Gedrag van mensen - burgers en (zorg)professionals - speelt een centrale rol bij de preventie, tijdige detectie en effectieve behandeling van ziekten. De COVID-19 pandemie toont duidelijk het belang van grootschalige gedragsverandering. Testen, afstand houden en vaccineren was essentieel voor een effectieve respons. Toegang tot actuele gedragskennis en praktisch bruikbare handelingsperspectieven ondersteunde beleidsmakers en (zorg)professionals om te komen tot de gewenste gedragsveranderingen. Denk bijvoorbeeld aan kennis over draagvlak voor (toekomstig) maatregelen of over effectieve communicatie. Ook de eventuele neveneffecten van maatregelen op bijvoorbeeld mentale gezondheid zijn meegenomen.
Gedragswetenschappelijke kennis kan bij een toekomstige pandemie beter en eerder ingezet worden (zie RIVM, 2023). Het RIVM stelde daarom een plan van aanpak voor pandemische paraatheid op voor sociale en gedragswetenschappen. Het streven is daarbij om gedragswetenschappen in de toekomst beter te benutten bij het voorkomen en bestrijden van een pandemie. Het versterken en structureel organiseren van gedragswetenschappelijk onderzoek zijn daarbij randvoorwaardelijke onderdelen.
De belangrijkste onderdelen van het plan zijn:
1. Versterken samenwerking en kennisdeling tussen maatschappij, beleid en wetenschap
Om bij een volgende pandemie gedragswetenschappelijke kennis beter te kunnen benutten, is het belangrijk dat betrokkenen uit beleid, praktijk en wetenschap onderling gemakkelijk kennis, vragen en ervaringen kunnen uitwisselen. Het RIVM fungeert daarbij als kennismakelaar tussen de overheid, professionals uit het veld en de gedragswetenschappelijke kennis en expertise in binnen- en buitenland. Het RIVM gaat daarom werken aan het uitbouwen en verduurzamen van een sterk academisch netwerk én een netwerk met maatschappelijke stakeholders. Dit kennisnetwerk zal bijdragen aan:
- Het bevorderen van snelle en effectieve kennisdeling en -vertaling van sociaal en gedragswetenschappelijke kennis naar stakeholders uit beleid en maatschappij.
- Het ophalen van kennisbehoeften bij diezelfde stakeholders om onderzoek en kennisontwikkeling daar beter op aan te laten sluiten.
2. Organiseren van een stevige en actuele kennisbasis gedrag en infectieziektebestrijding
Beleidsmakers en professionals hebben veel aan toegang tot actuele kennis en praktisch bruikbare handelingsperspectieven ter ondersteuning van een effectieve bestrijding. Daarbij gaat het over:
- kennis over naleving van en draagvlak voor (toekomstig) beleid;
- effectieve communicatie over en implementatie van gedragsadviezen;
- monitoring van eventuele neveneffecten van beleid op bijvoorbeeld mentale gezondheid.
Om hierin te kunnen voorzien, zorgt het RIVM voor een structurele kennisbasis. Deze bestaat onder andere uit periodieke metingen van gedrag en factoren die van invloed zijn op dat gedrag. Daarbij is er bijzonder aandacht voor specifieke groepen in de bevolking waarvoor de impact van beleid extra groot is of groepen die moeilijker bereikt worden door reguliere communicatie tijdens een crisis. Bekijk deze publicatie voor een overzicht van geleerde lessen uit de COVID-19-pandemie over deze onderwerpen.
Om in de toekomst vanuit het RIVM met sociaal- en gedragswetenschappelijk onderzoek bij te kunnen dragen aan het voorkómen en/of bestrijden van een mogelijke volgende pandemie, werken we aan het versterken en borgen van de tijdens de coronapandemie opgebouwde kennis en expertise. Daarnaast gaan we onderzoeksrichtlijnen en meetinstrumenten voor gedragswetenschappelijk onderzoek klaarzetten en up-to-date houden zodat bij een uitbraak snel kan worden opgeschaald.