In Nederland vindt er surveillance plaats van een aantal resistente micro-organismen in mensen, dieren, voedsel en omgeving. Micro-organismen zijn bijvoorbeeld bacteriën en schimmels. Daarnaast vindt er surveillance plaats van AMR Antimicrobial Resistance (Antimicrobial Resistance)-gerelateerde zaken, zoals gebruik van antimicrobiële middelen, uitbraken met bijzonder-resistente micro-organismen in zorginstellingen en zorg-gerelateerde infecties. Dit wordt gecoördineerd door het RIVM en samenwerkende partijen.

AMR Antimicrobial Resistance (Antimicrobial Resistance) surveillance houdt in dat we monitoren hoe vaak deze micro-organismen voorkomen in Nederland en wat de eigenschappen zijn van de micro-organismen en de patiënten met deze micro-organismen. 

De surveillance helpt om in te schatten of het nodig is, en of het mogelijk is, om resistentie te verminderen of te bestrijden. Zo helpt het bijvoorbeeld bij de opsporing en het stoppen van uitbraken. Daarnaast is de informatie die met deze surveillance wordt verzameld ook van belang voor nationale beleidsvorming over antibioticagebruik (of gebruik van andere anti-microbiële middelen) en het bestrijden van resistentie.

Het RIVM coördineert of is betrokken bij de volgende activiteiten die antimicrobiële resistentie en/of gebruik van antimicrobiële middelen (zoals antibiotica) monitoren: