Er wordt onderscheid gemaakt tussen acute en chronische koolmonoxidevergiftigingen. Een acute koolmonoxidevergiftiging ontstaat door een kortdurende blootstelling aan een hoge concentratie koolmonoxide. Een chronische vergiftiging ontstaat door herhaalde of langdurige blootstelling aan lagere concentraties (Mooij, 2008).

Na inademing komt koolmonoxide via de longen in het bloed. In het bloed bindt koolmonoxide aan hemoglobine en vormt carboxyhemoglobine (COHb carboxyhaemoglobin (carboxyhaemoglobin)). Koolmonoxide bindt ruim tweehonderd maal sterker aan hemoglobine dan zuurstof. Op die plaatsen waar koolmonoxide bindt, kan geen zuurstof meer binden. Bovendien zorgt koolmonoxide ervoor dat het zuurstof dat nog wel aan hemoglobine is gebonden, minder goed wordt afgegeven in de weefsels (Hegger, 1991). Als gevolg hiervan ontstaat op weefsel- en celniveau zuurstofgebrek. Dit wordt het hypoxische werkingsmechanisme genoemd. De hersenen en het hart zijn daar het meest gevoelig voor.

Lange tijd hebben we aangenomen dat koolmonoxide alleen schade veroorzaakt via het hierboven beschreven hypoxische mechanisme: doordat het bindt aan hemoglobine en daardoor zuurstoftekort veroorzaakt in de organen. De laatste decennia wordt echter steeds duidelijker dat de giftige werking van koolmonoxide complexer is (GR groepsrisico (groepsrisico), 2019). Koolmonoxide bindt ook aan andere heembevattende eiwitten, zoals myoglobuline en cytochroom-C-oxidase. Koolmonoxide beïnvloedt daarmee verschillende cellulaire processen, waaronder de energievoorziening van de cel, de bloeddrukregulatie, het hartritme en de prikkelgeleiding in zenuwen. Het voert te ver om in deze richtlijn deze zogenoemde ‘niet-hypoxische’ werkingsmechanismen van koolmonoxide in detail te bespreken. De belangrijkste conclusie is dat de toxiciteit van koolmonoxide waarschijnlijk (deels) op andere mechanismen berust dan voorheen werd aangenomen. Meer informatie hierover is te vinden in het rapport over koolmonoxide van de WHO World Health Organization (World Health Organization ) (WHO, 2010).

Een acute koolmonoxidevergiftiging kan variëren van mild tot ernstig. Symptomen zijn onder meer (ATSDR, 2012):

  • Bij een milde vergiftiging: hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken en wazig zien. Hoofdpijn en duizeligheid zijn de meest gemelde symptomen.
  • Bij een matige vergiftiging: verwarring, flauwvallen, pijn op de borst, benauwdheid, spierzwakte en een onregelmatige ademhaling en hartslag.
  • Bij een ernstige vergiftiging: verlaagde bloeddruk, verminderde doorbloeding van het hart, toevallen, longoedeem, hartritmestoornissen, hartstilstand, ademhalingsstilstand en coma.

De symptomen van een milde vergiftiging lijken op die van andere aandoeningen, zoals griep of voedselvergiftiging. Daardoor wordt een milde koolmonoxidevergiftiging gemakkelijk over het hoofd gezien. Het zijn vooral de omstandigheden die aan een koolmonoxidevergiftiging moeten doen denken.

Na een ernstige vergiftiging kunnen neurologische/psychiatrische restverschijnselen ontstaan, waaronder: apathie, desoriëntatie, concentratieproblemen, hallucinaties, vergeetachtigheid, verwardheid en depressie. In het algemeen treden deze symptomen alleen op na een ernstige acute intoxicatie met coma en bij oudere patiënten (NVIC Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (UMC Utrecht) (Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (UMC Utrecht) ), 2019).

Een chronische vergiftiging is, net als een milde acute vergiftiging, lastig te herkennen. Doordat de blootstelling in de tijd varieert, kunnen de toch al aspecifieke symptomen per dag verschillen. Daarnaast kunnen er door individuele verschillen, bijvoorbeeld binnen een gezin, verschillende symptomen optreden (OVV, 2015). De symptomen van een chronische vergiftiging variëren van lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn en misselijkheid, tot psychische klachten als verwardheid en psychoses (Hendriks, 2017). De symptomen komen in beginsel veelal overeen met de symptomen die optreden bij een acute koolmonoxidevergiftiging. Bij herhaalde blootstelling worden de klachten steeds erger. De patiënt kan verward worden, vaak in combinatie met duizelingen en evenwichtsstoornissen. Op den duur kunnen ernstige verschijnselen ontstaan, zoals karakterveranderingen. Uiteindelijk ontstaat een progressieve geestelijke achteruitgang met apathie. Een normaal gesprek met de patiënt is niet meer mogelijk. Herhaald flauwvallen of kortdurend coma kan ook optreden bij ernstige chronische koolmonoxidevergiftigingen (Mooij, 2008). Chronische koolmonoxidevergiftiging bij jonge kinderen kan resulteren in functionele en ontwikkelingseffecten.

Meer informatie: De betekenis van het carboxyhemoglobine .