Integrale risicobeoordeling van veranderingen in risicofactoren in de veehouderij (IRA-CDL, S/113002) Hogerwerf, drs. L. (Lenny)

Inleiding en motivatie

De meeste nieuwe besmettelijke ziekten die gedurende de laatste decennia in mensen zijn opgedoken zijn van dierlijke oorsprong (zoönosen) en gerelateerd aan menselijk handelen. Veranderingen in de maatschappij kunnen onbedoelde neveneffecten hebben op het voorkomen van zoönosen in dieren en blootstelling van mensen. Demografische, economische en maatschappelijke ontwikkelingen spelen een belangrijke rol in de voortdurende transformatie van landbouw gebieden, stedelijke gebieden en natuurlijke landschappen. Deze ontwikkelingen kunnen, direct of indirect, de mogelijkheden voor overdracht van ziekteverwekkers beïnvloeden en zo leiden tot nieuwe epidemieën. Een voorbeeld is de snel groeiende melkgeiten-industrie in Nederland waarin de zoönotische bacterie C. burnetii in geiten kon opduiken en vervolgens naar mensen kon worden overgedragen. Dit resulteerde in een Q-koorts epidemie van ongekende grootte. Dezelfde ontwikkelingen die invloed hebben op zoönosen kunnen ook effect hebben in andere domeinen, zoals duurzaamheid, milieu en (voedsel-) veiligheid. Zo kunnen ontwikkelingen in de veehouderij naast een effect op zoönosen ook invloed hebben op de waterkwaliteit, fijnstof, eutrofiëring, etcetera. Opduikende zoönotische risico’s zijn dus een onderdeel van de grotere context van (duurzame) ontwikkeling, dat over verschillende domeinen spant, en zijn daarmee notoir lastig om aan te pakken.

Doel(en) en onderzoeksvragen

Het doel van dit project is om een bijdrage te leveren aan strategieën en beleid voor het mitigeren van zoönotische risico's. In het project wordt hiervoor methodologie ontwikkeld op basis van realistische scenario’s voor ontwikkelingen binnen de veehouderij in Nederland:

  1. Methodologie om te schatten wat de kans is dat ontwikkelingen leiden tot opduikende zoönosen en wat de relatieve impact daarvan is, inclusief onzekerheden.
  2. Methodologie om risicobeoordeling voor zoönosen te integreren met risico's in andere domeinen.

Aanpak en methoden

De methodologie wordt gebaseerd op een Driving Force-Pressure-State-Exposure-Effect-Action (DPSEEA) model, waarbij het infectieziekte risico bij dieren en mensen wordt geschat terwijl rekening wordt gehouden met de agro-ecologische en sociaaleconomische context. Voor een geselecteerde ontwikkeling in de veehouderij worden vier typen zoönotische risico’s onderzocht:

  • algemeen voorkomende (zoönotische) ziekten in de veehouderij en bij mensen;
  • biologische bedreigingen die gerelateerd zijn aan globalisering en klimaatverandering;
  • nieuwe bedreigingen voor de volksgezondheid gerelateerd aan voedsel en landbouw;
  • zoönosen die vanuit een reservoir in wilde dieren overspringen naar vee en mensen.

Vervolgens worden voor dezelfde ontwikkeling in de veehouderij potentiële risico's in andere domeinen geïdentificeerd en worden methoden ontwikkeld om de risico’s in de verschillende domeinen (zoönotische risico's en anderen) met elkaar te integreren. Ten slotte zullen we een basale (semi-) kwantitatieve en multidimensionele impact maat ontwikkelen en operationaliseren die over verschillende domeinen heen gebruikt kan worden.

Verwachte resultaten

Drie soorten methodiek:

  1. DPSEEA model voor zoönotische risico’s van ontwikkelingen,
  2. geïntegreerd DPSEEA-model voor de risico's in meerdere domeinen, (3) multidimensionele maat voor impact in verschillende domeinen. De drie methoden worden toegepast op realistische scenario's van een geselecteerde ontwikkeling in de veehouderij in Nederland, samen met de betrokken belanghebbenden, beleidsmakers en strategen.

Geplande producten

Drie methodieken (zie verwachte resultaten), 6 wetenschappelijke artikelen, 4 conferentie presentaties, 1 wetenschappelijke promotie, 3 workshops met belanghebbenden, 1 expertmeeting, 1 symposium in verband met de promotie, 2 gezamenlijke workshops met de FAO Food and Agriculture Organization (Food and Agriculture Organization) in Rome.