Deze richtlijn geeft een aantal uitgangspunten voor een gezondheidskundige advisering door de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Belangrijk daarbij is dat de GGD uitgaat van de gezondheidseffecten van geluid en niet zozeer van de wettelijke normen. Ook onder deze normen treden immers gezondheidseffecten op. Daarnaast kijkt de GGD naar de blootstelling aan geluid bij gevoelige bestemmingen zoals woningen, scholen, kinderdagverblijven, verzorgings- en verpleeghuizen, en neemt waar mogelijk het geluid van alle bronnen mee in het advies.

De indeling van deze richtlijn

Voor de indeling van deze richtlijn is de in 2019 gepubliceerde pdf versie aangehouden. De hoofdstukindeling is hieronder in blokken weergegeven.

Het gebruik van deze GGD-richtlijn

De GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-richtlijnen medische milieukunde (MMK) zijn bedoeld om het handelen van GGD’en te harmoniseren en te optimaliseren. Richtlijnen zijn in het merendeel van de gevallen toepasbaar. Natuurlijk bestaat de mogelijkheid om, mits gemotiveerd, van een richtlijn af te wijken. Dit is afhankelijk van de lokale situatie. De professionals van de GGD’en stellen zelf de richtlijnen MMK op. In dit proces worden waar nodig externe deskundigen geraadpleegd. De coördinatie van de richtlijnen MMK ligt bij het RIVM/centrum Gezondheid en Milieu (cGM centrum Gezondheid en Milieu (centrum Gezondheid en Milieu)).

Deze richtlijn beperkt zich tot omgevingsgeluid als gevolg van verkeer (weg-, rail- en vliegverkeer) en vergund geluid van bedrijven (waaronder industrie)1. De keuze voor deze bronnen is vooral gebaseerd op de ontwikkelingen in de wet- en regelgeving voor geluid afkomstig van verkeer, zoals de Wet geluidhinder en de EU Europese Unie (Europese Unie)-richtlijn, de omvang van de problematiek en de mogelijkheid die de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en hebben om een bijdrage te leveren aan de vraagstukken bij diverse geluidbronnen.

In de richtlijn wordt ook ingegaan op het belang van plekken met een hoge akoestische kwaliteit, plekken met een aangename geluidomgeving (ook wel ‘stille’ plekken genoemd). Dergelijke gebieden en plekken verdienen aandacht en bescherming, niet alleen omdat ze van belang zijn voor de gezondheid, maar ook vanwege de maatschappelijke waarde.

De richtlijn gaat niet in op laagfrequent geluid, stemgeluid, trillingen en op geluid van horeca, buren, windturbines, bouwwerkzaamheden of evenementen. Ook op geluid (anders dan het vergunde geluidsniveau, langtijdgemiddeld) van een specifiek bedrijf/industrie wordt in deze richtlijn niet ingegaan. Deze bronnen vergen door hun karakter en problematiek een specifieke aanpak en documentatie hierover is al (deels) voor de GGD’en beschikbaar. Voor meer informatie over laagfrequent geluid wordt verwezen naar de voorlopige GGD-richtlijn ‘Meldingen over een bromtoon’ (Slob et al. 2016Slob, Berg, Niessen, Jonkman, Meer, Lops, Kamp, Dusseldorp, Meldingen over een bromtoon : Voorlopige GGD-richtlijn Medische Milieukunde (2016)). Voor geluid van windturbines is een GGD informatieblad beschikbaar (Van Kamp et al., 2014 ). Burenlawaai is een omvangrijk, maar voor een groot deel sociaal probleem, wat een heel eigen benadering vraagt. Hiervoor heeft de Rijksoverheid in 2003 de ‘Handreiking Burenlawaai’ opgesteld (VROM, 2003). Voor geluid van horeca en evenementen in relatie tot gehoorschaderisico’s voor bezoekers, is een handreiking beschikbaar (Werkgroep geluid GGD GHOR NL, 2017 ).

Deze richtlijn geeft geen expliciete handvatten voor de behandeling van vragen van individuele burgers wat betreft geluid in de woning. Hiervoor wordt verwezen naar het handboek Binnenmilieu (Peeters, 2007 ) waarin een hoofdstuk gewijd is aan geluid. Een uitgebreid overzicht van de gezondheidseffecten van geluid is beschikbaar in het boek ‘Geluid & Gezondheid’ (Woudenberg et al., 2013).

Geluid is een complex thema. Voor volledig inzicht in de hele breedte en diepte van geluid is de informatie in deze richtlijn niet bedoeld en dus ontoereikend. In het onderdeel Achtergronden, bronnen, wet- en regelgeving en beleid is achtergrondinformatie opgenomen. Deze informatie kan bijdragen aan een beter inzicht maar is niet per se noodzakelijk voor algemene advisering. Het inschakelen van experts is in complexe gevallen aan te raden.

1Vergund langtijdgemiddeld beoordelingsniveau volgens vergunningen/geluidzones. Om dit uit te drukken wordt de etmaalwaarde (Letm) gebruikt. Voor de gezondheidskundige beoordeling moet deze worden omgerekend naar Lden. Bij invoering van de Omgevingswet wordt ook industriegeluid standaard in Lden uitgedrukt.

Werkgroepleden

Werkgroepleden

M.J.A. Slob (penvoerder), GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Rotterdam-Rijnmond
M.C. van Ballegooij, GGD’en Brabant
O. Breugelmans, RIVM
P. Esser, GGD Zuid-Limburg
A.W. Groenewold, GGD Noord- en Oost-Gelderland

Werkgroepleden

I.E. Janssen, GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Rotterdam-Rijnmond 
B. Poelman, GGD Kennemerland
D. Schmidt, GGD Hollands Noorden
R. van de Weerdt, GGD Gelderland-Midden 
F. Woudenberg, GGD Amsterdam
A.J.P van Overveld (coördinator), RIVM

Irene van Kamp, RIVM
Elise van Kempen, RIVM
Danny Houthuijs, RIVM
Eefje Joosten, RIVM 
Dorien Lolkema, RIVM
Dik Welkers, RIVM
George van den Hove, RUD Regionale Uitvoeringsdienst (Regionale Uitvoeringsdienst) Zuid-Limburg
Stefan Roche, gemeente Oss

Contact met RIVM Centrum Gezondheid en Milieu

Mail naar: cgm@rivm.nl
Neem voor locale situaties contact op met uw GGD.