Gerapporteerde bijwerkingen na vaccinatie in VASCO-deelnemers

Na coronavaccinatie kunnen bijwerkingen optreden als koorts, hoofdpijn en moeheid (zie ook de pagina Covid-19 vaccinaties/bijwerkingen). Binnen VASCO is in kaart gebracht hoe vaak deze klachten zijn gerapporteerd door deelnemers van de studie. Deelnemers aan VASCO is gevraagd een maand na vaccinatie een vragenlijst in te vullen. In deze vragenlijst beantwoordden zij vragen over mogelijke gezondheidsklachten na vaccinatie. Er werd apart gevraagd naar klachten rondom de prikplek (zoals pijn, roodheid of zwelling) en andere lichamelijke klachten (zoals koorts, hoofdpijn of spierpijn). Zij vulden ook in hoe ernstig de klachten waren en hoe lang de klachten duurden.

Relatie tussen bijwerkingen en antistoffen

Bijwerkingen zoals pijn op de prikplek of koorts komen regelmatig voor na COVID-19 vaccinatie. Deze worden als negatief ervaren, maar zouden ook kunnen betekenen dat het lichaam juist een goede immuunrespons opwekt. Om dit verder te bekijken onderzochten we bij ruim 28.000 deelnemers het optreden van bijwerkingen na COVID-19 vaccinatie en hun antistofwaarden voor en na vaccinatie. We zagen dat deelnemers met hogere antistofwaarden vóór vaccinatie meer kans hadden op gezondheidsklachten na vaccinatie bij de tweede en derde prik. Ook zagen we na de derde prik dat deelnemers met bijwerkingen hogere antistofniveaus hadden ná vaccinatie. Hoewel de relatie tussen bijwerkingen en antistoffen niet bij elke prik zichtbaar was zijn dit wel aanwijzingen dat het hebben van bijwerkingen na COVID-19 vaccinatie een teken is dat er een goede immuunrespons is en dat er dus bescherming wordt opgebouwd tegen (ernstige) SARS severe acute respiratory syndrome (severe acute respiratory syndrome)-CoV coronavirus (coronavirus)-2 infectie.

U kunt hier meer lezen over dit onderzoek (Engelstalig).

Bivalente en XBB.1.5 vaccins

Sinds 2022 zijn de coronavaccins aangepast aan nieuwere varianten van het coronavirus. Zo werden er tijdens de najaarscampagne van 2022 bivalente vaccins gebruikt waarin het originele coronavirus en de Omicron BA.1 variant zijn verwerkt (hierna aangeduid als ORG/OMI ozonmeetinstrument (ozonmeetinstrument) BA.1). In de najaarscampagne van 2023 werd een vaccin gegeven waarin de Omicron XBB.1.5 variant was verwerkt.

Klachten rondom de prikplek

In 31% van de vragenlijsten rapporteerden deelnemers klachten rondom de prikplek na toediening van het vaccin (Figuur 1). De meeste klachten rondom de prikplek werden gemeld na vaccinatie met de ORG/OMI BA1 vaccins (Comirnaty 40%, Spikevax 30%) en veel minder na vaccinatie met het XBB.1.5 vaccin (25%). Deelnemers onder de 60 jaar rapporteerden vaker klachten rondom de prikplek (42%) dan deelnemers boven de 60 jaar (26%). Vrouwen rapporteerden vaker (38%) klachten rondom de prikplek dan mannen (19%). De verhoudingen tussen leeftijd en geslacht waren vergelijkbaar voor de drie vaccins.

Voor ruim de helft van de deelnemers duurden de klachten rondom de prikplek maximaal 2 dagen. Deelnemers is gevraagd naar de ernst van klachten rondom de prikplek op een schaal van 1 tot 10, waarbij 1 helemaal niet ernstig en 10 heel ernstig is. Meer dan de helft (58%) van de deelnemers schaalde de klachten in op 1 of 2. De bijwerkingen werden als minder ernstig ervaren bij het XBB.1.5 vaccin (62% had een score van 1 of 2), vergeleken met de ORG/OMI BA1 vaccins (bij Spikevax had 55% een score van 1 of 2 en bij Comirnaty 56%).

Andere gezondheidsklachten na vaccinatie

Van de deelnemers gaf 24% aan last te hebben gehad van lichamelijke klachten zoals koorts, hoofdpijn of spierpijn na de vaccinatie (Figuur 2). De meeste klachten werden gemeld na vaccinatie met de ORG/OMI BA1 vaccins (Comirnaty 31%, Spikevax 20%) en minder na vaccinatie met het XBB.1.5 vaccin (18%). Deelnemers onder de 60 jaar rapporteerden vaker (33%) klachten na vaccinatie dan deelnemers boven de 60 jaar (20%). Vrouwen rapporteerden vaker (28%) klachten na vaccinatie dan mannen (19%). De verhoudingen tussen leeftijd en geslacht waren vergelijkbaar voor de drie vaccins.

Voor meer dan de helft (61%) van de deelnemers duurden de klachten maximaal 2 dagen. Bijna de helft (47%) van de deelnemers schaalde de klachten in tussen 1 en 3 en meer dan een kwart (27%) op minimaal 6.

Contact huisarts

Bij elk van de drie vaccins nam 1% van de gevaccineerde deelnemers contact op met de huisarts vanwege een mogelijke bijwerking. Vrouwen (1.3%) namen vaker contact op met de huisarts dan mannen (0.9%) en deelnemers onder de 60 jaar (1.4%) vaker dan deelnemers boven de 60 jaar (1.0%). 

Figuur 1. Gerapporteerde klachten rondom de prikplek na vaccinatie met ORG/OMI BA1 of XBB.1.5 vaccins.

A) Het percentage deelnemers dat klachten rondom de prikplek rapporteerde in de vragenlijst na elke prik.
B) De duur van de gerapporteerde klachten in aantal dagen na elke prik. 
CDe ernst van de gerapporteerde klachten op een schaal van 1 (heel mild) tot 10 (heel ernstig) na elke prik.

Figuur 2. Gerapporteerde andere gezondheidsklachten na vaccinatie met ORG/OMI BA1 of XBB.1.5 vaccins.

A) Het percentage deelnemers dat lichamelijke klachten zoals koorts, hoofdpijn of spierpijn rapporteerde in de vragenlijst na elke prik. 
B) De duur van de gerapporteerde klachten in aantal dagen na elke prik. 
CDe ernst van de gerapporteerde klachten op een schaal van 1 (heel mild) tot 10 (heel ernstig) na elke prik.

Basisserie en eerste boostervaccinaties

In de periode tussen 10 mei 2021 en 20 februari 2023 hebben 30,383 deelnemers deze vragenlijst ingevuld.

Klachten rondom de prikplek

In 41% (33%-52% per prik) van de vragenlijsten rapporteerden deelnemers klachten rondom de prikplek na toediening van het vaccin (Figuur 1). De meeste klachten rondom de prikplek werden gemeld na vaccinatie met Pfizer (43%) en Moderna (41%) en veel minder bij Janssen (32%) en AstraZeneca (28%). Klachten namen niet toe of af per prik. Deelnemers onder de 60 jaar rapporteerden vaker klachten rondom de prikplek (42%-56% per prik) dan deelnemers boven de 60 jaar (33%-42% per prik). Vrouwen rapporteerden vaker (49%) klachten rondom de prikplek dan mannen (28%).

Voor ruim de helft van de deelnemers duurden de klachten rondom de prikplek maximaal 2 dagen. Deelnemers is gevraagd naar de ernst van klachten rondom de prikplek op een schaal van 1 tot 10, waarbij 1 helemaal niet ernstig en 10 heel ernstig is. De helft van de deelnemers schaalde de klachten in tussen 1 en 2 een kwart op minimaal 4. Er waren weinig verschillen in de ernst of duur van de prikplekklachten tussen de verschillende vaccins of leeftijdsgroepen.

Andere gezondheidsklachten na vaccinatie

Van de deelnemers gaf 33% (25%-47% per prik) aan last te hebben gehad van lichamelijke klachten zoals koorts, hoofdpijn of spierpijn na de vaccinatie (Figuur 4). De meeste klachten werden gemeld na vaccinatie met het Janssen vaccin (44%) en de minste klachten na vaccinatie met AstraZeneca (20%). Voor Moderna werden bij de eerste prik relatief veel klachten gerapporteerd (64%). Dit daalde naar 44% voor de tweede prik. Deelnemers onder de 60 jaar rapporteerden vaker klachten na vaccinatie dan deelnemers boven de 60 jaar. Bij deelnemers onder de 60 jaar nam het aandeel met klachten af bij opeenvolgende prikken (52% voor de eerste prik tot 30% voor de 5e prik). Bij deelnemers boven de 60 jaar nam het percentage klachten af van 35% bij de eerste prik tot 25% bij de vijfde prik. Vrouwen rapporteerden vaker (37%) klachten na vaccinatie dan mannen (25%).

Voor ruim de helft van de deelnemers duurden de klachten maximaal 2 dagen na de eerste prik. Deelnemers is gevraagd naar de ernst van klachten op een schaal van 1 tot 10, waarbij 1 helemaal niet ernstig en 10 heel ernstig is. De helft van de deelnemers schaalde de klachten in tussen 1 en 2 en een kwart op minimaal 4. Er waren weinig verschillen in de ernst of duur van de klachten tussen de verschillende vaccins of leeftijdsgroepen.

Contact huisarts

Van alle geprikte deelnemers nam per prik maximaal 3.4% contact op met de huisarts vanwege een mogelijke bijwerking. Deelnemers onder de 60 jaar namen het vaakst contact op met de huisarts na het ontvangen van AstraZeneca (8% na de eerste prik en 6% na de tweede prik). Deelnemers van 60 jaar of ouder namen voornamelijk contact op met de huisarts na de eerste prik met Moderna (5%) of AstraZeneca (6%).

Figuur 3. Gerapporteerde klachten rondom de prikplek.

Klachten prikplek

A) Het percentage deelnemers dat klachten rondom de prikplek rapporteerde in de vragenlijst na elke prik.
B) De duur van de gerapporteerde klachten in aantal dagen na elke prik. 
CDe ernst van de gerapporteerde klachten op een schaal van 1 (heel mild) tot 10 (heel ernstig) na elke prik.

Figuur 4. Gerapporteerde andere gezondheidsklachten

Gezondheidsklachten

A) Het percentage deelnemers dat lichamelijke klachten zoals koorts, hoofdpijn of spierpijn rapporteerde in de vragenlijst na elke prik. 
B) De duur van de gerapporteerde klachten in aantal dagen na elke prik. 
CDe ernst van de gerapporteerde klachten op een schaal van 1 (heel mild) tot 10 (heel ernstig) na elke prik.