Infectieziekten Bulletin, oktober 2025

Auteurs

Emma J van der Spek1 , Christine G J I van Straten1, Irene Veldhuijzen1, Liselotte van Asten1, Sierk D Marbus1, Arianne B van Gageldonk-Lafeber1 

  1. Centrum Infectieziektebestrijding RIVM

SARI severe acute respiratory infections (severe acute respiratory infections)-surveillance: zicht op ziekenhuisopnames door acute luchtweginfecties

Introductie

Tijdens de coronapandemie was de druk op ziekenhuizen enorm hoog, en de ziekenhuiscapaciteit overvraagd (1). Ook de griepepidemie begin 2025 zorgde voor extra drukte in ziekenhuizen (2,3,4). Om de ernst van verheffingen en uitbraken te kunnen duiden, zijn continue gegevens over ziekenhuisopnames vanwege luchtweginfecties belangrijk. Deze informatie biedt waardevolle inzichten voor eventuele maatregelen om overbelasting van ziekenhuizen door luchtweginfecties zoveel mogelijk te voorkomen. Dit is zowel belangrijk bij de jaarlijkse griepepidemie, als bij verheffingen van andere luchtweginfecties en –in het kader van pandemische paraatheid – bij opkomende pathogenen.  

Surveillance van luchtweginfecties

Het RIVM voert infectieziekten-surveillance uit in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De ernst van een verheffing van luchtweginfecties kan variëren van mild tot ernstig. Om dit te visualiseren voor surveillance, wordt de piramide van luchtweginfecties gebruikt (Figuur 1). Om zicht te houden op de ontwikkeling van luchtweginfecties, verzamelt het RIVM informatie uit verschillende informatiebronnen (5), zoals gegevens van huisartsen en laboratoria. Iedere week geeft het RIVM een overzicht van de actuele situatie van de aanwezigheid van luchtweginfecties in Nederland (6).  

Figuur 1. Piramide van luchtweginfecties

Surveillancekloof

Wat nog ontbrak in de surveillance, is informatie over luchtweginfecties die zo ernstig verlopen dat ziekenhuisopname nodig is. Dit zijn de zogenoemde Severe Acute Respiratory Infections (SARI). Veelvoorkomende ziekteverwekkers die SARI veroorzaken, zijn het griepvirus, coronavirus SARS severe acute respiratory syndrome (severe acute respiratory syndrome)-CoV-2, respiratoir syncytieel-virus (RSV) en de pneumokokkenbacterie.  

SARI-gegevens zijn noodzakelijk voor een compleet overzicht van de ernst en de verspreiding van luchtweginfecties en vormen een belangrijke laag in de surveillancepiramide. Ook tijdens uitzonderlijke uitbraken is dit essentiële informatie voor het maken van voorspellingen en het sturen en maken van beleid, zoals tijdens de coronapandemie is gebeurd. Om de surveillancekloof te dichten en de landelijke surveillance van respiratoire infecties te versterken, zet het RIVM op dit moment SARI-surveillance op via twee projecten:  

  • één sinds 2022 in samenwerking met de stichting Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE);
  • één sinds eind 2023 in samenwerking met de stichting Dutch Hospital Data (DHD).  

Aanpak  

SARI-definitie

Om een SARI-opname tijdig te identificeren, is informatie nodig die aan het begin van de opname wordt vastgelegd. Hiervoor worden codes gebruikt die aangeven dat een respiratoire infectie de waarschijnlijke oorzaak is van de opname, bijvoorbeeld de code ‘Virale pneumonie’. Wanneer een opname een van deze codes heeft, wordt deze gerekend tot het SARI-syndroom. Het RIVM monitort zowel de aparte codes als het gehele syndroom om afwijkingen en verheffingen in luchtweginfecties te signaleren en te duiden. Om trends in SARI nader te kunnen duiden wordt ook informatie verzameld over de meest voorkomende ziekteverwekkers, gebaseerd op data uit laboratoria. Om geen extra administratieve last voor ziekenhuizen te creëren, ontwerpt het RIVM een SARI-surveillancesysteem met automatisering van datalevering, dat gebruik maakt van gegevens die ziekenhuizen al routinematig voor de zorg registreren. Dit in tegenstelling tot de situatie tijdens de coronapandemie: toen leverde de noodzakelijke registratie van het aantal opgenomen COVID-19-patiënten wel extra administratieve last op.

Situatie zonder automatische datalevering

Verpleegafdelingen en intensivecareafdelingen (IC’s) gebruiken verschillende systemen voor opnamediagnoses. Stichting NICE is opgericht door de beroepsgroep van intensivisten en verzorgt sinds 1996 de complete registratie van IC Intensive care (Intensive care)’s – met uitzondering van kinder-IC’s – om kwaliteit van IC-zorg te monitoren en optimaliseren (7). De gegevens voor de IC’s worden geautomatiseerd uit de elektronische patiëntendossiers (EPD’s) gehaald en vervolgens maandelijks of driemaandelijks handmatig via een beveiligde upload aangeleverd aan de NICE-registratie (8).  

Stichting DHD is opgericht door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). DHD verwerkt voor alle Nederlandse ziekenhuizen de data voor de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ), waaronder opnames op zowel verpleegafdelingen als IC’s. De ziekenhuizen leveren de LBZ Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg)-data maandelijks aan. Omdat dit voor de SARI-surveillance niet tijdig genoeg is en de LBZ-registratie geen laboratoriumgegevens bevat, ontwikkelt DHD een aparte SARI-registratie met de ziekenhuizen. Voor de uitvoering van goede, sensitieve SARI-surveillance is tijdigheid namelijk essentieel. Daarom is het nodig de datastromen voor SARI-surveillance via zowel NICE als DHD te automatiseren.

Opzet surveillance

De gegevens van de datastromen van NICE en DHD verschillen en vullen elkaar aan. Via NICE zijn meer gedetailleerde gegevens beschikbaar van de IC-opname. Zowel NICE als DHD zetten samen met ziekenhuizen (near-)realtime gegevensuitwisseling op, op basis van geautomatiseerde data-extractie uit het EPD Elektronisch patiëntendossier (Elektronisch patiëntendossier ). NICE verzamelt en bundelt gegevens van de IC’s en DHD doet dit voor de verpleegafdelingen en IC's. Vervolgens ontvangt het RIVM wekelijks anonieme gegevens (Figuur 2).  

Figuur 2. Datastromen voor SARI-surveillance

SARI via NICE

SARI-patiënten op de IC worden gedefinieerd aan de hand van een selectie van APACHE-IV-diagnosecodes. Dit zijn opnamediagnosecodes, ontwikkeld voor gebruik op de IC. Voorbeelden van codes zijn ‘Bacteriële pneumonie’ en 'Pulmonaire sepsis'. Er zijn ook drie pathogeen-specifieke codes: voor influenza, SARS-CoV-2 en RSV Respiratoir Syncytieel Virus (Respiratoir Syncytieel Virus). Daarnaast zijn ook gegevens over sterfte gedurende de opname beschikbaar.

Sinds september 2025 leveren 21 van de ongeveer 70 IC-afdelingen in Nederland dagelijks hun data over het aantal SARI-opnames via een geautomatiseerde verbinding aan NICE. NICE verzamelt deze gegevens en levert ze wekelijks aan het RIVM. Het RIVM ontvangt deze IC-data geaggregeerd op provincie, leeftijd, geslacht en comorbiditeit, en gebruikt deze gegevens voor surveillance en vroegsignalering. Daarnaast publiceert het RIVM wekelijks het totale aantal SARI-opnames op de webpagina met de actuele staat van luchtweginfecties (6). In de toekomst zullen er nog meer IC’s aansluiten.

SARI via DHD

Op verpleegafdelingen worden SARI-patiënten gedefinieerd aan de hand van Diagnose-Behandelcombinatie-(DBC-)codes. Dit zijn codes ontwikkeld voor de financiële vastlegging van de zorgvraag bij opname. Voorbeelden van codes zijn ‘Pneumonie’ en ‘RSV-bronchiolitis’.  Voor de SARI-surveillance zijn naast DBC Diagnose Behandeling Combinatie (Diagnose Behandeling Combinatie)-codes ook uitslagen van laboratoriumtests voor respiratoire infecties vanuit ziekenhuislaboratoria van belang. Het RIVM zal de geanonimiseerde case-based data in de toekomst wekelijks ontvangen. Op dit moment zijn de eerste drie ziekenhuizen de data-aanlevering voor SARI-surveillance aan het opzetten en valideren. Wanneer dit goed loopt kan de surveillance verder geïmplementeerd worden.  

Toekomstvisie

Het doel is om voldoende ziekenhuizen en IC’s aan te sluiten op SARI-surveillance om een representatief beeld voor Nederland te hebben van de actuele staat van luchtweginfecties die ziekenhuisopname vereisen.  NICE en DHD zetten zich in om (meer) IC’s en ziekenhuizen aan te sluiten voor de automatische dataleveringen en RIVM zal deze data, geïntegreerd met de data uit andere respiratoire-surveillancesystemen, wekelijks rapporteren op de website.

Take away message

SARI-surveillance geeft robuuste en duurzame informatie over luchtweginfecties die zo ernstig verlopen dat ziekenhuisopname noodzakelijk is. Dit is nodig voor een goed inzicht in de ernst en verspreiding van luchtweginfecties. Dit inzicht helpt bij het vaststellen van verheffingen, het analyseren van trends en het ondersteunen van beleid. Ziekenhuizen kunnen zich door SARI-surveillance beter voorbereiden en het inzicht uit de surveillance gebruiken voor capaciteitsplanning om overbelasting van de zorg te voorkomen. Deelname aan de SARI-surveillance is vrijwillig en de medewerking van ziekenhuizen is essentieel. Samen bouwen we aan een systeem voor landelijke SARI-surveillance, met wekelijkse, geautomatiseerde en automatische datalevering.  

Bronnen

  1. NOS Nederlandse Omroep Stichting (Nederlandse Omroep Stichting). (23 oktober 2021). Nieuwe noodkreet uit ziekenhuizen, is te volle IC te voorkomen? NOS. h 

  2. NOS. (24 januari 2025). Druk in ziekenhuis, tekorten op school door griepepidemie. NOS.  

  3. NU.nl. (6 februari 2025). Griepgolf nog geen reden tot paniek, al trekken ic’s aan de bel. NU.nl.  

  4. RTL. (22 januari 2025). Ouderenafdelingen ziekenhuizen vol door griep, epidemie in zicht. RTL.nl.  

  5. Zicht houden op luchtweginfecties. (z.d.). RIVM.   

  6. Actuele situatie luchtweginfecties. (z.d.). RIVM.   

  7. Van de Klundert, N., Holman, R., Dongelmans, D. A., & de Keizer, N. F. (2015). Data Resource Profile: The Dutch National Intensive Care Evaluation (NICE) Registry of Admissions to Adult Intensive Care Units. International Journal of Epidemiology, 44(6), 1850–1850h.  

  8. Van Straten, C. G. J. I., Gaspersz, J., de Keizer, N. F., van Werkhoven, C. H., van Gageldonk-Lafeber, A. B., de Lange, D. W., Dongelmans, D. A., Bakhshi-Raiez, F., & van Asten, L. (2025). Towards robust real-time surveillance of severe acute respiratory infections: Exploring the potential of an existing national intensive care unit registry. Annals of epidemiology, 108, 47–55.