Binnen VASCO onderzoeken we bloed op antistoffen tegen het coronavirus. Antistoffen zijn onderdeel van de afweer en het immuunsysteem, en geven aan dat iemand bescherming tegen de infectie heeft opgebouwd. Antistoffen worden aangemaakt na vaccinatie en infectie.
Veel mensen in VASCO hebben antistoffen tegen corona
In VASCO is over de tijd het aantal mensen dat antistoffen heeft tegen het coronavirus sterk gestegen. Aan het begin van het onderzoek, in mei 2021, had 42% van de 18-59 jarigen en 62% van de 60-85 jarigen antistoffen tegen het coronavirus (zie Figuur 1 linker panel). Vanaf augustus 2021 had meer dan 90% van de VASCO-deelnemers antistoffen. Dit komt met name doordat veel deelnemers gevaccineerd zijn tussen mei en juli 2021. Ruim twee en half jaar later, in februari 2024, had nog steeds 100% van de 18-59 jarige en 100% van de 60-85 jarige VASCO-deelnemers antistoffen tegen het coronavirus. Dit komt zowel door boostervaccinaties als door doorgemaakte infecties.
In VASCO meten we twee verschillende soorten antistoffen, namelijk N-antistoffen en S-antistoffen. N-antistoffen worden alleen aangemaakt na een infectie met het coronavirus en niet na vaccinatie. De aanwezigheid van N-antistoffen betekent dus dat iemand een infectie heeft doorgemaakt. Niet iedereen maakt N-antistoffen aan na een infectie; bij ongeveer 80% van de mensen met een corona-infectie worden deze antistoffen gevonden.
In mei 2021 had 17% van de 18-59 jarigen en 10% van de 60-85 jarigen N-antistoffen tegen het coronavirus (zie Figuur 1 rechter panel). Deze mensen hadden dus een corona-infectie doorgemaakt. In mei 2022 was dit percentage gestegen tot 61% bij de 18-59 jarigen en 46% bij de 60-85 jarigen. Nog een jaar later, in mei 2023, vonden we N-antistoffen bij 85% van de 18-59 jarigen en bij 79% van de 60-85 jarigen. Dit komt doordat de omikronvariant van het coronavirus veel infecties veroorzaakte vanaf januari. In februari 2024 zien we dat 93% van de 18-59 jarigen en 88% van de 60-85 jarigen N-antistoffen heeft.
In VASCO sturen deelnemers op verschillende momenten bloed op, namelijk bij de start van het onderzoek en vervolgens elke 6 maanden. Omdat de deelnemers op verschillende momenten gestart zijn, is dit voor iedereen een ander moment in de tijd. In bovenstaande analyse keken we naar het aantal deelnemers met antistoffen in het bloed ten opzichte van het aantal deelnemers die in de betreffende maand bloed hadden opgestuurd. Daardoor is het mogelijk dat het percentage af en toe daalt.
Antistoffen na vaccinatie met bivalente vaccins en XBB.1.5 vaccins
In het najaar van 2022 werd gebruik gemaakt van bivalente vaccins die gebaseerd waren op het originele virus en op de Omicron BA.1 variant. In het najaar van 2023 is een monovalent vaccin gebruikt dat gebaseerd was op de Omicron XBB.1.5 variant. In figuur 2 is per vaccin te zien hoeveel S-antistoffen er aangemaakt werden na vaccinatie. Alle drie de vaccins gaven hoge niveaus van antistoffen. In de 2-6 weken na vaccinatie waren S-antistoffen het hoogst in deelnemers die vóór vaccinatie al een infectie hadden doorgemaakt. De mediane waarde van hun antistofniveau lag tussen de ~45000 en ~52000 BAU/ml. In deelnemers zonder eerdere infectie lag de mediane waarde 2-6 weken na vaccinatie tussen de ~27000 en ~31000 BAU/ml. We zagen geen verschillen tussen deelnemers onder of boven de 60 jaar en tussen deelnemers met of zonder chronische ziekten. Zoals we bij eerdere vaccinaties zagen, neemt de hoeveelheid S-antistoffen af naarmate de vaccinatie langer geleden is.
Figuur 2. Hoeveelheid antistoffen tegen het coronavirus door vaccinatie of infectie (S-antistoffen) na vaccinatie met bivalente original/Omicron BA.1 vaccins en het XBB.1.5 vaccin. De x-as geeft het aantal weken na vaccinatie weer. Als er minder dan 10 metingen waren in een periode zijn deze resultaten niet weergegeven in de grafiek.
Boostervaccinatie zorgt voor toename niveau antistoffen
In VASCO-deelnemers was de hoeveelheid antistoffen vlak na de coronavaccinatie basisserie hoog. De mediane waarde was 3187 BAU/ml bij 18-59 jarigen en 1958 BAU/ml bij 60-85 jarigen in de eerste weken na vaccinatie (zie Figuur 3). Het gaat hier om S-antistoffen die worden aangemaakt na vaccinatie. De hoeveelheid antistoffen nam af over de tijd naar een mediane waarde van 529 BAU/ml bij 18-59 jarigen en 443 BAU/ml bij 60-85 jarigen 6 maanden na vaccinatie. In de eerste maand na de boostervaccinatie was de hoeveelheid antistoffen hoger dan vlak na de basisserie met een mediane waarde van 22352 BAU/ml bij 18-59 jarigen en 23718 BAU/ml bij 60-85 jarigen. Ook na de eerste boostervaccinatie nam de hoeveelheid antistoffen af naarmate de vaccinatie langer geleden was. De tweede, derde en vierde booster vaccinaties zorgden weer voor een toename in de hoeveelheid antistoffen naar eenzelfde niveau als vlak na de eerste boostervaccinatie.
Figuur 3. Hoeveelheid antistoffen tegen het coronavirus door vaccinatie (S-antistoffen) na de basisserie en boostervaccinatiesin VASCO-deelnemers van 18-59 jaar en 60-85 jaar. De x-as geeft het aantal dagen na vaccinatie weer. Deelnemers met een doorgemaakte infectie vóór afname van het bloed zijn niet meegenomen in deze grafiek. Als er minder dan 5 metingen waren in een periode zijn deze resultaten niet weergegeven in de grafiek.
A) Dit figuur laat de mediane hoeveelheid S-antistoffen zien in BAU/ml voor VASCO deelnemers van 18-59 jaar die de basisserie hebben gehad naar aantal dagen sinds vaccinatie. In de eerste 30 dagen na vaccinatie is de mediane hoeveelheid antistoffen hoog en deze neemt geleidelijk af naarmate vaccinatie langer geleden is.
B) Dit figuur laat de mediane hoeveelheid S-antistoffen zien in BAU/ml voor VASCO deelnemers van 18-59 jaar die de eerste boostervaccinatie hebben gehad naar aantal dagen sinds vaccinatie. In de eerste 30 dagen na boostervaccinatie is de mediane hoeveelheid antistoffen zeer hoog en deze neemt geleidelijk af naarmate vaccinatie langer geleden is.
C) Dit figuur laat de mediane hoeveelheid S-antistoffen zien in BAU/ml voor VASCO deelnemers van 18-59 jaar die de tweede boostervaccinatie hebben gehad naar aantal dagen sinds vaccinatie. In de eerste 30 dagen na boostervaccinatie is de mediane hoeveelheid antistoffen iets hoger dan na de eerste boostervaccinatie en deze neemt geleidelijk af naarmate vaccinatie langer geleden is.
D) Dit figuur laat de mediane hoeveelheid S-antistoffen zien in BAU/ml voor VASCO deelnemers van 18-59 jaar die de derde boostervaccinatie hebben gehad naar aantal dagen sinds vaccinatie. In de eerste 30 dagen na boostervaccinatie is de mediane hoeveelheid antistoffen even hoog als na de tweede boostervaccinatie en deze neemt geleidelijk af naarmate vaccinatie langer geleden is.
E) Dit figuur laat de mediane hoeveelheid S-antistoffen zien in BAU/ml voor VASCO deelnemers van 60-85 jaar die de basisserie hebben gehad naar aantal dagen sinds vaccinatie. In de eerste 30 dagen na vaccinatie is de mediane hoeveelheid antistoffen hoog en deze neemt geleidelijk af naarmate vaccinatie langer geleden is.
F) Dit figuur laat de mediane hoeveelheid S-antistoffen zien in BAU/ml voor VASCO deelnemers van 60-85 jaar die de eerste boostervaccinatie hebben gehad naar aantal dagen sinds vaccinatie. In de eerste 30 dagen na boostervaccinatie is de mediane hoeveelheid antistoffen zeer hoog en deze neemt geleidelijk af naarmate boostervaccinatie langer geleden is.
G) Dit figuur laat de mediane hoeveelheid S-antistoffen zien in BAU/ml voor VASCO deelnemers van 60-85 jaar die de tweede boostervaccinatie hebben gehad naar aantal dagen sinds vaccinatie. In de eerste 30 dagen na tweede boostervaccinatie is de mediane hoeveelheid antistoffen iets hoger dan na de eerste boostervaccinatie en deze neemt geleidelijk af naarmate boostervaccinatie langer geleden is.
H) Dit figuur laat de mediane hoeveelheid S-antistoffen zien in BAU/ml voor VASCO deelnemers van 60-85 jaar die de derde boostervaccinatie hebben gehad naar aantal dagen sinds vaccinatie. In de eerste 30 dagen na derde boostervaccinatie is de mediane hoeveelheid antistoffen even hoog als na de tweede boostervaccinatie en deze neemt geleidelijk af naarmate boostervaccinatie langer geleden is