ongeveer evenveel als in de vorige meetronde. 20% van de deelnemers die op bezoek ging geeft aan vooraf een zelftest te hebben gedaan. Van alle deelnemers vindt 33% zelftesten (heel) duur en 10% vindt zelftesten (heel) goedkoop (41% is neutraal en 16% weet het niet). 50% vindt zelftesten (heel) betrouwbaar en 11% vindt zelftesten (heel) onbetrouwbaar (27% is neutraal en 12% weet het niet).

Van alle deelnemers die zich hebben laten testen (bijvoorbeeld bij de GGD, of een testbedrijf), had 50% een positieve uitslag. Van de deelnemers die een zelftest hebben gedaan, had 19% een positieve testuitslag. Dit is een flinke toename ten opzichte van vorige ronde, toen had 5% een positieve zelftestuitslag. Van de deelnemers met een positieve zelftestuitslag heeft 81% zich opnieuw laten testen bij de GGD (vorige ronde 90%), 1% heeft zich niet opnieuw laten testen, maar de uitslag wel gemeld bij de GGD. 18% van hen geeft aan zich niet opnieuw hebben laten testen en de uitslag niet bij de GGD te hebben gemeld. 95% van de deelnemers met een positieve zelftestuitslag heeft daarna zelf zijn of haar contacten gewaarschuwd.

Verandering in het testen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Sinds de zelftesten beschikbaar kwamen in meetronde 12, is het gebruik ervan steeds toegenomen tot aan vorige meetronde. In deze meetronde is het gebruik van zelftesten gelijk aan de vorige meetronde. Deelnemers van 16-24 en 25-39 jaar gebruiken vaker zelftesten dan oudere deelnemers. Dit verschil loopt op tot 39 procentpunt tussen de oudste en de jongste leeftijdscategorie. 

Als je klachten hebt die horen bij het coronavirus, is het advies om je te laten testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), of een zelftest te doen. Voor mensen met een kwetsbare gezondheid voor wie de kans groter is op ernstige ziekte door het coronavirus, is het advies om je altijd bij de GGD te laten testen. Van de mensen die hebben deelgenomen aan meetronde 19, heeft 48% nu klachten of in de afgelopen 6 weken klachten gehad die kunnen wijzen op een besmetting met het coronavirus. 

91% had toen de klachten begonnen al een zelftest in huis. Daarvan heeft 67% de zelftest zelf gekocht, 17% gekregen via werk, 12% gekregen via de overheid en 11% gekregen via school. Voor 67% van de deelnemers met klachten zijn de klachten (waarschijnlijk) niet gerelateerd aan een onderliggende aandoening. Van hen liet 20% zich testen bij de GGD, 31% deed eerst een zelftest en liet zich daarna testen bij de GGD, en 36% deed alleen een zelftest. 


Aan de deelnemers is gevraagd na hoeveel tijd zij voor het eerst een test deden nadat de klachten waren begonnen.  Van de deelnemers die zich alleen lieten testen bij de GGD deed 11% dat binnen een paar uur na aanvang van de klachten, nog eens 40% deed dat binnen 24 uur. In totaal liet 84% zich testen binnen 2 dagen na aanvang van de klachten. Van de deelnemers die een zelftest deden, deed 25% deze zelftest binnen een paar uur na aanvang van de klachten en nog eens 42% deed dat binnen 24 uur. In totaal deed 90% van de deelnemers de zelftest binnen 2 dagen. 

Verandering in testen bij klachten

In de periode vlak voor meetronde 12 (mei 2021) kwamen zelftesten beschikbaar. In de meetrondes daarna was (bij deelnemers voor wie klachten (waarschijnlijk) niet komen door een onderliggende aandoening) te zien dat de verhouding tussen testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) en zelftesten verschoof: steeds minder testen bij de GGD en steeds meer zelftesten. In de huidige meetronde is er een toename van deelnemers die bij klachten eerst een zelftest doen en zich daarna laten testen bij de GGD (9 procentpunt). In totaal heeft 88% van de deelnemers zich getest bij klachten (heeft zich laten testen of heeft een zelftest gedaan): Dat is 5 procentpunt hoger dan vorige ronde.

Er zijn verschillen tussen deelnemers met klachten die zich laten testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) ten opzichte van deelnemers die zich niet laten testen of die alleen een zelftest doen. Deelnemers die zich laten testen bij de GGD hebben vaker meerdere klachten of zware klachten (zoals moeilijk ademen of koorts), in vergelijking met deelnemers die een zelftest doen of helemaal geen test doen. In vergelijking met deelnemers die zich niet testen, vinden deelnemers die zich laten testen bij de GGD het ook makkelijker om dit te doen. Bovendien zijn zij meer van mening dat het goed zou helpen tegen de verspreiding van het virus om te testen als je klachten hebt. In vergelijking met deelnemers die alleen een zelftest doen, denken deelnemers die zich laten testen bij de GGD dat de zelftesten minder betrouwbaar zijn. Dit blijkt uit de verdiepende analyses.

Voor kinderen geldt het advies een test te doen (bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) of met een zelftest) als zij klachten hebben die passen bij het coronavirus. Voor kinderen tot en met 4 jaar hoeft dat alleen als ze zware klachten hebben. Vanaf groep zes geldt het advies om twee keer per week preventief zelftesten af te nemen.

Preventief zelftesten

In de huidige meetronde is specifiek gevraagd aan deelnemers met thuiswonende kinderen, of hun kinderen vanaf groep zes preventief zelftesten hebben afgenomen. Van de ouders met kinderen die geadviseerd worden om twee keer per week preventief een zelftest te doen, gaf 35% aan dat hun kind in de afgelopen week géén zelftest had gedaan (vorige ronde 23%), 27% gaf aan dat hun kind één zelftest had gedaan en 24% gaf aan twee zelftesten te hebben gedaan. 14% gaf aan dat hun kind in de afgelopen week zelfs meer dan twee zelftesten had gedaan.

Testen bij klachten

Van de deelnemers met thuiswonende kinderen gaf 67% aan dat één van hun kinderen klachten had. Wanneer ouders meerdere kinderen met klachten hadden, is aan hen gevraagd om de vragen in te vullen over het oudste kind voor wie dit gold. Van deze kinderen met klachten voor wie een testadvies gold is in totaal 93% getest (of de test moet nog plaatsvinden). Van de kinderen met klachten liet 21% zich testen bij de GGD (of de test moest nog plaatsvinden), 44% deed eerst een zelftest en daarna een test bij de GGD, 28% deed alleen een zelftest. 

Verandering in testen bij klachten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het aantal kinderen dat bij klachten helemaal niet test is in de huidige meetronde gelijk aan de vorige meetronde. De hoeveelheid testen bij de GGD is toegenomen met 8 procentpunt. Dit is inclusief kinderen die eerst een zelftest deden, en daarna lieten testen bij de GGD. Het percentage kinderen dat alleen een zelftest deed, nam 7 procentpunt af ten opzichte van meetronde 18. Dit kan mogelijk worden verklaard door het hoge percentage positieve zelftesten en hertesten bij de GGD.

Bij thuisquarantaine of isolatie is het advies om thuis te blijven (met als uitzondering je eigen buitenruimte zoals tuin of balkon) en geen bezoek te ontvangen (medisch bezoek uitgezonderd). Als je een positieve coronatest hebt ontvangen, is het advies om in isolatie te gaan. Ook geldt er een quarantaineadvies in de volgende situaties:

  • Als je klachten hebt die bij het coronavirus horen. Dit quarantaineadvies geldt tot de testuitslag bekend is. Als de uitslag negatief is, eindigt het quarantaineadvies.                   
  • Na nauw contact met iemand die positief is getest op het coronavirus (een huisgenoot of gezinslid valt onder nauw contact). Dit geldt niet als je zelf besmet bent geweest vanaf 1 januari 2022, of meer dan een week voor het contact een boostervaccinatie hebt gehad. 
     

Klachten die bij het coronavirus passen

89% van de deelnemers die klachten had, geeft aan geen bezoek te hebben gehad terwijl zij klachten hadden. 56% geeft aan helemaal niet naar buiten te zijn geweest. 20% geeft aan alleen naar buiten te zijn geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten.

Positieve testuitslag

Van de deelnemers die een positieve testuitslag hebben ontvangen, voor wie een isolatie-advies gold, geeft 50% aan helemaal niet naar buiten te zijn geweest tijdens de isolatieperiode. 39% is alleen naar buiten geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten. 96% van de deelnemers met een positieve test geeft aan geen bezoek te hebben ontvangen.

Nauw contact

Na nauw contact met iemand die een positieve testuitslag heeft ontvangen, geldt een quarantaineadvies van tien dagen. De quarantaineperiode kan verkort worden met een test bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) vanaf dag vijf. Als de uitslag negatief is, mag je weer naar buiten. Van de deelnemers die in nauw contact zijn geweest met iemand die besmet is met het coronavirus en voor wie het quarantaineadvies geldt, liet 30% zich testen op of na dag 5. Van de deelnemers voor wie een quarantaineadvies gold, geeft 68% aan geen bezoek te hebben gehad. 38% geeft aan helemaal niet naar buiten te zijn geweest, 19% is alleen naar buiten geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten.

Veranderingen in naar buiten gaan bij klachten en na een positieve test

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In de berekening zijn zowel deelnemers meegenomen die tijdens het invullen van de vragenlijst klachten hadden, als deelnemers die in de afgelopen zes weken klachten hebben gehad. Het percentage deelnemers met klachten (zonder onderliggende aandoening) dat thuisblijft varieert per meetronde. In de vorige meetronde was een sterke toename zichtbaar (19 procentpunt). Deze toename kwam waarschijnlijk doordat je sinds die meetronde bij klachten ook een zelftest mag doen, bij een negatieve testuitslag is het quarantaineadvies dan geëindigd. In de huidige meetronde is het percentage deelnemers met klachten dat zich aan het quarantaineadvies hield iets gedaald (6 procentpunt). Het percentage dat geen bezoek ontvangt is ongeveer gelijk aan de vorige meetronde en ligt op het hoogste punt sinds herfst 2020 (cijfers niet in figuur).

Het percentage deelnemers dat thuisblijft bij een positieve testuitslag is sinds vorige meetronde verder afgenomen, met 6 procentpunt, en komt daarmee op het laagste punt sinds herfst 2020. Het percentage deelnemers dat alleen naar buiten is geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten is met 5 procentpunt toegenomen. Het percentage deelnemers dat geen bezoek ontvangt na een positieve test is stabiel hoog (96%; cijfers niet in figuur).

Redenen om uit huis gegaan

Voor de mensen met een positieve test is de belangrijkste reden om naar buiten te gaan een frisse neus halen (35%), of om de hond uit te laten (14%). Van de deelnemers met een positieve test is 1% naar buiten gegaan om te werken.

Voor de deelnemers met corona gerelateerde klachten zijn een frisse neus halen en boodschappen doen de belangrijkste redenen om naar buiten te gaan. Van de deelnemers waarbij de klachten (waarschijnlijk) niet komen door een onderliggende aandoening ging 28% naar buiten om een frisse neus te halen en 19% om boodschappen te doen. Van de deelnemers met klachten ging 10% naar buiten om te werken en 2% om een zelftest te kopen.

Van de deelnemers die in nauw contact waren geweest met iemand die positief is getest op het coronavirus en voor wie een quarantaineadvies gold, gingen de meesten naar buiten om een frisse neus te halen (38%). 19% ging naar buiten om de hond uit te laten en 1% om een zelftest te kopen.

Bezoek ontvangen

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In meetronde 9 was een duidelijke éénmalige piek te zien, waarschijnlijk door de feestdagen. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat minimaal 1 keer bezoek heeft ontvangen in de week voorafgaand aan het onderzoek ongeveer gelijk gebleven. Het percentage deelnemers dat op bezoek is geweest bij iemand van 70 jaar of ouder (39%) of bij iemand met een kwetsbare gezondheid (25%) is vergelijkbaar met voorgaande meetrondes (vanaf de zomer 2020). 

Tijdens voorgaande meetrondes mochten deelnemers maximaal 4 bezoekers thuis ontvangen. In de huidige meetronde is er geen beperking aan het aantal bezoekers thuis. De grote meerderheid van de deelnemers die bezoek heeft gehad hebben desondanks niet meer dan vier bezoekers tegelijk ontvangen (93%). Dit is iets lager dan in de vorige meetronde (95%). 4% kreeg vijf of zes bezoekers over de vloer en 3% ontving zeven of meer bezoekers (cijfers niet in figuur).

Naar buiten gaan

In de week voor het invullen van de vragenlijst gingen de deelnemers gemiddeld 15 keer naar buiten (cijfer niet in figuur). Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van meetronde 18 is het aantal keer dat deelnemers naar buiten gaan iets gestegen.

Ten opzichte van de vorige meetronde, toen de lockdown nog van kracht was, zijn de percentages deelnemers die aangeven in verschillende situaties naar buiten te gaan, gelijk gebleven tot licht gestegen. De grootste stijging is te zien voor het percentage deelnemers dat de deur uit gaat om naar een feestje te gaan (met 8 procentpunt: een verdubbeling) of om te sporten in georganiseerd verband (met 6 procentpunt een kwart toegenomen). Het percentage deelnemers dat naar een horecagelegenheid is gegaan in de week voor het afnamemoment is met 11 procentpunt toegenomen ten opzichte van de herfst van 2021 (voor de lockdown in de winter van 2021/2022). Bezoek aan een culturele instelling is gelijk gebleven ten opzichte van de herfst van 2021.

De mate waarin deelnemers 1,5 meter afstand houden van anderen wisselt per situatie. In situaties buiten (frisse neus halen, rondje fietsen of hardlopen) rapporteert 72% van de deelnemers dat anderen zelden tot nooit dichtbij komen. In een horecagelegenheid komt bij 25% van de deelnemers zelden tot nooit iemand dichter bij dan 1,5 meter en bij een culturele instelling is dit bij 24% van de deelnemers. Bij feestjes (verjaardagen/bruiloften), bij het boodschappen doen en op het werk blijven anderen het minst vaak op afstand. Respectievelijk 16%, 18% en 17% geeft aan dat anderen nooit of zelden dichtbij komen. Bij 61% van de deelnemers die op hun werk geen 1,5 meter afstand houden, is afstand houden op het werk niet mogelijk, bijvoorbeeld door werk in de zorg.

Verandering in afstand houden

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is een forse daling te zien in het percentage deelnemers dat afstand houdt in alle situaties. In de helft van de gevallen gaat het om een daling van meer dan 10 procentpunt, waarbij de grootste daling te zien is bij sporten in georganiseerd verband (15 procentpunt). 

Tijdens de huidige meetronde (19) geldt het advies ‘werk maximaal de helft van uw werktijd op kantoor’. Aan de deelnemers is gevraagd of zij thuis kunnen werken en in hoeverre zij dat ook doen. Van de deelnemers die werk hebben, geeft 71% aan (deels) thuis te kunnen werken. Gemiddeld werken mensen die thuis kunnen werken, 53% van hun werkuren thuis. Van de deelnemers werkt 24% alle werkuren thuis (dit was vorige meetronde 41%) en 18% werkt geen van de werkuren thuis (vorige ronde 13%, cijfers niet in figuur).

Veranderingen in het thuiswerken

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Sinds het begin van de coronapandemie geldt het advies om zoveel mogelijk thuis te werken. Het specifieke thuiswerkadvies is gedurende deze periode vaak aangepast (zie ook de tijdlijn van coronamaatregelen). Onder de deelnemers die thuis  kunnen werken, is het percentage van het totaal aantal werkuren dat thuis wordt gewerkt ten opzichte van de vorige meetronde gedaald met 11 procentpunt.

De vragenlijst van meetronde 19 is afgenomen tussen 9 en 13 maart 2022. Sinds de vorige meetronde (19-23 januari 2022) zijn veel maatregelen stapsgewijs versoepeld of komen te vervallen. Eind januari gingen de meeste locaties onder voorwaarden weer open en werden de quarantaineregels versoepeld. In februari ging alles open. Het advies voor bezoek thuis, de mondkapjesplicht in publieke binnenruimtes en op drukke plekken buiten, het coronatoegangsbewijs en de afstandsplicht vervielen (afstand houden wordt nog wel geadviseerd). Ook kon er vanaf toen weer voor maximaal de helft van de werktijd op kantoor gewerkt worden. De veranderingen in maatregelen zijn terug te vinden in de tijdlijn van coronamaatregelen.

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei 2020 | Ronde 3: 27 mei - 1 juni 2020 | Ronde 4: 17-21 juni 2020 | Ronde 5: 8-12 juli 2020 | Ronde 6: 19-23 augustus 2020 | Ronde 7: 30 september - 4 oktober 2020 | Ronde 8: 11-15 november 2020 | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari 2021 | Ronde 11: 24-28 maart 2021 | Ronde 12: 5-9 mei 2021 | Ronde 13: 16-20 juni 2021 | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus 2021 | Ronde 15: 8-12 september 2021 | Ronde 16: 20-24 oktober 2021 | Ronde 17: 24-28 november 2021 | Ronde 18: 19-23 januari 2022 | Ronde 19: 9-13 maart 2022