Het RIVM heeft een risicoschatting gemaakt van de effecten van de emissie van de stof perfluoroctaanzuur (PFOA perfluoroctaanzuur (perfluoroctaanzuur )) uit de fabriek van de chemiefabriek DuPont/Chemours in Dordrecht op de gezondheid van omwonenden.

Hiervoor heeft het RIVM een gezondheidskundige grenswaarde vastgesteld voor langdurige blootstelling aan PFOA perfluoroctaanzuur (perfluoroctaanzuur ). Bij een langdurige blootstelling onder dit niveau, worden geen negatieve effecten op de gezondheid verwacht. Boven de grenswaarde is er een risico op gezondheidseffecten.

Het RIVM heeft de berekeningen uitgevoerd op basis van beschikbare informatie over uitstoot. Op basis van beschikbare informatie heeft het RIVM ervoor gekozen om te rekenen met een uitstoot van 5.000 kilo per jaar in de periode 1992 tot 1997. In de periode 1998 tot 2012 is de uitstoot geleidelijk afgenomen. Vanaf 2012 werd PFOA niet meer gebruikt bij de productie van teflon.

Omdat er over de periode van 1970 tot 1992 geen gegevens bekend zijn over de uitstoot, heeft het RIVM voor deze periode drie scenario’s doorgerekend:

•    Scenario 1: geen uitstoot.
•    Scenario 2: uitstoot van 5.000 kilo per jaar.
•    Scenario 3: uitstoot liep geleidelijk op van 0 ton naar 5.000 kilo per jaar.

Het RIVM heeft berekend in hoeverre de grenswaarde in twee verschillende zones om de fabriek is overschreden.

 

Voor de buitenste contour geldt dat de RIVM grenswaarde in geen van de scenario’s wordt overschreden. Voor de binnenste contour (een cirkel van 750 meter rond het bedrijf) geldt dat de RIVM grenswaarde in scenario 2 en 3 wordt overschreden. Bij deze langdurige blootstelling aan PFOA zijn gezondheidseffecten, zoals op de lever, niet uit te sluiten. Er is geen verhoogd risico op schade bij het ongeboren kind. Het indicatieve kankerrisico wordt ingeschat als een verwaarloosbaar risico, wat echter moet worden getoetst in vervolgonderzoek.

Op basis van de risicobeoordeling worden aanbevelingen gedaan voor aanvullend onderzoek, waarmee kan worden bepaald of een gezondheidsonderzoek onder omwonenden zinvol is.