In dit deelonderzoek van het programma Veehouderij en Gezondheid Omwonenden-III deden we onderzoek naar mogelijke ziekteverwekkers bij mensen zonder longontsteking die in de buurt van geitenhouderijen wonen. 

Om beter te begrijpen waarom longontsteking vaker voorkomt in de nabijheid van geitenhouderijen zijn niet alleen patiënten met een longontsteking onderzocht, maar voerden we ook gezondheidsmetingen uit bij omwonenden zonder longontsteking. Op die manier konden we kijken wat de verschillen zijn in ziekteverwekkers tussen mensen met en zonder longontsteking. Omdat niet alle omwonenden even dicht bij een geitenhouderij wonen kon er ook gekeken worden of bepaalde ziekteverwekkers verband houden met wonen in de buurt van geitenhouderijen. Meer dan twaalf procent van de onderzochte omwonenden woont binnen 1000 meter van een geitenhouderij, terwijl ruim de helft van de mensen juist op meer dan 2000 meter woont. 

Voor dit deelonderzoek voerden de onderzoekers gezondheidsmetingen uit bij personen zonder longontsteking die in het onderzoeksgebied wonen. De onderzoekers namen bij deelnemer monsters af van slijm uit de neus- en keelholte en van het bloed. Ook vulden de deelnemers een vragenlijst in over onder andere de gezondheid en de woonsituatie. Met het verzamelde slijm brachten we de aanwezigheid van verschillende bacteriën en virussen in de neus- en keelholte in kaart. Het afgenomen bloed werd onderzocht op de aanwezigheid van antistoffen tegen bepaalde schimmels, en andere mogelijke veroorzakers van longontsteking.