Om te achterhalen of stoffen in rubbergranulaat effect hebben op de gezondheid, is het belangrijk om te weten of stoffen kunnen vrijkomen uit rubbergranulaat. Vervolgens moet worden onderzocht of het lichaam de stoffen opneemt.
Experiment
Er zijn drie soort laboratoriumproeven uitgevoerd: in welke mate stoffen via de huid in het lichaam kunnen terechtkomen, via het spijsverteringskanaal of via de longen. Dit zijn zogeheten migratietesten. Het gaat om experimenteel onderzoek waarbij wordt gewerkt met kunstmatig zweet en maag- en darmsap. Het zijn erg ingewikkelde proeven waar gespecialiseerde apparatuur voor nodig is. Gezien de gestelde tijd kon dit niet voor veel monsters worden gedaan. Voor de blootstelling via de longen is onderzocht in welke mate stoffen uit rubbergranulaat uitdampen naar de lucht bij warme omstandigheden.
Voor verschillende leeftijden en categorieën sporters is ingeschat hoe vaak en hoe lang sporters in contact zijn met rubbergranulaat. Bijvoorbeeld voor een kind van 4 jaar, een keeper van 7 jaar, tieners en volwassenen die intensief sporten, en bij levenslange blootstelling. Vervolgens is berekend in hoeverre deze categorieën mensen aan de vrijgekomen stoffen blootstaan. Voor deze berekening is per stof uitgegaan van de hoogste gevonden hoeveelheid die in het lichaam kan worden opgenomen. Er is dus uitgegaan van het worstcase-scenario. Op basis hiervan is een inschatting gemaakt van de gezondheidsrisico’s.
Inslikken
In een laboratorium wordt nagebootst wat er gebeurt als rubbergranulaat wordt ingeslikt. Eerst wordt het granulaat van monsters blootgesteld aan speeksel, dan aan maagsap en ten slotte aan darmsap. Dit is een experiment in een laboratoriumopstelling. Dat betekent dat het granulaat niet echt wordt ingeslikt door mensen en dat de lichaamssappen zijn nagemaakt. Het deel van de stoffen dat in het granulaat blijft zitten kan niet door het lichaam worden opgenomen en zal via de ontlasting worden uitgescheiden.
Foto’s van rubbergranulaat in het tiny-TIM (Tweede Immunisatie MenC) systeem tijdens het experiment.
A. Rubbergranulaat in het kunstmatige maagcompartiment.
B. Rubbergranulaat in het kunstmatige darmcompartiment
Huidcontact
Voor de blootstelling via de huid is gekeken in welke mate stoffen uit rubbergranulaat oplossen in kunstmatig zweet. De hoeveelheid stoffen die in 2 uur bij 37 °C uit rubbergranulaat vrijkomen is gemeten. Dit is gedaan voor monsters van zeven velden met rubbergranulaat.
Inademen
Vooral in de zomer kunnen uit rubbergranulaat vluchtige stoffen vrijkomen als het veld warm wordt. Om dit na te bootsen zijn monsters verwarmd tot 60 graden Celsius in een afgesloten buis. Door de hoge temperatuur kunnen stoffen gemakkelijker verdampen. Als stoffen bij deze hoge temperaturen niet verdampen, dan zullen deze stoffen bij lagere temperaturen ook niet vrijkomen.
Rubbergranulaat bestaat over het algemeen uit deeltjes van 0,5 tot 3 millimeter. Het is onwaarschijnlijk dat de stoffen volledig uit de deeltjes vrijkomen en worden opgenomen door de huid en in het maagdarm-systeem. De stoffen binnen in de deeltjes zitten min of meer ‘opgesloten’ in de moleculaire structuur van het rubber. De resultaten van deze onderzoeken geven een consistent beeld.
Zie voor meer informatie Achtergrondinformatie chemische analyses rubbergranulaat.