Om nadelige gezondheidseffecten te voorkomen, is het van belang inwoners te beschermen tegen te hoge niveaus van omgevingsgeluid. Op deze pagina worden algemene uitgangspunten gegeven voor een gezondheidskundig advies van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) wat betreft blootstelling aan geluid. Doordat de situatie per locatie sterk kan verschillen, blijft elk advies maatwerk.

Wanneer gezondheid vroegtijdig in een ruimtelijk proces is betrokken en er ruimte is om verschillende varianten te beschouwen, kunnen instrumenten worden toegepast om de gevolgen van lokale ruimtelijke maatregelen op de gezondheid af te wegen. Op de pagina instrumenten en tools wordt dieper ingegaan op deze instrumenten. Voor het opstellen van een vanuit gezondheid optimale variant kunnen de uitgangspunten in de paragraaf Uitgangspunten van advisering door de GGD gebruikt worden.

De GGD levert een gezondheidskundige beoordeling op basis van door anderen aangeleverde (blootstelling)gegevens. De GGD levert geen geluidgegevens en beoordeelt ook niet de juistheid van deze gegevens. Andere partijen zoals omgevingsdiensten en afdelingen Ruimtelijke Ordening van gemeenten zijn verantwoordelijk voor de (kwaliteit van) geleverde gegevens. Op de pagina Wetgeving, regelgeving en beleid  staat enige achtergrondinformatie over het vaststellen van de geluidbelasting.

Voor een gezondheidskundige beoordeling van een geluidssituatie door de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) zijn de volgende geluidsniveaus van belang:

  • Gezondheidskundige richtwaarde van 50 dB decibel (decibel) Lden op de hoogst belaste gevel voor de bronnen wegverkeer, railverkeer en bedrijven [1, 2], ter bescherming van de gezondheid. Vanuit gezondheid is het streven dus een belasting van 50 dB Lden of lager op de gevel.
  • Gezondheidskundige richtwaarde van 40 dB Lnight op de hoogst belaste gevel voor de bronnen weg-, railverkeer en bedrijven, om slaapverstoring zo veel mogelijk te voorkomen. Vanuit gezondheid is het streven dus een belasting van 40 dB Lnight of lager op de gevel. 
  • Voor vliegverkeer is (nog) geen gezondheidskundige richtwaarde te geven. Vliegverkeer is bij een gelijk geluidsniveau hinderlijker en geeft meer slaapverstoring dan wegverkeer, railverkeer en bedrijven. Op grond van hinder en slaapverstoring moet vliegverkeer zwaarder worden beoordeeld dan andere bronnen. Zolang er geen gezondheidskundige richtwaarde is te noemen, kan worden uitgegaan van de WHO World Health Organization (World Health Organization)-advieswaarden (45 dB Lden en 40 dB Lnight). Hierbij moet wel het besef zijn dat bij deze waarden nog steeds een hoog percentage ernstige hinder (10%) en ernstige slaapverstoring (11%) optreedt.
  • Maximale binnenwaarde van 33 dB Lden.

NB: Bovengenoemde waarden gaan over jaargemiddelde geluidsniveaus. Hinder van eventuele piekgeluiden wordt hiermee niet uitgesloten. Piekgeluiden zijn plotselinge harde geluiden. Ze kunnen schrikreacties en slaapverstoring veroorzaken. Zie Effecten van omgevingsgeluid op slaap, paragraaf piekgeluiden.

[1] Geluid van bedrijven/industrie wordt weergegeven in Letm. Zie Bronnen omgevinsgeluid  voor definities van verschillende geluidmaten en Industriegeluid voor verschil Letm en Lden.
[2] 
Transportgeluid wordt weergegeven in Lden met als eenheid dB (notatie zonder de A, ook al is het A-gewogen). Industriegeluid wordt tot op heden uitgedrukt met langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Lar; Lt) en het maximale niveau (LAmax): eenheid dB(A). Het gaat bij beide om dB, A-gewogen, maar de notatie is anders.

Zie ook de onderstaande paragraaf  over toepassing van deze uitgangspunten.

Ga naar:

Naast de bovengenoemde geluidsniveaus zijn de volgende punten van belang:

  • De GGD kijkt naar de blootstelling aan geluid bij gevoelige bestemmingen zoals woningen, scholen, kinderdagverblijven, verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Zie  Kwetsbare groepen.
  • De GGD gaat bij haar advisering uit van de gezondheidseffecten van geluid en niet van wettelijke normen. Ook onder deze normen kunnen gezondheidseffecten optreden, zie Gezondheidseffecten van geluid.
  • De GGD gaat bij haar advisering uit van de werkelijke geluidsniveaus, en niet van (juridisch) gecorrigeerde niveaus. In veel situaties is juridisch een aftrek mogelijk. Dat wil zeggen dat gerekend mag worden met een waarde lager dan het werkelijk niveau. Deze aftrek is in de wet opgenomen met de verwachting dat het wegverkeer in de toekomst stiller wordt. Het stiller worden van verkeer is echter tot nu toe niet gerealiseerd. Uit Beleidsdoorlichting geluid (Van Beek et al., 2015a): Maatregelen aan de bron, zoals stillere auto’s en vooral stillere banden, zijn belangrijk om op grote schaal hinder te verminderen. De internationale regelgeving stelt hiervoor normen. Tot op heden heeft dit nog niet geleid tot lagere geluidsniveaus langs wegen, terwijl hierop wel was geanticipeerd in de geluidregelgeving. In de praktijk zijn woningen daardoor aan meer geluid blootgesteld dan was beoogd en nemen de kosten voor gevelisolatie nog niet af.
  • De GGD houdt in haar advisering zo veel mogelijk rekening met het geluid van alle aanwezige geluidbronnen. Bij de beoordeling van de geluidbelasting worden meestal de afzonderlijke bronnen beoordeeld. Er zijn echter mensen die in hun woning aan meerdere bronnen worden blootgesteld, zoals de combinatie van wegverkeer en vliegverkeer of de combinatie van wegverkeer met bedrijven. Dan is er sprake van cumulatie. Deze mensen vormen een risicogroep; zij worden in werkelijkheid hoger blootgesteld dan uit de beoordeling van de afzonderlijke geluidbronnen blijkt.
    Beoordelen van het gecumuleerde geluidsniveau lost dit probleem deels op. Lastig is dat niet alle bronnen, zoals brommergeluid en stemgeluid  [3], onderdeel zijn van de Wet geluidhinder, waardoor deze in berekeningen vaak buiten beschouwing blijven. Hierdoor is het niet mogelijk om ze mee te nemen in een cumulatie. Bovendien wordt de geluidbelasting per gevel gecumuleerd. Bij blootstelling aan geluid op meerdere gevels, wordt ook bij cumulatie de blootstelling aan geluid nog steeds onderschat (Van Beek & Swart, 2015b).
    Er is nog niet veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar gecumuleerde blootstelling en effecten op de gezondheid. Het tot nu toe gepubliceerde onderzoek laat zien dat geluidhinder van verschillende bronnen samen een nog sterker effect hebben.
  • Naast een acceptabele woonomgeving (woning en directe omgeving) pleit de GGD ook voor de aanwezigheid van stille of rustige gebieden in de nabije omgeving. Deze gebieden dragen positief bij aan de gezondheid, zie Advieswaarden WHO.
  • Voor gezondheid is een waarde van 50 dB Lden en 40 dB Lnight of lager op de gevel gewenst. In een stedelijke omgeving zijn deze waarden zeer moeilijk te realiseren, zeker langs drukke wegen. Dan moet het doel altijd zijn om in elk geval zo dicht mogelijk bij deze waarden te komen, bij voorkeur door maatregelen aan de bron (stillere auto’s, minder auto’s, aanpassingen wegennet etc.) en overdrachtsmaatregelen (geluidscherm, geluidsreducerend asfalt etc.).
  • Als bron- en overdrachtsmaatregelen niet mogelijk of onvoldoende effectief zijn, zijn isolerende maatregelen gericht op een acceptabel binnenniveau noodzakelijk. Bovendien adviseert de GGD in dit geval altijd een geluidsluwe, aangename zijde: een toegankelijke, bruikbare en liefst groene en schone zijde met een geluidbelasting minder dan 50 dB Lden en 40 dB Lnight. De slaapkamers moeten zo veel mogelijk aan deze geluidsluwe zijde zijn gesitueerd. Zie Advieswaarden WHO.
  • Naast isolatie is het belangrijk dat er voldoende en bruikbare ventilatiemogelijkheden in de woning aanwezig zijn en dat de geluidproductie van eventuele mechanische ventilatiesystemen of klimaatsystemen zo laag mogelijk is (bij voorkeur lager dan de 30 dB(A) uit het Bouwbesluit).
  • Bij transformatie van bestaande gebouwen, zoals kantoren naar woningen, speelt geluid een belangrijke rol. Bespreek bij transformaties het akoestisch ambitieniveau voor geluidisolatie tussen woningen. Streef hierbij zo veel mogelijk naar de nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit. 
  • Zonder blootstelling, geen gezondheidseffecten. Beperken van de blootstelling is dus het eerste doel. Echter, een relatief hoge blootstelling aan geluid zal in een stedelijke omgeving vaak niet te voorkomen zijn. Hinder en slaapverstoring en in mindere mate ook het risico op een hoge bloeddruk en een hartinfarct, worden ook beïnvloed door factoren die niets te maken hebben met het geluidsniveau zoals geluidgevoeligheid, angst voor de bron, gevoel dat het geluid door verantwoordelijken vermijdbaar is, voorspelbaarheid, toegang tot informatie, procedurele rechtvaardigheid, geluidgeschiedenis, verwachtingen over toekomstige geluidsniveaus en tevredenheid met de leefomgeving.
    Sommige van deze factoren zijn lokaal te beïnvloeden met maatregelen zoals het goed en tijdig informeren van (toekomstige) bewoners over de geluidsituatie (nu en in de toekomst) en bewoners betrekken in de besluitvorming over mogelijke maatregelen. Zie ook Geluidshinder, factoren die de mate van hinder bepalen.

[3] Stemgeluid in de buitenlucht wordt wel in de planologische toets beoordeeld, in het kader van een ‘goede ruimtelijke ordening’ (zie Wetgeving, regelgeving en beleid). Zo moet bijv. het stemgeluid bij een nieuw sportveld worden meegenomen bij de planologische afweging i.r.t. woningen. Als het sportveld er eenmaal ligt hoeft stemgeluid niet meer te worden getoetst (wel eventuele speakers e.d.). Ruimtelijke afweging is dus dan heel belangrijk. Ook als een sportveld er al ligt en er nieuwe woningen dichterbij worden gepland.

De uitgangspunten voor de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) advisering over geluid zijn weergegeven in het onderstaande stappenplan. Dit stappenplan kan niet los gezien worden van de informatie bovenaan deze pagina.