De overheid biedt binnen het Nationaal Programma Bevolkingsonderzoek negen verschillende bevolkingsonderzoeken aan. Zes van deze screenings worden tijdens de zwangerschap of net na de geboorte aangeboden. De andere drie zijn de bevolkingsonderzoeken naar kanker (baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker).

Overzicht van de verschillende bevolkingsonderzoeken en screeningen waar iemand in zijn leven aan mee kan doen

Screeningen tijdens de zwangerschap

Tijdens de zwangerschap kan de zwangere meedoen aan verschillende bevolkingsonderzoeken

Tijdens de zwangerschap wordt het bloed van de zwangere onderzocht op 3 infectieziekten, bloedgroepen en bloedgroepantistoffen.
De 13 wekenecho en 20 wekenecho zijn onderzoeken naar lichamelijke afwijkingen bij het ongeboren kind. De NIPT is een bloedtest die onderzoekt of een kind down-, edwards- of patausyndroom heeft.


 

Screeningen bij pasgeborenen

Na de geboorte kan een baby meedoen aan de hielprik- en gehoorscreening

Vlak na de geboorte zijn er de hielprik en de gehoorscreening. Er worden een paar druppels bloed uit de hiel van de baby onderzocht op bepaalde ziekten. De gehoorscreening onderzoekt of een baby goed kan horen. 

Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Vrouwen tussen de 30 en 60 jaar kunnen meedoen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker.

Alle vrouwen tussen 30 en 60 jaar krijgen een uitnodiging om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker.

Bevolkingsonderzoek borstkanker

Vrouwen tussen de 50 en 75 jaar kunnen meedoen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker

Alle vrouwen tussen de 50 en 75 jaar kunnen meedoen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker.

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Alle mannen en vrouwen tussen de 55 en 75 jaar kunnen meedoen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker

Alle mannen en vrouwen tussen de 55 en 75 jaar kunnen meedoen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker.