Om meer inzicht te krijgen in de algemene gezondheid van volwassenen tijdens de coronaperiode, vroegen we hoe zij hun gezondheid ervaren en hoeveel vertrouwen ze hebben in de toekomst. De resultaten die we hieronder bespreken komen uit het vierde en vijfde kwartaalonderzoek (juni en september 2022). Het kwartaalonderzoek is onderdeel van het Gezondheidsonderzoek COVID-19.
Meerderheid van de volwassenen ervaart goede gezondheid
De meting van september 2022 laat zien dat 78% van de volwassenen een (zeer) goede gezondheid ervaarde. Verder gaf 18% aan dat het ‘wel gaat’ met hun gezondheid en 4% ervaarde een (zeer) slechte gezondheid. Het percentage volwassenen dat hun gezondheid goed of zeer goed vindt, nam iets toe tussen maart en september 2022 (zie de grafiek hieronder).
We onderzochten op basis van demografische gegevens welke groepen een grotere kans hebben om hun gezondheid als (zeer) slecht te beoordelen. De grootste kans ligt bij volwassenen die nog last hadden van een corona-gerelateerde meegemaakte gebeurtenis, gevolgd door volwassenen die alleen wonen. Ook sociale activiteiten zijn belangrijk voor ervaren gezondheid. Volwassenen die de afgelopen 7 dagen geen sociale activiteiten hadden ondernomen, hadden meer kans om hun gezondheid (zeer) slecht te vinden.
Minder vertrouwen in de toekomst
Na een stijging in het percentage mensen dat aangeeft (veel) vertrouwen in de toekomst te hebben tussen maart (45%) en juni (51%) is er in de laatste peiling in september een daling te zien (44%) (zie grafiek). In september had 42% matig tot redelijk vertrouwen. Daarnaast zei 14% weinig tot geen vertrouwen te hebben in de toekomst.
Volwassenen die nog last hadden van een meegemaakte gebeurtenis en volwassenen die alleen wonen hebben meer kans om weinig tot geen vertrouwen in de toekomst te hebben. Ook het ontbreken van fysiek of online sociaal contact in de 7 dagen voor het invullen van de vragenlijst vergrootte de kans op het hebben van weinig tot geen vertrouwen in de toekomst.