Uit een tussentijdse evaluatie van de European Union Observatory for Nanomaterials (EUON European Union Observatory for Nanomaterials (European Union Observatory for Nanomaterials)) blijkt dat het EUON veelvuldig wordt geraadpleegd. PriceWaterhouseCooper ziet echter ook kritische verbeterpunten, en erkent dat deze door het RIVM in 2017 al zijn gesignaleerd. Het EUON is op de goede weg, al is succes op langere termijn nog niet vanzelfsprekend.

In de zomer van 2017 lanceerde het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA European Chemicals Agency (European Chemicals Agency)) de European Union Observatory for Nanomaterials (EUON) met als belangrijkste doel om transparantie over het gebruik en de veiligheid van nanomaterialen te bevorderen. Bestaande betrouwbare informatie over nanomaterialen die in de EU Europese Unie (Europese Unie) op de markt zijn gebracht wordt objectief verzameld op één plek en op een duidelijke en begrijpbare manier beschikbaar gemaakt voor het brede publiek (zie KIR-Nano Signaleringsbrief 2017, nummer 2).

Adviesbureau PricewaterhouseCoopers (PWC) heeft in opdracht van ECHA een tussenevaluatie uitgevoerd van de EUON European Union Observatory for Nanomaterials (European Union Observatory for Nanomaterials). Daarbij is gelet op doeltreffendheid, coherentie, bruikbaarheid en toegevoegde waarde voor de EU. Zowel partnerorganisaties als het algemeen publiek hebben gelegenheid gehad een enquête in te vullen. De conclusies van PWC op doeltreffendheid, coherentie, bruikbaarheid en toegevoegde waarde voor de EU zijn:

Doeltreffendheid
Het doel om betrouwbare informatie te bieden over de markt- en veiligheidsaspecten van nanomaterialen op de Europese markt is bereikt. Er is echter ook kritiek:

  • Er is nog onvoldoende informatie over de veiligheid van nanomaterialen.
  • De aangeboden informatie wordt niet goed actueel gehouden.
  • De informatie sluit niet zo goed aan bij de informatiebehoefte van het algemene publiek.

PWC adviseert dan ook de website frequenter te actualiseren en duidelijker het onderscheid te maken tussen informatie voor niet-deskundigen en deskundigen. Informatie voor het algemene publiek moet prominenter onder de aandacht worden gebracht.

Coherentie
De EUON bevat weinig specifieke informatie over de resultaten van Europese onderzoeksprojecten die in het kader van het 7e Kaderprogramma en Horizon 2020 door de Europese Commissie zijn gefinancierd.

Bruikbaarheid
Om te toetsen in hoeverre de EUON tegemoet komt aan wensen van gebruikers, heeft PWC naar de bruikbaarheid van twee wetenschappelijke studies gevraagd (een kritisch onderzoek en een literatuurstudie), die in opdracht van EUON zijn uitgevoerd en door EUON zijn gepubliceerd. Uit de evaluatie bleek dat deze als relevant en bruikbaar worden beoordeeld, maar niet goed onder de aandacht zijn gebracht. Op de vraag of ze de EUON zouden aanbevelen antwoord 78% van de respondenten positief, hetgeen door PWC als een indicatie van bruikbaarheid van de EUON wordt gezien. Gevraagd naar verbeterpunten, geven respondenten aan dat de EUON prioriteit moet geven aan de integratie van gegevens die via REACH Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals) beschikbaar komen.
PWC constateert verder dat meetbare indicatoren en doelstellingen voor de toekomst nodig zijn voor een betere traceerbaarheid van de voortgang van het EUON-project en een betere beoordeling van zowel de effectiviteit als de (kosten)efficiëntie van het project.

Toegevoegde waarde voor de EU
De meerwaarde bestaat voornamelijk uit het verzamelen en verspreiden van objectieve informatie over nanomaterialen. Hierdoor kunnen deskundigen op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen en kunnen minder-deskundigen in staat worden gesteld om kennis over nanomaterialen te vergaren. Voor het brede publiek lijkt echter ECHA’s website “Chemische stoffen in ons dagelijks leven” beter toegankelijk dan de EUON, hetgeen pleit voor een beter stroomlijnen van de informatie op beide websites.
Zonder de EUON ontbreekt het aan een betrouwbare en transparante bron van informatie over nanomaterialen in de EU. Als kritische noot merkt PWC op dat de informatievoorziening van de EUON beperkt wordt door de afhankelijkheid van datamanagement en datacontrole in de onderliggende bronnen. Het integreren van informatie uit nationale registers wordt bijvoorbeeld bemoeilijkt doordat deze informatie slechts beperkt openbaar wordt gemaakt. Verder zijn de (financiële) middelen van de EUON beperkt.

RIVM/KIR kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie (kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie)-overweging: Uit deze tussentijdse evaluatie van PWC blijkt dat de EUON door gebruikers over het algemeen goed wordt ontvangen. De website brengt beschikbare informatie over nanomaterialen en nanoproducten op de Europese markt op een overzichtelijke plek samen.
De kritiek en aanbevelingen die PWC doet om het EUON te verbeteren, komen grotendeels overeen met die uit het rapport van KIR-nano uit 2017. Daarin zijn de (mogelijke) consequenties van het inrichten van een ‘nanomaterials observatory’ bij ECHA verkend, op verzoek van de Interdepartementale Werkgroep Risico’s van Nanomaterialen van de Nederlandse overheid (IWR). PWC erkent ook deze overeenkomst in aanbevelingen in het evaluatierapport van de EUON.

KIR-nano concludeerde in 2017 dat de doelstellingen van de EUON, onder voorwaarden gehaald konden worden Die voorwaarden waren o.a. een update van de REACH-Bijlagen, een geharmoniseerde en eenduidige EU-definitie van nanomaterialen en (financiële) toekomstige inzet van de EC European Commission (European Commission). Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan dan is het voor de EUON moeilijk om relevante gegevens beschikbaar te maken, waardoor de onzekerheden over de veiligheid van nanomaterialen eerder toenemen dan verminderen.

Aan de eerste voorwaarde is inmiddels voldaan. De informatievereisten voor nanomaterialen zijn sinds 2018 opgenomen in de REACH-Bijlagen (van kracht vanaf 1 januari 2020). Toch moeten voor een goede uitwerking van deze informatievereisten, de ECHA Guidance en testrichtlijnen van OESO Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) nog worden aangepast. Op korte termijn zal de REACH-aanpassing dus vooral meer inzicht geven over welke nanomaterialen op de markt zijn en minder over de gevaarseigenschappen.

Een andere belangrijke verbetering is de recent beschikbaar gekomen tool waarmee binnen de EUON gezocht kan worden naar (informatie over) specifieke nanomaterialen. Aan de andere door KIR-nano genoemde voorwaarden is (nog) niet voldaan. Hierbij zal het ontbreken van een eenduidige definitie waarschijnlijk minder impact hebben dan het ontbreken van (financiële) ondersteuning van de EC. Om de effectiviteit en de efficiëntie van de EUON goed te kunnen monitoren in de toekomst zijn meetbare indicatoren en doelstellingen nodig, bijvoorbeeld op het gebied van kwaliteitsgarantie van de geboden informatie, of het versterken van links met (andere) informatievoorzieners.

Kortom, de EUON lijkt op de goede weg, maar er is zeker nog ruimte voor verbetering in de nabije toekomst, niet in de laatste plaats in het (financieel) zeker stellen van die toekomst.