In de grote steden zijn GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en af en toe betrokken bij koolmonoxide-incidenten in woningen boven shishalounges (kijk voor meer informatie over shishalounges bij Wat is een shishalounge ). Vaak wordt een melding van (geur)overlast gedaan door mensen die boven de horecagelegenheid wonen. De geuroverlast wijst erop dat lucht vanuit de onderliggende shishalounge via kieren of via de spouw de bovengelegen woning in sijpelt. Dit kan gepaard gaan met verhoogde koolmonoxideconcentraties in de woning.

Casus: Appartement boven een shishalounge

Casus: Appartement boven een shishalounge

Bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) komt een melding binnen van de bewoners van een appartement boven een shishalounge. Het appartement is gevestigd in een oud pand met houten vloeren. In de woning ruikt het regelmatig naar tabak en soms staat er rook in de kamer. De bewoners vragen zich af of dat gezondheidsklachten kan geven. Zij hebben regelmatig last van hoofdpijn. Hun koolmonoxidemelder heeft ook een keer alarm gegeven. De brandweer heeft toen de afvoerloze geiser getest, maar daar was niets mis mee.
De GGD brengt dezelfde middag een bezoek en stelt vast dat er een blauwe waas en een doordringende geur in de woning hangt. Tijdens een korte meting wordt 19 ppm parts per million (parts per million) koolmonoxide gemeten. De GGD adviseert de bewoners om de woning te ventileren en om de nacht ergens anders door te brengen. Daarnaast legt de GGD contact met de afdeling handhaving van de gemeente. De meetapparatuur van de GGD blijft in de woning staan voor een duurmeting. In de daaropvolgende nachten geeft de apparatuur meerdere malen 40 ppm aan. De shishalounge krijgt een verbod op het roken van waterpijpen. Voor de zekerheid blijft de GGD in de woning meten. In de periode daarna wordt er toch weer koolmonoxide gemeten in de woning, waarop de GGD de brandweer en handhaving inschakelt. Uiteindelijk kan de shishalounge niet voldoen aan de maatregelen die vereist zijn om de veiligheid van de bezoekers en de omwonenden te borgen, en stopt zij met de exploitatie.

De GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en die regelmatig hiermee te maken hebben, hebben over de aanpak van deze meldingen meestal samenwerkingsafspraken met bijvoorbeeld de gemeente, de omgevingsdienst en de brandweer (voorbeeld van het handelingsschema van Rotterdam). In kleinere steden of dorpen komt overlast door shishalounges minder vaak voor en zijn die samenwerkingsafspraken er doorgaans niet. Bij de behandeling van zo’n melding gelden de volgende adviezen:

  •  Adviseer de bewoners om een koolmonoxidemelder te kopen en voldoende te ventileren (zie Voorlichting over koolmonoxiderisico’s door verbrandingstoestellen voor de aandachtspunten bij het aanschaffen en ophangen van koolmonoxidemelders). In woningen boven shishalounges worden doorgaans relatief lage concentraties koolmonoxide gemeten. Een koolmonoxidemelder geeft pas alarm als hij gedurende langere tijd een hoge koolmonoxideconcentratie meet. Het advies om een koolmonoxidemelder op te hangen is hier, naast het feit dat het een standaardadvies is in woningen met verbrandingstoestellen, vooral een manier voor de bewoners om te weten dat zij zich niet in een levensbedreigende situatie bevinden.
  • Neem contact op met de afdeling bouw- en woningtoezicht en de omgevingsdienst over de melding en maak ad-hoc afspraken over hoe je de vraag samen kunt oppakken.
  • Voer een duurmeting van één tot vier weken uit in de woning. De ervaring leert dat als bewoners geuroverlast hebben, er meestal koolmonoxide wordt gemeten in de woning. De concentraties overschrijden daarbij soms de WHO World Health Organization (World Health Organization)-advieswaarden (zie Tabel Advieswaarden koolmonoxide), maar leiden doorgaans niet tot levensbedreigende situaties. Bij de interpretatie van de meetwaarden kan gebruik worden gemaakt van Tabel Vervolgstappen na het meten van koolmonoxide. Bij verhoogde concentraties (>6 ppm parts per million (parts per million)) moeten maatregelen worden genomen.
  • Overleg met de handhavende instanties over de situatie en over welke maatregelen er moeten worden genomen, maar laat het contact met de veroorzaker over aan de handhavende instanties. De maatregelen die de shishalounge moet nemen zijn erop gericht om de koolmonoxideconcentratie terug te dringen. Daarbij kun je denken aan het verbeteren van de ventilatie(mogelijkheden) en het aanscherpen van (de naleving van) de regels voor het klaarmaken en bewaren van de brandende kooltjes. Soms leiden de maatregelen die de handhavende instantie oplegt tot nieuwe overlast. Bijvoorbeeld als de veroorzaker wordt gedwongen om mechanische ventilatie aan te brengen, die weer geluidsoverlast voor de omgeving veroorzaakt. Het is daarom belangrijk om samen met de handhavende instanties te bekijken welke maatregelen moeten worden genomen.

De geuroverlast gaat regelmatig gepaard met andere vormen van overlast, zoals geluidshinder en een gevoel van onveiligheid door de reputatie van shishalounges. De emoties van omwonenden kunnen hierdoor soms hoog oplopen. Dat maakt vroegtijdige afstemming met de handhavende instanties extra belangrijk.