Sinds maart 2020 onderzoekt het RIVM het naleven van de gedragsregels die vanwege de coronapandemie gelden. Op dit moment (juni 2022) gelden er geen gedragsregels meer, maar er is nog wel een aantal adviezen om de verspreiding van het coronavirus te beperken. Volgen mensen de hygiëneadviezen en het advies om te testen en in quarantaine te gaan bij een positieve coronatest? Op deze pagina staan de resultaten van de twintigste ronde van het vragenlijstonderzoek op het thema 'naleven gedragsregels'.

  • De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
  • Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip, zoals ‘de vaccinatiegraad’ in juli 2021, kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample hebben geworven en gewogen. We beoordelen deze afwijkingen elke ronde t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die blijken beperkt (0 - 10 procentpunt). Waar deze verschillen wel duidelijk aanwezig zijn, geven we dit aan.

Het gedragsonderzoek van meetronde 20 laat zien dat de meeste hygiëneadviezen nog altijd goed worden nageleefd. De deelnemers geven aan in de week voorafgaand aan het onderzoek in 78% van de uitgevraagde situaties geen handen te hebben geschud. Wanneer het nodig was om handen te wassen, deden de deelnemers dat in 71% van de situaties. Als deelnemers moesten hoesten of niezen, deden zij dat in 68% van de gevallen in de elleboog. In 49% van de situaties hielden de deelnemers 1,5 meter afstand van anderen en 51% van de deelnemers zorgt voor voldoende frisse lucht in de woning. Verderop op deze pagina staat meer over de naleving van de verschillende gedragsadviezen.

Het naleven van een gedragsadvies hangt vooral sterk samen met het draagvlak voor dat gedragsadvies en hoe moeilijk of makkelijk het is om je aan het advies te houden. De mening over de aanpak van de Nederlandse overheid, het vertrouwen in de corona-aanpak van de overheid en in hoeverre mensen zien dat in hun omgeving een advies wordt nageleefd spelen in mindere mate een rol. Dit blijkt uit de verdiepende analyses.

Opvolgen gedragsregels

Sla de grafiek Houden mensen zich aan de gedragsadviezen over en ga naar de datatabel

(1) % aantal keren; (2) % van deelnemers

* dit is geen basisadvies meer, maar kan er wel voor zorgen dat het virus zich minder snel verspreidt

Veranderingen in het houden aan de gedragsadviezen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is de naleving van de hygiëneadviezen voor een groot deel gelijk gebleven. Het aantal situaties waarin deelnemers geen handen schudden is wel sterk afgenomen (afname van 14 procentpunt). Ook wordt door de deelnemers in verschillende situaties minder vaak 1,5 meter afstand gehouden (afname van 9 procentpunt). Het percentage deelnemers dat zorgt voor voldoende frisse lucht in de woning is met 20 procentpunt sterk toegenomen. Mogelijk komt dit door de hogere buitentemperatuur. 

Verandering in het houden aan de gedragsregels

Sla de grafiek Verandering in het houden aan de gedragsadviezen over en ga naar de datatabel

(1) % aantal keren, (2) % van deelnemers

*  dit was in ronde 20 geen basisadvies meer, maar kan er wel voor zorgen dat het virus zich minder snel verspreidt 

De deelnemers hebben vragen beantwoord over de ventilatie van hun woning. Driekwart van de deelnemers (75%) gaf aan dat zij dagelijks twee keer of vaker de ruimtes in huis waar zij de meeste tijd doorbrachten, minimaal een kwartier hebben doorgelucht door deuren of ramen wijd open te zetten. Van de deelnemers die minimaal 2x gelucht hebben op een dag, gaf 38% aan dat zij de hele dag deuren of ramen wijd open hadden. 63% van de deelnemers gaf aan dat ze meestal tot altijd een raam of ventilatierooster open hadden in de ruimte waar ze het meeste waren. 

Aan de deelnemers die bezoek in hun huis hebben ontvangen is gevraagd of zij voor, tijdens en na het bezoek hebben gezorgd voor voldoende frisse lucht in de woning. Van de deelnemers die bezoek ontvingen had 40% de woning minimaal een kwartier goed doorgelucht voordat het bezoek kwam, 57% van de deelnemers ventileerde tijdens het bezoek door een raam of ventilatierooster open te houden en 43% van de deelnemers heft na het bezoek de woning minimaal een kwartier goed laten doorluchten.

Om een cijfer te presenteren voor het houden aan het advies ‘zorg voor voldoende frisse lucht’ is een combinatie gemaakt van het meestal of altijd open hebben van een raam of ventilatierooster én minimaal twee keer per dag doorluchten. Het percentage deelnemers dat zich hieraan hield is 51%. 

Veranderingen in ventileren

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat voldoende ventileerde toegenomen met 20 procentpunt.

Aan de deelnemers is gevraagd om in te schatten hoe vaak ze hun handen wasten in situaties waarvoor dat werd geadviseerd. Zij wasten gemiddeld in 71% van de situaties hun handen. In 36% van de gevallen wasten de deelnemers hun handen nauwgezet en tenminste 20 seconden met water en zeep (cijfer niet in figuur). Het aantal deelnemers dat aangaf vaker dan 10 keer per dag hun handen te hebben gewassen is 27% (cijfer niet in figuur).

Veranderingen in het handen wassen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat hun handen waste gedaald voor 4 van de 6 voorgelegde situaties: voor het naar buiten gaan (4 procentpunt), bij het thuiskomen (6 procentpunt), bij het op bezoek gaan (8 procentpunt) en na het snuiten van de neus (4 procentpunt). Het percentage deelnemers dat hun handen waste voor het eten of na toiletbezoek is gelijk gebleven.

Op dit moment is het advies om met een zelftest te testen op het coronavirus. Bij een positieve zelftest is geen bevestigingstest bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) meer nodig. Alleen specifieke doelgroepen worden nog geadviseerd om zich te laten testen bij de GGD. In de afgelopen zes weken heeft 29% van de deelnemers een zelftest gedaan. Van hen deed 55% dat vaker dan één keer. Dit is veel minder dan in de vorige meetronde, toen had 66% van de deelnemers een zelftest gedaan. Jongere deelnemers gebruiken vaker zelftesten dan oudere deelnemers. Het verschil tussen de oudste en de jongste leeftijdscategorie is 23 procentpunt.

Van alle deelnemers heeft 4% zich in de afgelopen 6 weken laten testen, bijvoorbeeld bij de GGD of een commercieel testbedrijf. Van de mensen die zich lieten testen, deed 33% dat meer dan één keer. 

Van alle deelnemers die zelf hebben getest of zich hebben laten testen, had 10% een positieve uitslag. Dit is een flinke daling ten opzichte van vorige ronde, toen had 24% een positieve uitslag. 88% van de deelnemers met een positieve uitslag heeft daarna zelf zijn of haar contacten gewaarschuwd. 

Verandering in het testen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Sinds de zelftesten beschikbaar kwamen in meetronde 12, is het gebruik ervan steeds toegenomen. In deze meetronde is het gebruik van zelftesten onder alle leeftijdsgroepen voor het eerst sterk gedaald ten opzichte van de vorige meetronde (37 procentpunt). 

Als je klachten hebt die horen bij het coronavirus, is het advies om een zelftest te doen. Volgens het huidige testbeleid is het niet meer nodig om je te laten (her)testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Alleen specifieke doelgroepen worden nog geadviseerd om zich te laten testen bij de GGD. Het gaat dan om zorgmedewerkers, inwoners van een verpleeghuis of andere instelling met kwetsbare personen, mensen die thuis wonen en naar de dagbesteding gaan, mensen die geen zelftest kunnen afnemen en mensen die een herstelbewijs nodig hebben. Van de mensen die hebben deelgenomen aan meetronde 20, heeft 33% nu klachten of in de afgelopen 6 weken klachten gehad die kunnen wijzen op een besmetting met het coronavirus.  

87% had toen de klachten begonnen al een zelftest in huis. Voor 57% van de deelnemers met klachten zijn de klachten (waarschijnlijk) niet gerelateerd aan een onderliggende aandoening. Van hen heeft 65% een coronatest gedaan vanwege de klachten. De meerderheid van de deelnemers met klachten (59%) deed alleen een zelftest, 2% liet zich testen bij de GGD en 4% deed eerst een zelftest en liet zich daarna testen bij de GGD. 

Ook na het aangepaste testbeleid, koos een klein deel van de deelnemers met klachten nog wel voor een test bij de GGD. De meest genoemde redenen hiervoor zijn: om een herstelbewijs te krijgen, om de positieve uitslag van de zelftest te bevestigen (onder deelnemers die eerst een zelftest deden), en omdat ze zelftesten minder betrouwbaar vinden (onder deelnemers die niet eerst een zelftest deden).
Een derde van de deelnemers deed geen (zelf)test bij klachten. De meest genoemde redenen die deelnemers gaven om niet te testen zijn: omdat ze alleen milde klachten hadden (32%) en omdat ze dachten dat de kans dat ze met corona besmet waren klein is (19%).

Verandering in testen bij klachten

In de periode vlak voor meetronde 12 (mei 2021) kwamen zelftesten beschikbaar. In de meetrondes daarna was (bij deelnemers voor wie klachten (waarschijnlijk) niet komen door een onderliggende aandoening) te zien dat de verhouding tussen testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) en zelftesten verschoof: er werd steeds minder getest bij de GGD en er werden steeds meer zelftesten afgenomen. In totaal heeft in de huidige meetronde 65% van de deelnemers een coronatest gedaan bij klachten (heeft een zelftest gedaan of heeft zich laten testen): dat is 23 procentpunt lager dan vorige ronde.

Ook voor kinderen geldt het advies een zelftest te doen als zij klachten hebben die passen bij het coronavirus. Als het afnemen van een zelftest bij een kind lastig is of het kind het niet prettig vindt, mag er ook gekozen worden voor een test bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Kinderen tot en met 4 jaar hoeven alleen getest te worden als ze zware klachten hebben, zoals koorts of benauwdheid.

Van de deelnemers met thuiswonende kinderen gaf 46% aan dat één van hun kinderen op dat moment of in de afgelopen zes weken klachten had. Wanneer ouders meerdere kinderen met klachten hadden, is aan hen gevraagd om de vragen over testen in te vullen over het oudste kind met klachten. Van deze kinderen met klachten voor wie een testadvies gold is in totaal 54% getest. Van de kinderen met klachten liet 1% zich testen bij de GGD (of de test is al gepland), 1% deed eerst een zelftest en daarna een test bij de GGD, 52% deed alleen een zelftest. 

Verandering in testen bij klachten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het aantal kinderen dat bij klachten een coronatest doet, is in de huidige meetronde sterk afgenomen (39 procentpunt) ten opzichte van vorige meetronde. Het percentage kinderen dat een zelftest deed is gestegen met 24 procentpunt. 

Bij thuisquarantaine of isolatie is het advies om thuis te blijven (met als uitzondering je eigen buitenruimte zoals tuin of balkon) en geen bezoek te ontvangen (medisch bezoek uitgezonderd). Als je een positieve coronatest hebt ontvangen, is het advies om in isolatie te gaan. Ook geldt er een quarantaineadvies als je klachten hebt die bij het coronavirus horen. Dit quarantaineadvies geldt tot de testuitslag bekend is. Als de uitslag negatief is, eindigt het quarantaineadvies.  

Klachten die bij het coronavirus passen

75% van de deelnemers die klachten had, geeft aan geen bezoek te hebben gehad tijdens het quarantaineadvies. 52% geeft aan helemaal niet naar buiten te zijn geweest en 10% geeft aan alleen naar buiten te zijn geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten.

Positieve testuitslag

Van de deelnemers die zich in de afgelopen 6 weken lieten testen, had 10% een positieve uitslag. Van de deelnemers die in de afgelopen 6 weken een positieve testuitslag hebben ontvangen, geeft 56% aan helemaal niet naar buiten te zijn geweest tijdens de isolatieperiode. 30% is alleen naar buiten geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten. 96% van de deelnemers met een positieve test geeft aan geen bezoek te hebben ontvangen.

Veranderingen in naar buiten gaan bij klachten en na een positieve test

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In de berekening zijn zowel deelnemers meegenomen die tijdens het invullen van de vragenlijst klachten hadden, als deelnemers die in de afgelopen zes weken klachten hebben gehad. In de huidige meetronde is het percentage deelnemers met klachten dat zich aan het quarantaineadvies hield iets gedaald (5 procentpunt). Ook het percentage dat geen bezoek ontving is gedaald sinds de vorige meetronde (15 procentpunt) en ligt op het laagste punt sinds de herfst van 2020 (cijfers niet in figuur).

Het percentage deelnemers dat helemaal niet naar buiten gaat bij een positieve testuitslag is sinds vorige meetronde iets toegenomen, met 6 procentpunt. Het percentage deelnemers dat alleen naar buiten is geweest om een frisse neus te halen of de hond uit te laten is met 9 procentpunt afgenomen. Dat betekent dus dat meer mensen om een andere reden naar buiten gingen, bijvoorbeeld om boodschappen te doen. Het percentage deelnemers dat geen bezoek ontvangt na een positieve test is stabiel hoog (96%; cijfers niet in figuur).

Redenen om uit huis gegaan

Voor de mensen met een positieve test is de belangrijkste reden om naar buiten te gaan een frisse neus halen (29%), of om de hond uit te laten (9%). Van de deelnemers met een positieve test is 1% naar buiten gegaan om te werken.

Voor de deelnemers met coronagerelateerde klachten zijn een frisse neus halen en boodschappen doen de belangrijkste redenen om naar buiten te gaan tijdens het quarantaineadvies. Van de deelnemers waarbij de klachten (waarschijnlijk) niet komen door een onderliggende aandoening ging 29% naar buiten om een frisse neus te halen en ook 29% om boodschappen te doen. Een op de vijf (19%) ging naar buiten om te werken en 1% om een zelftest te kopen.

Bezoek ontvangen

In de huidige meetronde waren er geen beperkingen aan het aantal bezoekers dat geadviseerd werd thuis maximaal te ontvangen. De grote meerderheid van de deelnemers die bezoek hebben gehad, heeft desondanks niet meer dan vier bezoekers tegelijk ontvangen (89%). Dit percentage is iets lager dan in de vorige meetronde (93%). 

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat minimaal 1 keer bezoek heeft ontvangen in de week voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst toegenomen met 7 procentpunt tot 67%. 

Naar buiten gaan

In de week voor het invullen van de vragenlijst gingen de deelnemers gemiddeld 17 keer naar buiten (cijfer niet in figuur). Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van meetronde 19 - toen veel maatregelen ook al versoepeld waren –  is het gemiddeld aantal keer dat de deelnemers naar buiten gingen iets gestegen. 

Meer deelnemers gingen de deur uit voor een feestje (toename van 12 procentpunt), voor bezoek aan familie of vrienden (toename van 8 procentpunt), voor horecabezoek (toename van 8 procentpunt) of voor het bezoeken van een culturele instelling (toename van 6 procentpunt). Voor de overige situaties zijn de percentages gelijk gebleven. 

 Het houden van 1,5 meter afstand was tijdens de invulperiode van meetronde 20 niet meer verplicht, maar het blijft wel een veilig afstand. De mate waarin deelnemers 1,5 meter afstand houden van anderen wisselt per situatie. In situaties buiten (frisse neus halen, rondje fietsen of hardlopen) rapporteerde 55% van de deelnemers dat anderen zelden tot nooit dichtbij kwamen. 

De drie situaties waarin anderen het minst vaak afstand hielden, waren op het werk (9%), bij feestjes zoals verjaardagen/bruiloften (10%) en bij het boodschappen doen (11%). Van de deelnemers die op hun werk geen 1,5 meter afstand hielden, was dat bij 64% niet mogelijk, bijvoorbeeld door werk in de zorg.
 

Verandering in afstand houden

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde is voor alle situaties een daling te zien in het percentage deelnemers dat afstand  hield. Voor vier situaties is deze daling meer dan 10 procentpunt. De grootste daling (17 procentpunt)is te zien bij buitenactiviteiten (zoals met kinderen buitenspelen, frisse neus halen, rondje fietsen of hardlopen) gevolgd door zorgen voor iemand (11 procentpunt), tijdens bezoek aan of van vrienden of familie (10 procentpunt) en het bezoeken van een horecagelegenheid (ook 10 procentpunt).

Tijdens meetronde 20 gold er geen thuiswerkadvies meer. Aan deelnemers is nog wel gevraagd of zij thuis konden werken en in hoeverre zij dat nog deden. Van de deelnemers die werk hebben, gaf 74% aan (deels) thuis te hebben kunnen werken. 45% daarvan werkte minimaal de helft van de werkuren thuis. Het percentage deelnemers dat alle werkuren thuiswerkte is 16% (dit was vorige meetronde 24%) en 21% werkte geen van de werkuren thuis (vorige ronde 18%, cijfers niet in figuur). 

Veranderingen in het thuiswerken

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Aan het begin van de coronapandemie gold het advies om zoveel mogelijk thuis te werken. Het specifieke thuiswerkadvies is gedurende de pandemie vaak aangepast (zie ook de tijdlijn van coronamaatregelen) en tijdens de huidige meetronde (20) gold geen thuiswerkadvies meer. Onder de deelnemers die thuis konden werken, is het percentage thuis gewerkte werkuren ten opzichte van de vorige meetronde gedaald tot 46% (afname van 7 procentpunt).

De vragenlijst van meetronde 20 is afgenomen tussen 8 en 12 juni 2022. Sinds de vorige meetronde (9-13 maart 2022) zijn alle coronamaatregelen komen te vervallen. Er is geen thuiswerkadvies meer, en na een positieve zelftest is geen bevestiging bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) meer nodig. Er gelden nog wel adviezen om verdere verspreiding van het coronavirus te beperken, zoals: hygiëne-adviezen, thuisblijven en (zelf)testen bij klachten, in isolatie gaan na een positieve (zelf)test en vaccineren. De veranderingen in maatregelen zijn terug te vinden in de tijdlijn van coronamaatregelen. Vanwege de andere fase van de pandemie en het afschalen van de maatregelen, wordt het vragenlijstonderzoek na ronde 19 eens per kwartaal uitgevoerd in plaats van zeswekelijks.

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei 2020 | Ronde 3: 27 mei - 1 juni 2020 | Ronde 4: 17-21 juni 2020 | Ronde 5: 8-12 juli 2020 | Ronde 6: 19-23 augustus 2020 | Ronde 7: 30 september - 4 oktober 2020 | Ronde 8: 11-15 november 2020 | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari 2021 | Ronde 11: 24-28 maart 2021 | Ronde 12: 5-9 mei 2021 | Ronde 13: 16-20 juni 2021 | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus 2021 | Ronde 15: 8-12 september 2021 | Ronde 16: 20-24 oktober 2021 | Ronde 17: 24-28 november 2021 | Ronde 18: 19-23 januari 2022 | Ronde 19: 9-13 maart 2022 | Ronde 20: 8-12 juni 2022