Voor goede zorg en ondersteuning van (aanstaande) ouders is het belangrijk om inzicht te hebben in aspecten van kwetsbaarheid. Verschillende risico- en beschermende factoren hebben invloed op kwetsbaarheid tijdens de zwangerschap en binnen het gezin. Deze factoren kunnen gaan over zowel medische als sociale kwesties. Voorbeelden van risicofactoren zijn armoede en een slechte leefstijl. Voorbeelden van beschermende factoren zijn een stabiele gezinssituatie en een ondersteunend sociaal netwerk.
Het RIVM onderzocht in 2021 samen met het LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum)-Health Campus Den Haag, Erasmus MC (Erasmus University Medical Center) of het mogelijk is om vanuit bestaande gegevens over risico- en beschermende factoren meer inzicht te krijgen in kwetsbaarheid. Dit artikel beschrijft de eerste stappen in deze zoektocht. We onderzoeken in het artikel of we verschillende groepen zwangeren kunnen achterhalen die dezelfde risico- en beschermende factoren hebben voor kwetsbaarheid. Ook kijken we naar de relatie tussen deze groepen en gezondheidsuitkomsten voor moeder en kind.
Wat hebben we gedaan?
De studie maakte gebruik van DIAPER. Dit is een data-infrastructuur met gegevens vanuit Perined (zwangerschap en geboorte), Vektis (zorggebruik) en CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)-microdata (achtergrondkenmerken van ouders over bijvoorbeeld huishoudsamenstelling, werk, inkomen, leefomgeving). Ook gebruikte de studie gegevens uit de gezondheidsmonitor 2016.
Het onderzoek voerden we uit onder 4.172 zwangere vrouwen die 1 of 2 jaar voor hun zwangerschap deelnamen aan deze Gezondheidsmonitor. Van deze vrouwen zijn gegevens beschikbaar over 42 variabelen die mogelijk invloed hebben op kwetsbaarheid. Dit zijn gegevens over onder andere leefstijl, huishoudsamenstelling en individuele kenmerken.
Op basis hiervan zijn 5 groepen vrouwen die op elkaar lijken gevonden omdat ze dezelfde risico- en beschermende factoren voor kwetsbaarheid hebben.
Wat laten we zien?
De eerste groep had verschillende risicofactoren voor kwetsbaarheid op verschillende domeinen tegelijk (meervoudige kwetsbaarheid). Denk aan geen inkomen of een uitkering en een grotere kans op depressieve of angstige klachten. 3 andere groepen delen risicofactoren op 1 specifiek domein: hoog zorggebruik, psychosociale kwetsbaarheid en sociaaleconomische kwetsbaarheid. De laatste groep wordt omschreven als gezond en sociaaleconomisch stabiel; zij delen vooral beschermende factoren zoals een goede ervaren gezondheid en een betaalde baan.
De vrouwen met meervoudige kwetsbaarheid bleken vergeleken met de gezond en sociaaleconomisch stabiele groep vaker slechtere gezondheidsuitkomsten te hebben. Denk aan een vroeggeboorte, laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap, of een keizersnede. De andere 3 groepen hadden geen slechtere gezondheidsuitkomsten. Dat komt mogelijk door de beschermende factoren die zij hebben op andere domeinen. Het kan ook zijn dat vooral de combinatie van risicofactoren in verschillende domeinen zorgt voor negatieve uitkomsten. Risicofactoren in 1 domein betekent dan niet automatisch een slechtere uitkomst.
Conclusie
Het onderzoek laat zien dat het mogelijk is om verschillende kwetsbaarheidsgroepen te onderscheiden. Vooral het hebben van meerdere risicofactoren in meerdere domeinen (meervoudige kwetsbaarheid) heeft een negatieve invloed op gezondheidsuitkomsten voor moeder en kind. In vervolgonderzoek wordt onder andere gekeken of het mogelijk is om met alleen DIAPER-data (zonder gegevens uit de Gezondheidsmonitor) op populatieniveau inzicht te krijgen in de omvang van deze groep. Dit draagt bij aan de monitoring op landelijk, regionaal, gemeente- of wijkniveau.
Het artikel is gepubliceerd in het European Journal of Public Health (2023). Auteurs: Joyce Molenaar, Lindsey van der Meer, Loes Bertens, Eline de Vries, Adja Waelput, Marian Knight, Eric Steegers, Jessica Kiefte-de Jong en Jeroen Struijs.
Een gedeelte van dit onderzoek en de resultaten is ook eerder beschreven in de factsheet Monitor Kansrijke Start 2021 en 2022.