Rodehond of rubella wordt veroorzaakt door het rubellavirus, dat alleen bij mensen voorkomt. Besmetting vindt plaats via druppeltjes in de lucht, bijvoorbeeld bij hoesten en niezen.
Wat is rodehond?
Rodehond is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door het rodehondvirus. Het wordt overgedragen door besmette druppeltjes vocht die rodehondpatiënten uitademen, niezen of hoesten. Rodehond kan zeer ernstige, aangeboren afwijkingen veroorzaken.
Ziekteverschijnselen rodehond
Rodehond begint vaak met wat algemene ziekteverschijnselen zoals lichte koorts, moeheid, neusverkoudheid en lichte oogontsteking. Hierna komt er een rode huiduitslag. De uitslag zit vooral achter de oren, in het gezicht en in de nek. De ziekte verloopt meestal erg mild en vaak met weinig koorts. Ongeveer de helft van de patiënten met rodehond heeft géén huiduitslag. Soms kan rodehond leiden tot een tekort aan bloedplaatjes, hersenontsteking of gewrichtsontsteking.
Wanneer een zwangere vrouw rodehond doormaakt kan dit een spontane miskraam of zeer ernstige aangeboren afwijkingen bij de baby veroorzaken. Dit laatste heet het congenitaal rubella syndroom (CRS (congenitaal rubella syndroom)).
Besmetting en preventie
Het rodehondvirus wordt overgedragen door besmette druppeltjes vocht die patiënten met rodehond uitademen, niezen of hoesten. Een patiënt met rodehond is al één week voordat de symptomen beginnen besmettelijk. Rodehond kan voorkómen worden door vaccinatie. Van 1974 tot 1987 werd rodehondvaccinatie via het Rijksvaccinatieprogramma aangeboden aan meisjes om aangeboren afwijkingen bij baby’s veroorzaakt door het rodehondvirus te voorkomen. Sinds 1987 wordt rodehondvaccinatie aangeboden aan alle kinderen in Nederland. In Nederland wordt de vaccinatie tegen rodehond aangeboden aan kinderen van 14 maanden en 9 jaar. Het rodehondvaccin zit in een combinatievaccin (de BMR (bof, mazelen,rodehond)). Dit vaccin beschermt ook tegen bof en mazelen.
Hoe vaak komt rodehond voor in Nederland?
Sinds de invoering van rodehondvaccinatie komt de ziekte veel minder voor, doorgaans minder dan 5 gevallen per jaar. Onder bevolkingsgroepen die zich niet laten vaccineren, breken echter van tijd tot tijd nog epidemieën uit. De rodehond-epidemie van 2004/5 was voornamelijk onder niet gevaccineerde, orthodox protestante schoolkinderen. Tijdens deze epidemie werden 32 zwangeren besmet met rodehond. Dit leidde tot 2 spontane miskramen en 11 kinderen met aangeboren afwijkingen. In 2013 was er een kleine uitbraak met 54 gevallen van rodehond rond een orthodox protestante school.
Figuur 1. Meldingen van rodehond per jaar in Nederland van 1976-2021
* Meldingen tot en met juni 2021