Waarom een gezondheidsmonitor?

Aanleiding voor het onderzoek zijn zorgen van omwonenden over luchtverontreiniging afkomstig van Tata Steel (voorheen Corus en Hoogovens). In 2009 heeft het RIVM de samenhang tussen emissies, lokale milieukwaliteit en de gezondheid van bewoners onderzocht. Daaruit bleek dat de bijdrage van Tata Steel aan de fijnstofniveaus in de lucht zou kunnen leiden tot een lichte verhoging van gezondheidsklachten. Ook werd gekeken naar de mate waarin verschillende vormen van kanker in de regio voorkomen. Het bleek dat er zich in de IJmond relatief meer gevallen van longkanker voordoen, maar het is niet mogelijk om deze zonder meer aan de uitstoot van Tata Steel toe te schrijven.

In 2011 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu besloten periodiek te onderzoeken of de luchtkwaliteit in de IJmond de gezondheid van bewoners beïnvloedt. De gezondheidsmonitoring wordt uitgevoerd door het RIVM en de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Kennemerland. Het RIVM onderzoekt het medicatiegebruik en de GGD Kennemerland verwerkt de gegevens van de lokale gezondheidsmonitor. Daarnaast verzorgt de GGD de samenvattende rapportage. De werkzaamheden van de GGD worden in opdracht van de gemeenten in de regio Kennemerland gedaan.

De dataverzameling voor de tweede ronde is in het najaar van 2016 afgesloten. De blootstelling aan grafietregens in 2018 en 2019 maakte daarom geen onderdeel van deze tweede ronde uit. Om meer te weten te komen over grafietregens is er begin 2019 in opdracht van de provincie Noord-Holland een project gestart over grafietregens en gezondheid. De voorbereiding van de derde ronde van de Gezondheidsmonitor IJmond is in december 2019 gestart. De rapportage wordt begin 2022 verwacht.

Resultaten eerste gezondheidsmonitor 2006 - 2010

Een derde van de inwoners van de hoogstbelaste gebieden door de basismetaalindustrie ervaren in 2012 hinder van geuren, stof, roet, rook en geluid. Ook is bijna een derde van de inwoners in het gebied bezorgd over de eigen gezondheid gerelateerd aan bedrijven en industrie. Deze percentages zijn hoger dan de percentages in lager belaste gebieden.

Voor de periode 2006-2010 is in de IJmond geen relatie gevonden tussen de blootstelling aan luchtverontreiniging afkomstig van de basismetaalindustrie in de IJmond en het gebruik van medicatie door volwassenen en jongeren. Hetzelfde geldt voor het gebruik van luchtwegmedicatie door volwassenen en jongeren. Het gebruik van antihypertensiva en luchtwegmedicatie vertoont in het onderzoeksgebied een lichte toename tijdens de periode 2006-2010. Deze trend treedt in geheel Nederland op en is dus niet specifiek voor het onderzoeksgebied of dit onderzoek.

Per postcodegebied zijn de totale concentraties van fijn stof en stikstofoxiden (combinatie van stikstofmonoxiden en stikstofdioxide) in de lucht in het gebied berekend, maar ook de bijdragen per bron, zoals van wegverkeer, scheepvaart, basismetaalindustrie, overige industrie en bedrijven, huishoudens en landbouw. Daarbij is rekening gehouden met de verspreiding van de bevolking in het gebied om de blootstelling per postcodegebied te kunnen vaststellen. Om de blootstelling voorafgaand aan de periode 2006-2010 in beeld te brengen is gebruik gemaakt van de luchtverontreinigingsniveaus in het jaar 2000.
 

Fijn stof
De gemiddelde fijnstofconcentratie (PM10 fijnstof (fijnstof)) bedroeg in het onderzoeksgebied 32 μg/m3 kubieke meter (kubieke meter) (variërend van 26 tot 41 μg/m3). Tata Steel draagt in de directe omgeving duidelijk bij aan de fijnstofconcentratie met 1,4 μg/m3, oplopend tot maximaal 16,6 μg/m3 in de hoogstbelaste gebieden. De lokale bijdragen van het wegverkeer, de scheepvaart en overige bronnen aan de primaire fijnstofconcentratie waren gemiddeld respectievelijk 1,1, 0,3 en 2,8 μg/m3.
 

Stikstofoxiden
Voor stikstofoxiden (NOx Stikstofoxiden (Stikstofoxiden)) bedroeg de gemiddelde concentratie 41 μg/m3 in het gehele onderzoeksgebied. De lokale bijdragen van de basismetaalindustrie, wegverkeer, scheepvaart en overige bronnen waren gemiddeld respectievelijk 1,1, 15,6, 4,0 en 16,2 μg/m3. Voor NOx was er een geringere bijdrage in de nabijheid van Tata Steel, dan voor fijn stof het geval was.

Resultaten tweede gezondheidsmonitor 2007-2015

Inwoners van de IJmond wonen in een gebied met relatief veel (snel)wegen en industrie. Zij ervaren hiervan meer hinder en zijn bezorgder om hun gezondheid dan in de rest van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) regio Kennemerland. In Uitgeest ondervindt gemiddeld 5% van de inwoners hinder van industrie. Voor Beverwijk is dit 19 %. Ten opzichte van 2012 is de ervaren geluidhinder en hinder van stof, roet en rook door de industrie in de gehele IJmond gelijk gebleven, de geurhinder is verminderd. Bezorgdheid om de gezondheid vanwege bedrijven of industrie komt in de IJmond voor bij een op de vijf volwassenen.

Voor het onderzoek naar hinder is gebruik gemaakt van de lokale gezondheidsmonitor van de GGD Kennemerland die in het najaar 2016 in het onderzoeksgebied onder een steekproef is uitgezet.

Er zijn aanwijzingen dat in Beverwijk Oost, Heemskerk  en Santpoort Noord de luchtwegaandoening COPD Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronische bronchitis of longemfyseem) (Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronische bronchitis of longemfyseem)) en hart- en vaatziekten (bij een woonduur van meer dan 10 jaar), meer voorkomen. In het gebied met de hoogste concentratie fijn stof (IJmuiden, Velsen Noord en Zuid, Driehuis, Beverwijk west en Wijk aan Zee) komt suikerziekte juist vaker voor.  In de IJmondmonitor 2012 was dit beeld van chronische aandoeningen niet zichtbaar. Vervolgonderzoek is dan ook nodig om een eenduidiger beeld te krijgen of deze chronische aandoeningen meer voorkomen door fijn stof in de nabijheid van de industrie.

Voor het onderzoek naar chronische aandoeningen is gebruik gemaakt van de lokale gezondheidsmonitor van de GGD Kennemerland die in het najaar 2016 in het onderzoeksgebied onder een steekproef is uitgezet.

Uit de tweede ronde kwam naar voren dat de verstrekking van medicatie voor bepaalde aandoeningen in de regio IJmond verband lijkt te houden met de uitstoot van fijn stof door Tata Steel. Er zijn nog te veel onzekerheden om te kunnen concluderen dat de uitstoot de directe oorzaak is. Zo is er geen rekening gehouden met leefstijlfactoren die invloed hebben op de medicijnverstrekking, zoals overgewicht en roken. Het gaat om medicijnen voor een verhoogde bloeddruk, diabetes en hartaandoeningen.  Er zijn geen aanwijzingen dat er meer medicatie voor luchtwegaandoeningen wordt voorgeschreven.

Het onderzoek naar medicatiegebruik is uitgevoerd in 2018 en betrof de periode 2007-2015. De statistische analyses naar de samenhang tussen de luchtkwaliteit en medicatieverstrekking zijn per kalenderjaar uitgevoerd. Hierbij is rekening gehouden met de leeftijd, het geslacht, de burgerlijke staat, de migratieachtergrond en het huishoudinkomen. Ook is gecorrigeerd voor een indicator voor de sociaaleconomische status van het postcodegebied van het woonadres.

De emissie van primair fijnstof afkomstig van de basismetaalindustrie in de IJmond is in de periode 2007-2015 ca. 40% gedaald. Primair fijnstof is het deel van het fijnstof dat direct in de atmosfeer wordt gebracht en dat vooral van lokale bronnen afkomstig is.
De gemodelleerde bijdrage van de basismetaalindustrie aan de primair fijnstofconcentraties in de 10 meest belaste postcodegebieden in Beverwijk en Velsen bedroeg in de periode 2009-2015 gemiddeld 2,79 µg/m3 kubieke meter (kubieke meter). Dit is gemiddeld 43% van de totale concentratie primair fijnstof in deze postcodegebieden. De bijdrage van de basismetaalindustrie aan de primaire fijnstofconcentraties verminderde in deze 10 postcodes met gemiddeld 0,47 µg/m3 per jaar in de periode 2009-2015.