Bij een bovengrondse hoogspanningslijn hangen meestal drie bundels met draden links en drie rechts aan de mast. De sterkte van het magneetveld in de buurt van een hoogspanningslijn hangt niet alleen af van de stroom door de draden. De sterkte hangt ook af van de afstand tot de draden. En van de manier waarop de draden aan de mast zijn opgehangen. De magneetveldsterkte is het hoogst dichtbij het hart van de hoogspanningslijn. Daar ligt de veldsterkte tussen ongeveer 4 en 10 microtesla. Verder van de hoogspanningslijn neemt de magneetveldsterkte af.
In figuur 1 ziet u een voorbeeld van het verloop van de veldsterkte in de buurt van drie verschillende hoogspanningslijnen. Een van 380 kV (kilovolt) en twee verschillende lijnen van 150 kV. Voor andere hoogspanningslijnen en op andere locaties ziet het profiel er anders uit.
Figuur 1
Sla de grafiek Magneetveld en afstand over en ga naar de datatabelFiguur 1 Voorbeeld van het verband tussen de sterkte van het magneetveld en de afstand tot het hart van de lijn bij drie bovengrondse hoogspanningslijnen (bron: voorbeeldberekening RIVM, 2018)