Belangrijk bij interpretatie van de resultaten van dit onderzoek
  • De resultaten komen uit een cohortstudie. Dit betekent dat we mensen volgen over de tijd. Sommige mensen blijven meedoen, anderen stoppen, en weer anderen stromen later in. Dit type onderzoek is geschikt om patronen over de tijd te bestuderen (bijvoorbeeld ‘er is een toename in vertrouwen van 15 procentpunt’) en vergelijkingen te maken binnen personen (‘Draagvlak voor 1,5 meter afstand houden is 5 procentpunt lager dan voor regelmatig handen wassen’).
  • Het cohort is demografisch niet representatief voor de Nederlandse bevolking (zie toelichting). Cijfers op één tijdstip, zoals ‘de vaccinatiegraad’ in juli 2021, kunnen afwijken van onderzoeken die op dat moment een representatief sample hebben geworven en gewogen. We beoordelen deze afwijkingen elke ronde t.o.v. de cijfers op het Coronadashboard en die blijken beperkt (0 - 10 procentpunt). Waar deze verschillen wel duidelijk aanwezig zijn, geven we dit aan.

Lukt het mensen om de gedragsregels toe te passen?

Sinds half maart 2020 gelden in ons land diverse gedragsregels die erop gericht zijn om verspreiding van het coronavirus te bestrijden. De gedragsregels zijn gericht op het beperken van het aantal contacten (bijvoorbeeld thuiswerken) en het beperken van het risico op besmetting per contactmoment (bijvoorbeeld 1,5 meter afstand houden en de hygiënemaatregelen). De huidige situatie vraagt ook veel van mensen: de maatregelen beperken onze vrijheid en mogelijkheden. Dit kan impact hebben op onze mentale, fysieke, en sociale gezondheid. En op de mate waarin mensen achter de maatregelen staan. Deze inzichten helpen de overheid om burgers beter te kunnen ondersteunen en informeren om de gedragsregels te blijven naleven.

De vragenlijst van meetronde 17 is afgenomen tussen 24 en 28 november 2021. Sommige vragen gaan over het gedrag van deelnemers in de week voor het invullen van de vragenlijst. Andere vragen gaan over een periode van 6 weken voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst. Voor elk onderwerp wordt aangegeven over welke periode de vragen zijn gesteld. In de periode tussen meetronde 16 en 17 is een aantal maatregelen opnieuw ingevoerd of aangescherpt. Zo is de invoering van het coronatoegangsbewijs uitgebreid naar meer plekken. In publieke binnenruimtes waar geen coronatoegangsbewijs nodig is, geldt een mondkapjesplicht. Het thuiswerkadvies is aangescherpt naar ‘werk thuis, tenzij het niet anders kan’, en er mogen nog maximaal 4 personen thuis op bezoek komen (vanaf 13 november). Op 24 november wordt 1,5 meter afstand houden een verplichting en vanaf 28 november geldt voor bijna alles een avondsluiting vanaf 17.00 uur (essentiële winkels vanaf 20.00 uur). De veranderingen in geldende maatregelen zijn terug te vinden in de tijdlijn van maatregelen voor bestrijding COVID-19.

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei 2020 | Ronde 3: 27 mei - 1 juni 2020 | Ronde 4: 17-21 juni 2020 | Ronde 5: 8-12 juli 2020 | Ronde 6: 19-23 augustus 2020 | Ronde 7: 30 september - 4 oktober 2020 | Ronde 8: 11-15 november 2020 | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari 2021 | Ronde 11: 24-28 maart 2021 | Ronde 12: 5-9 mei 2021 | Ronde 13: 16-20 juni 2021 | Ronde 14: 28 juli - 1 augustus 2021 | Ronde 15: 8-12 september 2021 | Ronde 16: 20 – 24 oktober 2021 | Ronde 17: 24 – 28 november 2021

Houden aan gedragsregels

Het gedragsonderzoek van meetronde 17 laat zien dat de meeste hygiënemaatregelen nog altijd goed worden nageleefd. Deelnemers geven aan dat zij in 97% van de gevallen in de week voorafgaand aan het onderzoek geen handen hebben geschud, 86% droeg een mondkapje in de publieke binnenruimte (sinds 3 november is dit weer verplicht) en 98% deed dat in het openbaar vervoer. Wanneer het nodig was om handen te wassen, deden de deelnemers dat in 76% van de situaties. Als deelnemers moesten hoesten of niezen, deden zij dat in 74% van de gevallen in de elleboog.

Eén van de basisregels is: zorg voor voldoende frisse lucht. Van de deelnemers geeft 31% aan dat zij zorgen voor voldoende frisse lucht in de ruimtes in huis waar zij de meeste tijd doorbrengen. Dit betekent dat zij meestal of altijd een raam op een kier of ventilatierooster open hebben en minimaal twee keer per dag doorluchten door ramen of deuren wijd open te zetten.

Sinds 24 november is afstand houden weer verplicht. In 63% van het aantal keer dat afstand houden geadviseerd wordt, gebeurde dit ook. In de paragraaf ‘afstand houden’ is te lezen hoeveel procent van de deelnemers het lukt om in verschillende situaties afstand te houden. De deelnemers die thuis kunnen werken, werken gemiddeld 66% van hun werkuren thuis. Van de deelnemers die op het moment van invullen of in de 6 weken daarvoor klachten hadden (niet door een onderliggende aandoening), heeft 45% zich laten testen op het coronavirus. 44% van de deelnemers met klachten (niet door een onderliggende aandoening) bleef thuis. Verderop op deze pagina staat meer informatie over thuiswerken en testen en quarantaine in verschillende situaties.

Het naleven van een gedragsregel hangt vooral sterk samen met het draagvlak voor de maatregel en hoe moeilijk of makkelijk het is om je aan de maatregel te houden. De mening over de aanpak van de Nederlandse overheid en in hoeverre mensen zien dat in hun omgeving een maatregel wordt nageleefd spelen in mindere mate een rol. Het vertrouwen in het beleid van de overheid rond corona is in de verdiepende analyses niet gerelateerd aan naleving van de maatregelen. Dit blijkt uit de verdiepende analyses.

Veranderingen in het houden aan de gedragsregels

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige ronde worden bijna alle hygiënemaatregelen beter nageleefd. Het percentage deelnemers dat handen wast als het nodig is en hoest/niest in de elleboog is onveranderd. Het percentage deelnemers dat zorgt voor voldoende frisse lucht in de woning was al sterk gedaald in ronde 16 en is verder gedaald met 9 procentpunt. Mogelijk houdt dit verband met de lagere buitentemperatuur. Het percentage deelnemers dat geen handen schudt is met 6 procentpunt toegenomen. Daarnaast is ook het percentage deelnemers dat drukke plekken vermijdt (of omkeert bij een te drukke situatie) toegenomen (10 procentpunt), dit geldt ook voor de situaties waarin afstand houden lukt (5 procentpunt). Meer deelnemers hebben zich laten testen bij klachten (16 procentpunt) en zij blijven ook vaker thuis bij klachten (8 procentpunt). Deelnemers die positief testten op corona zijn minder vaak thuisgebleven (5 procentpunt minder dan in de vorige ronde, cijfer niet in figuur).

Voor de meeste basisgedragsregels is het percentage dat zich hieraan houdt vergelijkbaar met een jaar geleden in de herfst van 2020. Voor het houden van voldoende afstand, niet op drukke plekken komen en thuiswerken liggen de percentages in de huidige meetronde nog 6 tot 12 procentpunt lager.

Coronatoegangsbewijs

Vanaf 25 september heeft iedereen van 13 jaar en ouder op sommige plekken een coronatoegangsbewijs nodig. Bijvoorbeeld in de horeca, bij een evenement, sportwedstrijd of culturele voorstelling. Vanaf 3 november is de invoering van het coronatoegangsbewijs uitgebreid naar meer plekken zoals bioscopen, musea en theaters. 60% van de deelnemers heeft in de week voor het invullen van de vragenlijst minimaal een van die locaties bezocht. Voor gevaccineerde deelnemers was dit 62% en voor niet-gevaccineerde deelnemers 24%.

Onder volledig gevaccineerde deelnemers is een bezoek aan een restaurant het populairst (37%), gevolgd door een binnensportlocatie (28%) en een bezoek aan een bioscoop, theater of museum (15%) (cijfers niet in figuur). Onder niet volledig gevaccineerde deelnemers liggen deze percentages een stuk lager. Van deze deelnemers heeft 15% heeft een bezoek gebracht aan een restaurant, 13% aan een binnensportlocatie en 4% aan een bioscoop, theater of museum.

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom mensen niet naar een locatie gaan waar een coronatoegangsbewijs verplicht is. Voor volledige gevaccineerde deelnemers was de voornaamste reden omdat zij geen zin, tijd of geld hadden (41%) of het een te groot risico vonden om naar zo’n plek te gaan (33%). Voor deelnemers die niet volledig gevaccineerd zijn was de voornaamste reden dat zij zich niet willen laten testen voor toegang (48%, cijfers niet in figuur).

De overgrote meerderheid van de deelnemers laat het coronatoegangsbewijs zien via de CoronaCheck app in plaats van op papier. 24 tot 36% van de deelnemers geeft aan dat ze bij hun laatste bezoek aan een restaurant, café, terras of binnensportlocatie volledig zijn gecontroleerd (coronatoegangsbewijs plus legitimatie). Dit was 58 tot 62% bij de andere locaties waar een coronatoegangsbewijs verplicht is (concert/festival, bioscoop/theater/museum). Bij deze andere locaties worden doorgaans aan de deur kaartjes gecontroleerd, waardoor de locaties beter ingericht zijn op het controleren van het coronatoegangsbewijs. 

Meer inzicht in naleving

Testen algemeen

Het advies om te testen op het coronavirus geldt in verschillende situaties. Daarnaast zijn er verschillende manieren om te testen op het coronavirus. Van alle deelnemers heeft 26% zich in de afgelopen 6 weken laten testen, bijvoorbeeld bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) of een commercieel testbedrijf. Dit is een flinke toename ten opzichte van vorige ronde, toen was dit 12%. Van de mensen die zich lieten testen, deed 30% dat meer dan één keer. Van deelnemers die zich in de afgelopen 6 weken hebben laten testen, hebben de meesten (81%) dat gedaan bij de GGD. 12% heeft dit bij een bedrijf laten doen op eigen initiatief of op het initiatief van de werkgever en 2% heeft zich in het buitenland laten testen.  

In de periode tussen de vorige en huidige meetronde is het testadvies aangescherpt: bij een besmette huisgenoot, geldt nu op dag 5 een testadvies om uit quarantaine te kunnen. Van de deelnemers die een besmette huisgenoot hebben, heeft 75% zich laten testen op of na dag 5, en 9% heeft zich alleen voor dag 5 laten testen.  Daarnaast heeft 8% zich laten testen voor toegang tot evenementen en 7% heeft zich laten testen in verband met een buitenlandreis. Bijna de helft van alle deelnemers (48%) heeft een zelftest gedaan in de afgelopen 6 weken, zie voor verdere toelichting onder 'zelftesten'. Zie voor een verdere toelichting over testen bij klachten ‘testen bij klachten'. 

Van alle deelnemers die zich hebben laten testen (bijvoorbeeld bij de GGD, of als test voor toegang), kreeg 13% een positieve uitslag. 84% van de deelnemers heeft na een positieve uitslag contact gehad met de GGD. De GGD vraagt naar de contacten (in de periode dat deelnemers mogelijk besmettelijk waren) in verband met het bron- en contactonderzoek. 17% van de deelnemers heeft na een positieve testuitslag hun contacten doorgegeven aan de GGD. 3% geeft aan de nauwe contacten te hebben doorgegeven aan de GGD en zelf hun niet-nauwe contacten te hebben gewaarschuwd. 63% geeft aan alleen zelf hun contacten te hebben gewaarschuwd. Ten opzichte van de vorige ronde is het percentage deelnemers dat zelf hun contacten heeft gewaarschuwd gestegen, terwijl het percentage deelnemers dat hun contacten heeft doorgegeven aan de GGD juist sterk is gedaald.

Zelftesten

Sinds april 2021 zijn zelftesten te koop. Deze zelftesten geven binnen een kwartier een uitslag. De zelftesten zijn minder betrouwbaar dan testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Sinds 3 december mag je ook een zelftest doen bij klachten (als je geen kwetsbare gezondheid hebt). Tijdens de afnameperiode van deze meetronde gold dit advies nog niet. Zelftesten waren op dat moment alleen nog bedoeld als extra zekerheid, bijvoorbeeld als je naar school of werk moet. Van de deelnemers gaf 48% aan een zelftest te hebben gedaan in de afgelopen zes weken en van hen heeft 57% vaker dan één keer een zelftest gedaan. De meest genoemde redenen om een zelftest te doen waren ‘ik had corona-gerelateerde klachten’ (36%) ‘om meer zekerheid te hebben dat ik het coronavirus niet had’ (37%), en ‘om meer zekerheid te hebben dat ik anderen niet kon besmetten toen ik op bezoek ging’ (28%). Dit patroon is vergelijkbaar aan de vorige meetronde.

Van alle deelnemers die een zelftest hebben gedaan, had 4% een positieve testuitslag. Onder deelnemers die corona gerelateerde klachten hadden was het percentage positieve zelftest hoger (8%) dan onder deelnemers zonder klachten (minder dan 1%). Van de deelnemers met een positieve zelftestuitslag zegt 92% naar de GGD te zijn gegaan om zich opnieuw te laten testen. 1% heeft dat niet gedaan, maar heeft wel de positieve uitslag bij de GGD gemeld. In dat laatste geval wordt ook het bron- en contactonderzoek opgestart.

Verandering in het gebruik van zelftesten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Sinds de zelftesten beschikbaar kwamen in meetronde 12, is het gebruik ervan in elke meetronde toegenomen. In de huidige meetronde zelfs met 17 procentpunt. Deelnemers van 18-24 en 25-39 jaar gebruiken vaker zelftesten dan oudere deelnemers. Dit verschil loopt op tot 51 procentpunt tussen de oudste en de jongste leeftijdscategorie.

Testen bij klachten

Als je klachten hebt die horen bij het coronavirus, is het advies om je te laten testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Van de mensen die hebben deelgenomen aan meetronde 17, heeft 44% nu klachten of in de afgelopen 6 weken klachten gehad die kunnen wijzen op een besmetting met het coronavirus. Dit percentage is flink gestegen ten opzichte van de vorige meetronde, toen was dit 34%. Voor 65% van de deelnemers met klachten zijn de klachten (waarschijnlijk) niet gerelateerd aan een onderliggende aandoening, van hen liet 45% zich testen bij de GGD. Van deze deelnemers deed 66% dat binnen 2 dagen na aanvang van de klachten. De meest genoemde reden waarom deelnemers met klachten die (waarschijnlijk) niet door een onderliggende aandoening komen zich niet hebben laten testen is dat zij al een zelftest hadden gedaan (46%), heel milde klachten hadden (35%), altijd klachten hebben in deze periode (31%) of de kans klein vonden dat ze met corona waren besmet (23%). 8% van de deelnemers geeft als reden dat het te druk was bij de GGD om te testen.

Verandering in percentage mensen dat zich laat testen bij klachten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Sinds 3 december is het testadvies aangepast, en mag je als persoon zonder kwetsbare gezondheid ook een zelftest doen bij klachten. Voor 3 december moest je bij klachten naar de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) voor een test. Toch gebruikten deelnemers voor 3 december al zelftesten wanneer zij klachten hadden. In de cijfers is te zien dat steeds meer deelnemers aangeven een zelftest te gebruiken. Tot aan vorige meetronde lieten tegelijkertijd  steeds minder deelnemers zich testen bij de GGD. In meetronde 12 (mei 2021) heeft 62% van de deelnemers met klachten (niet door een onderliggende aandoening) zich vanwege deze klachten laten testen bij de GGD. In meetronde 16 was dat nog slechts 29%. Daartegenover gebruikte in meetronde 12 nog slechts 5% van de deelnemers met klachten een zelftest vanwege deze klachten, wat in meetronde 16 is gestegen naar 32%. In de huidige meetronde is het totaal aantal deelnemers met klachten (niet door een onderliggende aandoening) dat niet heeft getest (bij de GGD of met een zelftest) flink gedaald (van 39 naar 23 procent). Deze toename in testen is bijna volledig te plaatsen door een flinke stijging van het aantal testen bij de GGD (toename van 16 procentpunt), terwijl het aantal zelftesten ongeveer gelijk is gebleven.

Er zijn verschillen tussen deelnemers met klachten die zich laten testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) ten opzichte van deelnemers die zich niet laten testen of die alleen een zelftest doen. Deelnemers die zich laten testen bij de GGD hebben vaker meerdere klachten of zware  klachten (zoals moeilijk ademen of koorts), in vergelijking met deelnemers die een zelftest doen of helemaal geen test doen. Deelnemers die zich laten testen bij de GGD, vinden het daarnaast ook makkelijker om dit te doen. Deelnemers die zich laten testen, zijn bovendien meer van mening dat het goed zou helpen tegen de verspreiding van het virus om je bij de GGD te laten testen als je klachten hebt. Dit blijkt uit de verdiepende analyses.

Testen bij kinderen

Voor kinderen die niet gevaccineerd zijn, geldt een testadvies als zij op school, op de kinderopvang, of ergens anders in contact zijn geweest met een besmet persoon. Ook moeten kinderen zich laten testen als zij zelf klachten hebben die passen bij het coronavirus. Voor kinderen tot en met 4 jaar hoeft dat alleen als ze zware klachten hebben. Kinderen op middelbare scholen en basisscholen kunnen bovendien gratis zelftesten krijgen om uit voorzorg thuis af te nemen. Dit is in aanvulling op het advies om bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) te laten testen bij klachten of na nauw contact.

De afnameperiode van meetronde 17 viel in een periode dat er een snelle stijging van het aantal besmettingen had plaatsgevonden. De grootste toename in besmettingen was te zien bij kinderen in de basisschoolleeftijd. Van de deelnemers met thuiswonende kinderen gaf 56% aan dat één van hun kinderen klachten had en 34% dat één van hun kinderen in (nauw) contact was geweest met een besmet persoon. Wanneer ouders meerdere kinderen hadden die klachten hadden en/of die contact hadden gehad met een besmet persoon, is aan hen gevraagd om het oudste kind voor wie dit gold in gedachten te houden. Van deze kinderen met klachten voor wie een testadvies gold is 59% getest (of de test moet nog plaatsvinden; kinderen die een zelftest hebben gedaan zijn hierbij niet meegerekend), dit is een stuk hoger dan in meetronde 16 (oktober 2021). Toen was dit 40%. Van de kinderen die contact hadden gehad met een besmet persoon is 61% getest (of de test moet nog plaatsvinden). In meetronde 16 was dit 56%.

Als belangrijkste reden om hun kind niet te laten testen, gaven deelnemers aan dat hun kind al een zelftest had gedaan (56%), dat hun kind alleen milde klachten had (23%), en dat de kans klein is dat hun kind besmet is met corona (18%). 9% geeft aan dat het te druk was bij de GGD om te laten testen.

Verandering in testen bij kinderen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In de huidige meetronde geven deelnemers aan hun kinderen met klachten vaker te hebben laten testen, vergeleken met meetronde 16 (toename van 18 procentpunt). Na nauw contact is het aantal kinderen dat is getest ongeveer gelijk gebleven (cijfers niet in figuur).

Sinds 3 december is het testadvies aangepast, en mag je als persoon zonder kwetsbare gezondheid ook een zelftest doen bij klachten. Voor 3 december moest je bij klachten naar de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) voor een test. Toch gebruikten deelnemers ook voor 3 december zelftesten bij hun kinderen wanneer zij klachten hadden.

In de cijfers is te zien dat tot aan meetronde 16 steeds meer deelnemers aangaven dat hun kind bij corona gerelateerde klachten een zelftest had gedaan. Sinds meetronde 12 (mei 2021) is dit aantal zelfs gestegen met 32 procentpunt. Het aantal kinderen dat zich bij de GGD liet testen is sinds meetronde 12 juist afgenomen. In de huidige meetronde zien we juist dat meer deelnemers weer aangeven dat hun kind bij klachten getest is door de GGD (toename van 18 procentpunt) en minder vaak een zelftest hebben gebruikt (afname van 9 procentpunt). Het totaal aantal kinderen met klachten dat géén test heeft gedaan (zelftest of bij de GGD) is sinds de vorige meetronde afgenomen met 9 procentpunt.

Thuisquarantaine

Het advies om in thuisquarantaine te gaan, geldt als je klachten hebt die bij een besmetting met het coronavirus passen, als je een positieve coronatestuitslag hebt gehad, of als je een huisgenoot heb die positief is getest. In dat laatste geval, kun je na dag 5 testen en de quarantaine beëindigen als je negatief test. Deelnemers die aangeven alleen voor een coronatest naar buiten te zijn gegaan of naar buiten gingen na een negatieve testuitslag, worden niet meegerekend in de cijfers over ‘naar buiten gaan in quarantainesituaties’.

Bij thuisquarantaine of isolatie is de regel dat je thuis moet blijven (met als uitzondering je eigen buitenruimte zoals tuin of balkon) en geen bezoek mag ontvangen (medisch bezoek uitgezonderd). 

Deelnemers die een positieve coronatestuitslag hebben gehad, geven aan de regels beter na te leven dan deelnemers die klachten hebben, of hebben gehad (die waarschijnlijk niet komen door een onderliggende aandoening). Van de deelnemers met klachten bleef 44% thuis en ontving 79% geen bezoek. Van de deelnemers die zelf positief zijn getest, rapporteert 65% thuis te zijn gebleven en 98% geen bezoek te hebben ontvangen. Van de positief geteste deelnemers die wel naar buiten zijn gegaan deed de meerderheid dit om een frisse neus te halen. Van de deelnemers met een positief geteste huisgenoot rapporteert 67% thuis te zijn gebleven en 97% geen bezoek te hebben ontvangen.

Veranderingen in naar buiten gaan bij thuisquarantaine situaties

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In de berekening zijn zowel deelnemers meegenomen die tijdens het invullen van de vragenlijst klachten hadden, als deelnemers die in de afgelopen zes weken klachten hebben gehad. Het percentage deelnemers met klachten (zonder onderliggende aandoening) dat thuisblijft varieert per meetronde. In de vorige meetronde was een afname zichtbaar, maar in de huidige meetronde is het percentage deelnemers met klachten dat thuisblijft weer toegenomen (met 8 procentpunt). Het percentage dat geen bezoek ontvangt is zelfs met 11 procentpunt toegenomen ten opzichte van de vorige ronde en ligt nu op het hoogste punt sinds herfst 2020 (cijfers niet in figuur).

Het percentage deelnemers dat thuisblijft bij een positieve testuitslag is  vergelijkbaar met het niveau van de herfst van 2020. Ten opzichte van de vorige meetronde is een kleine afname zichtbaar in het percentage deelnemers dat thuisblijft (5 procentpunt). Het percentage deelnemers dat geen bezoek ontvangt na een positieve test is stabiel hoog (cijfers niet in figuur).

Redenen om uit huis te gaan

Voor de mensen met corona gerelateerde klachten zijn een frisse neus halen en boodschappen doen de belangrijkste redenen om naar buiten te gaan. Van de mensen waarbij de klachten (waarschijnlijk) niet komen door een onderliggende aandoening ging 57% naar buiten om een frisse neus te halen en 51% ging naar buiten om boodschappen te doen. Van de deelnemers met klachten ging 28% naar buiten om te werken. Voor de mensen met een positieve test of een huisgenoot met een positieve test is de belangrijkste reden om naar buiten te gaan een frisse neus halen (71% en 62%), of om de hond uit te laten (29% en 34%). Van de deelnemers met een positieve test is 2% naar buiten gegaan om te werken. Van de deelnemers met een positief geteste huisgenoot was dit 7%.

Ventilatie

De deelnemers hebben vragen beantwoord over ventilatie van hun woning. Ongeveer de helft van de deelnemers (49%) geeft aan dat zij dagelijks twee keer of vaker de ruimtes in huis waar zij de meeste tijd doorbrachten, minimaal een kwartier hebben doorgelucht door deuren of ramen wijd open te zetten. Van de deelnemers die minimaal 2x gelucht hebben op een dag, geeft 15% aan dat zij de hele dag deuren of ramen wijd open hadden. 53% van de deelnemers geeft aan dat ze meestal tot altijd een raam of ventilatierooster open hadden in de ruimte waar ze het meeste waren. Aan de deelnemers die bezoek binnen in hun huis hebben ontvangen is gevraagd of zij voor, tijdens en na het bezoek hebben gezorgd voor voldoende frisse lucht in de woning. Van de deelnemers die bezoek ontvingen geeft 34% aan de woning minimaal een kwartier goed te hebben doorgelucht voordat het bezoek kwam, 49% van de deelnemers ventileerde tijdens het bezoek door een raam of ventilatierooster open te houden en 35% van de deelnemers heeft na het bezoek de woning minimaal een kwartier goed laten doorluchten.

Om een cijfer te presenteren voor het houden aan de basismaatregel ‘zorg voor voldoende frisse lucht’ is een combinatie gemaakt van het meestal of altijd open hebben van een raam of ventilatierooster én minimaal twee keer per dag doorluchten. Het percentage deelnemers dat zich hier aan houdt is 31%. In de vorige meetronde (september 2020) was dit 39%. 

Handen wassen

Aan de deelnemers is gevraagd om in te schatten hoe vaak ze hun handen wassen in situaties waarin dat wordt geadviseerd. Van de deelnemers geeft 66% aan vaak tot altijd hun handen te wassen na thuiskomst. Verder blijkt dat mensen duidelijk de gewoonte hebben om hun handen te wassen na een toiletbezoek: 92% van de deelnemers geeft aan hun handen dan vaak tot altijd te wassen. De gewoonte is gemiddeld een stuk minder sterk in de andere situaties, zoals voordat mensen naar buiten gaan (30%) of als mensen bij anderen op bezoek gaan (50%). Deelnemers gaven aan in 42% van de gevallen hun handen nauwgezet en tenminste 20 seconden met water en zeep te hebben gewassen (cijfers niet in figuur). Het aantal deelnemers dat aangeeft vaker dan 10 keer per dag hun handen te hebben gewassen is 32% (cijfers niet in figuur).

Veranderingen in het handen wassen

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. De dalende trend zichtbaar in voorgaande metingen is gekeerd. Bij alle situaties zijn de percentages ten opzichte van de vorige meetronde toegenomen of gelijk gebleven. De handen worden vooral weer vaker gewassen bij thuiskomst en voordat men op bezoek gaat (toename van 8 procentpunt).

Afstand houden

Onderstaande figuur geeft situaties weer waarbij we het houden van voldoende afstand rapporteren als de mate waarin mensen zelden tot nooit dichterbij komen dan 1,5 meter. Sinds 13 november is afstand houden weer dringend geadviseerd en sinds 24 november verplicht. In een aantal situaties blijkt het lastig om 1,5 meter afstand te realiseren. Bij een feestje (zoals een verjaardag of bruiloft) rapporteert 26% van de deelnemers dat anderen nooit of zelden te dichtbij komen. Bij boodschappen doen gaat het om 21%. 27% van de deelnemers geeft aan dat mensen nooit of zelden te dichtbij komen wanneer zij buitenshuis werken. In situaties buiten (frisse neus halen, rondje fietsen of hardlopen) rapporteert 82% van de deelnemers dat anderen zelden tot nooit te dichtbij komen.

Veranderingen in het dichtbij komen

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige ronde is bij alle situaties een sterke stijging te zien in het percentage deelnemers dat aangaf goed afstand te kunnen houden. Vooral in sociale situaties, zoals bij een feestje (12 procentpunt), wanneer men thuis bezoek ontvangt (13 procentpunt) en in de horeca (12 procentpunt) wordt meer afstand gehouden. Ondanks de toename in de huidige meetronde, is de mate van afstand houden is in de meeste situaties echter nog niet terug op het niveau van de herfst/winter in 2020.  

Thuiswerken

Sinds het begin van de coronapandemie gold het advies om zoveel mogelijk thuis te werken. Deze maatregel is tussen meetronde 13 en 14 voor korte tijd versoepeld. Voorafgaand aan de huidige ronde is de maatregel aangepast naar 'werk thuis, tenzij het niet anders kan’. Aan de deelnemers is gevraagd of zij thuis kunnen werken en in hoeverre zij dat ook doen. Van de deelnemers in meetronde 17 die werk hebben, geeft 70% aan (deels) thuis te kunnen werken. Gemiddeld werken mensen die thuis kunnen werken 66% van hun werkuren thuis, 42% werkt alle werkuren thuis en 11% werkt geen van de werkuren thuis (cijfers niet in figuur). In de sector ‘openbaar bestuur en overheidsdiensten’ worden, als thuiswerken kan, de meeste werkuren van de week thuis gewerkt (83%). In de horeca de minste (45%).

Veranderingen in het thuiswerken

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Onder de deelnemers die thuis kunnen werken, nam het percentage van het totaal aantal werkuren dat wordt thuisgewerkt in deze meetronde toe met  14 procentpunt. Daarmee is een eind gekomen aan de daling van afgelopen rondes en zit het percentage weer op het niveau van het voorjaar van 2021.

Sociale activiteiten

Bezoek ontvangen

Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige ronde is het percentage deelnemers dat minimaal 1 keer bezoek heeft ontvangen in de week voorafgaand aan het onderzoek  met 5 procentpunt gedaald. De veranderingen over tijd zijn te zien in de figuur. Bij ronde 9 was een duidelijke éénmalige piek te zien, waarschijnlijk door de feestdagen. Het percentage deelnemers dat minimaal 1 keer bezoek heeft ontvangen was in de huidige meetronde vergelijkbaar met de herfst van 2020.

Tijdens meetronde 17 mochten deelnemers maximaal 4 bezoekers thuis ontvangen. De grote meerderheid van de deelnemers die bezoek heeft gehad hebben ook niet meer dan vier bezoekers tegelijk ontvangen (95%). Slechts 3% kreeg vijf of zes bezoekers over de vloer en 2% ontving zeven of meer bezoekers (cijfers niet in figuur). Het percentage deelnemers dat niet meer dan vier personen ontving lag in de huidige ronde ongeveer even hoog als in de vorige ronde (92%). Deelnemers ontvingen ook minder vaak meer dan twee bezoekers ten opzichte van de vorige meetronde (gedaald van 23 naar 17%).

Naar buiten gaan

In de week voor het invullen van de vragenlijst gingen de deelnemers gemiddeld 15 keer naar buiten (cijfer niet in figuur). Voor de veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. In de vorige meetronde was het gemiddelde aantal keer dat deelnemers naar buiten gingen 19 keer per week.  

Al een aantal rondes is een stijging te zien in het aantal deelnemers dat de deur uitging. Ten opzichte van de vorige ronde zijn de percentages voor de meeste redenen die deelnemers aangeven om naar buiten te zijn gegaan gedaald. De grootste daling is te zien voor het percentage deelnemers dat de deur uit gaat om een horeca gelegenheid te bezoeken (18 procentpunt). Ook het percentage deelnemers dat de afgelopen 7 dagen de deur uit ging voor een feestje (11 procentpunt) of om familie of vrienden te bezoeken (10 procentpunt), is gedaald. De percentages voor de meeste redenen om naar buiten te gaan zijn in de huidige meetronde vergelijkbaar met de herfst van 2020. Alleen het percentage dat naar buiten gaat om te werken lag in de herfst van 2020 hoger.