Het RIVM neemt elk jaar watermonsters bij de deelnemende bedrijven in het LMM (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) om te onderzoeken hoeveel nitraat er in het uitspoelingswater en het oppervlaktewater terecht komt. Een deel van de stikstof uit mest kan als nitraat in het uitspoelingswater of het oppervlaktewater terecht komen. We noemen dit uit- en afspoeling. De mate waarin dit gebeurt is afhankelijk van allerlei factoren, zoals de grondsoort en de weersomstandigheden. Hoe dit werkt, leest u op de pagina met meer informatie over stikstof in bodem en water. Op deze pagina leest u meer over hoe we de waterkwaliteit beoordelen.
Uitleg uitspoelingswater
Uitspoelingswater is het water dat uitspoelt uit de wortelzone. Uitspoeling vindt plaats door regen- en/of irrigatie.
De wortelzone is de bovenste grondlaag waarin zich het overgrote deel van de plantenwortels bevindt.
Waterkwaliteit beoordelen
Om de waterkwaliteit te beoordelen, kijken we in het LMM (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) niet alleen naar stikstof en nitraat. We meten bijvoorbeeld ook de concentraties fosfor. Fosfor is ook een voedingsstof in mest, die kan achterblijven in de bodem of kan uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater. Teveel fosfor in water en bodem kan ook schadelijk zijn voor het milieu. Lees meer over fosfor in bodem en water.
Daarnaast meten we in het LMM nog allerlei andere variabelen die een beeld geven van de waterkwaliteit, zoals zware metalen, geleidbaarheid, pH en opgelost koolstof.
Een team van onderzoekers analyseert de gegevens die we in het LMM verzamelen en rapporteert hierover voor verschillende doeleinden. Lees meer hierover bij Hoe worden de resultaten van het LMM gebruikt?