De keuze voor de kernsets van indicatoren voor mentale gezondheid is per (deel)populatie gebaseerd op een zo compleet mogelijke dekking van de bouwstenen in de definitie van mentale gezondheid met zo min mogelijk cijfers uit bestaande databronnen. De bouwstenen in de definitie staan in Figuur 2. De definitie van mentale gezondheid laat zich als volgt samenvatten: “De manier waarop je je verhoudt tot jezelf en tot anderen en hoe je omgaat met de uitdagingen in het dagelijks leven. Tegelijkertijd gaat het ook over hoe jij en anderen in de samenleving dit ervaren”.
Bekijk het eerdere advies voor meer informatie over de bepaling van de indicatorenset voor mentale gezondheid per (deel)populatie.
Figuur 2. De 18 bouwstenen en 4 componenten van mentale gezondheid, schematisch gerangschikt naar relevantie voor de definitie van mentale gezondheid. Bron: Van Bon-Martens e.a., 2022.
Overzicht indicatoren mentale gezondheid
Hieronder staat het overzicht van de indicatoren voor mentale gezondheid (tabel 1) zoals ze op deze website te vinden zijn. Bij de betreffende webpagina’s voor de (deel)populaties staat informatie over de indicator, gebruikte meetinstrument, de databron, de exacte leeftijdsrange van de deelpopulatie en het jaar van meting. De voorgestelde indicatoren komen uit databronnen die al vele jaren lopen en waarschijnlijk de komende jaren ook nog zullen lopen. Een aantal indicatoren komt in verschillende databronnen voor. De cijfers kunnen echter niet altijd direct met elkaar vergeleken worden: er moet dan rekening gehouden worden met verschillen in onderzoeksmethoden en respons.
Tabel 1. Indicatoren mentale gezondheid voor de verschillende indicatorensets per (deel)populatie.
Nr |
Indicator |
Algemene bevolking |
Kinderen |
Adolescenten |
Jongvolwassenen |
Volwassenen |
Ouderen |
Studenten |
Werkenden |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mentaal welbevinden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
01.01 |
Gemiddelde score op mentaal welbevinden |
|
x |
x |
|
|
|
|
|
02.02 |
Percentage mensen dat floreert |
|
|
|
|
|
|
x |
|
03.01 |
Percentage mensen dat tevreden is over zijn/haar leven |
|
x |
x |
|
|
|
x |
|
03.02 |
Percentage mensen dat tevreden is over zijn/haar leven |
x |
|
|
x |
x |
x |
|
x |
03.03 |
Gemiddelde score op levenstevredenheid |
|
|
|
|
|
|
x |
|
04.01 |
Percentage mensen dat het gevoel heeft controle over het eigen leven te hebben |
|
|
x |
|
|
|
|
|
05.01 |
Percentage mensen dat vertrouwen heeft in eigen bekwaamheid om met problemen om te gaan |
|
x |
x |
|
|
|
|
|
06.01 |
Percentage mensen dat bij iemand terechtkan (bij een probleem of als hij/zij ergens mee zit) |
|
|
x |
|
|
|
|
|
07.02 |
Gemiddelde score op veerkracht |
|
|
|
x |
|
|
|
|
07.03 |
Percentage mensen met een gemiddelde tot hoge mate van veerkracht |
|
|
|
|
|
|
x |
|
08.01 |
Percentage mensen dat weerbaar is |
|
|
|
x |
|
|
x |
|
Mentale problemen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
09.01 |
Percentage mensen met mentale problemen |
|
x |
2 |
|
|
|
|
|
10.01 |
Percentage mensen met psychische klachten |
x |
|
x |
x |
x |
x |
x |
x |
11.01 |
Percentage mensen met een hoog risico op een angststoornis of depressie |
x |
|
|
|
x |
x |
|
x |
12.01 |
Percentage mensen dat zich door emotionele problemen beperkt voelt bij werk of andere dagelijkse bezigheden |
x |
|
x |
x |
x |
x |
|
x |
13.01 |
Percentage mensen met burn-outklachten |
|
|
|
|
|
|
|
2 |
13.02 |
Percentage mensen met burn-outklachten |
|
|
|
|
|
|
x |
|
14.01 |
Percentage mensen dat sterk eenzaam is |
x |
|
|
x |
x |
x |
x |
x |
Psychische aandoeningen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
15.01 |
Percentage mensen met een angststoornis |
x |
|
|
|
x |
x |
|
x |
16.01 |
Percentage mensen met een stemmingsstoornis |
x |
|
|
|
x |
x |
|
x |
17.01 |
Percentage mensen met ten minste één psychische aandoening |
x |
|
|
|
x |
x |
|
x |
18.01 |
Percentage mensen met twee of meer psychische aandoeningen |
x |
|
|
|
x |
x |
|
x |
Cellen zijn leeg als de indicator niet in de indicatorenset is opgenomen. 2 betekent 2 cijfers voor die indicator.
Met determinanten worden zowel risico- als beschermende factoren bedoeld voor mentale gezondheid. Een groslijst van determinanten is beoordeeld op relevantie voor de Monitor door 40 sleutelfiguren (onder andere onderzoekers, beleidsmedewerkers en professionals in de geestelijke gezondheidszorg, en de leden van het projectteam). Deze criteria namen zij in hun beoordeling mee:
-
Is de determinant te beïnvloeden door het individu zelf, de gemeenschap waarin zij leven, of de maatschappij in bredere zin?
-
Als de determinant zelf niet te beïnvloeden is: helpt de determinant bij het bepalen op welke personen het beleid zich moeten richten?
-
Heeft de determinant een causale relatie met mentale gezondheid (al dan niet wederkerig)?
-
Komt de determinant vaak voor in de algemene bevolking of een van de deelpopulaties (kinderen, adolescenten, jongvolwassenen, volwassenen, ouderen, studenten, werkenden, mensen in een lage sociaaleconomische positie)?
-
Heeft de determinant effect op meerdere en/of veel voorkomende uitkomsten van mentale gezondheid?
De gekozen determinanten zijn vetgedrukt in het conceptuele model voor de Monitor mentale gezondheid. In de loop van 2024 worden de specifieke indicatoren voor deze determinanten, in overleg met de bronhouders, vastgesteld.
Voor het opstellen van een set van indicatoren voor de gevolgen van mentale ongezondheid, is beknopt literatuuronderzoek gedaan en met een aantal experts gesproken. Het resultaat is een lijst met 22 indicatoren, meestal op basis van registratiebronnen. Zie tabel 2. De cijfers voor deze indicatoren gaan we in de loop van 2024 verzamelen en toevoegen aan deze webpagina.
Tabel 2. Kernset indicatoren gevolgen mentale ongezondheid en bijbehorende databronnen.
|
Indicatornaam |
Databron |
---|---|---|
Zorggebruik |
||
|
Aantal huisartspatiënten: |
Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn |
1 |
|
|
2 |
|
|
3 |
|
|
|
Aantal patiënten (%) van 18 jaar of ouder dat gebruik maakt van specialistische ggz (geestelijke gezondheidszorg) vanwege: |
Vektis |
4 |
|
|
5 |
|
|
6 |
|
|
7 |
Aantal jeugdigen (0-18 jaar) dat gebruik maakt van jeugdhulp met of zonder verblijf |
CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) Jeugdmonitor/Statline |
Toegankelijkheid zorg |
||
8 |
Aantal wachtenden (18+ jaar) voor specialistische ggz per 1 januari |
Vektis (vanaf 2018 tot juli 2022) / Nederlandse zorgautoriteit (vanaf juli 2022) |
9 |
Gemiddelde wachttijd voor specialistische ggz |
|
Zorguitgaven |
||
10 |
Gemeentelijke kosten jeugdhulpa |
CBS |
|
Zorguitgaven voor: |
RIVM (Kosten van ziekten) |
11 |
|
|
12 |
|
|
13 |
|
|
14 |
|
|
Uitval school of werk |
||
15 |
Ziekteverzuimpercentage door psychische klachten, overspannenheid en burnout |
NEA (CBS en TNO) |
16 |
Aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen vanwege psychische stoornissen (% tov totaal aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen) |
CBS |
17 |
Aantal (%) leerlingen met relatief verzuim (meer dan 16 uur ongeoorloofd verzuim gedurende 4 opeenvolgende lesweken) |
DUO |
Ziektelast en sterfte |
||
|
Ziektelast (in DALY (Disability Adjusted Life Year)’s) als gevolg van: |
Combinatie meerdere databronnen (w.o. CBS Doodsoorzakenstatistieken en Nemesis) |
18 |
|
|
19 |
|
|
20 |
|
|
|
Aantal overledenen per 100.000 inwoners als gevolg van: |
CBS Doodsoorzaakstatistieken |
21 |
|
|
22 |
|
|
a Jeugdhulp zonder verblijf (wijkteam en niet-wijkteam), jeugdhulp met verblijf. Cijfers zijn niet voor alle gemeenten beschikbaar.
b Psychische aandoeningen totaal, exclusief verstandelijke beperking en dementie.