26 januari 2021: Nieuw onderzoek naar chemische samenstelling rubbergranulaat; geen aanleiding tot heropenen eerder RIVM onderzoek
Onlangs is er een proefschrift gepubliceerd van Ewa Skoczyńska van de Vrije Universiteit Amsterdam over stoffen in rubbergranulaat. Na het verschijnen van dit proefschrift stelde onder andere Zembla de vraag of de resultaten gevolgen hebben voor de conclusies van eerdere onderzoeken van het RIVM naar rubbergranulaat in 2016 en 2018. Lees verder
17 juli 2019: artikel in NTvG (Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde)Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde en reactie RIVM
Op 17 juli heeft het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTVG) een artikel geplaatst: "Rubbergranulaat op kunstgrasvelden. Veilig of niet veilig voor kinderen?" De reactie van het RIVM is ook te vinden bij het artikel, onder het tabje kaders.
6 juni 2019: Indicatieve studie naar uitdamping van stoffen uit rubbergranulaat bij hitte
Ook bij zeer hoge temperaturen komen nauwelijks chemische stoffen vrij uit een kunstgrasveld met rubbergranulaat. De concentraties vluchtige organische stoffen, aldehyden en PAKs (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen ) die in een indicatieve studie door het RIVM werden gemeten, zijn zo laag dat er geen risico voor de gezondheid worden verwacht. Het RIVM deed in 2018 op een extreem warme dag met temperaturen tot 37 ˚C metingen op een kunstgrasveld. De temperatuur van het rubbergranulaat werd hierbij 70 ˚C. In het onderzoek in 2016 was al onderzocht of er stoffen uitdampen bij verhitting van het rubbergranulaat. Het rubbergranulaat werd toen verhit tot 60 ˚C. Dit was niet in de praktijk getest. Naar aanleiding van een vraag van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) heeft het RIVM deze indicatieve studie uitgevoerd in 2018. Meer informatie:
16 augustus 2018: Voorstel strengere norm voor PAK (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen )’s in rubbergranulaat
Het RIVM heeft bij het Europees Chemicaliën Agentschap (ECHA) namens de Nederlandse overheid een voorstel ingediend voor verlaging van de norm voor acht kankerverwekkende polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) in rubbergranulaat op sportvelden en speelveldjes. Door verlaging van de norm naar 17 milligram per kilogram (0.0017%) voor de som van acht PAK’s wordt gebruik van korrels met onveilig hoge concentraties aan PAK's verboden. De huidige normen voor PAK’s in granulaat die aan het algemene publiek worden geleverd liggen op 100 mg/kg (kilogram) voor twee van de PAK's en 1000 mg/kg voor de andere zes. Op basis van beschikbare gegevens voldoet in Europa momenteel circa 95% van het granulaat dat op sportvelden wordt gebruikt aan de nieuw voorgestelde norm. Het voorstel is onderdeel van een zogenaamd REACH (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals ) Restrictiedossier dat het RIVM heeft opgesteld opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Lees meer: vragen en antwoorden Normering PAK's in rubbergranulaat.
10 juli 2018: Tweede kamerbrief en overleg minister
Staatssecretaris Van Velthoven (Infrastructuur en Waterstaat, I&W (Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat)) heeft het rapport Verkenning milieueffecten rubbergranulaat bij kunstgrasvelden, samen met het rapport van STOWA (Foundation for Applied Water Research), op 3 juli aangeboden aan de Tweede Kamer. In de Kamerbrief deelt ze de zorg over de milieueffecten die het RIVM en STOWA hebben geformuleerd. De komende maanden vinden gesprekken plaats met betrokken partijen om te bespreken of nader onderzoek noodzakelijk is, en hoe de milieueffecten zijn te voorkomen of tenminste zijn te verkleinen. Het RIVM neemt deel aan deze gesprekken.
3 juli 2018: Rubbergranulaat op kunstgrasvelden milieubelastend.
Het rapport Verkenning milieueffecten rubbergranulaat bij kunstgrasvelden is verschenen.
Zie ook het nieuwsbericht.
18 juni 2018: Stand van zaken Milieu-onderzoek
Op dit moment leggen het RIVM en STOWA de laatste hand aan hun rapporten over het Milieu-onderzoek rubbergranulaat. De onderzoeken kijken welke effecten het gebruik van rubbergranulaat op kunstgrasvelden mogelijk heeft op het milieu.
De Wetenschappelijke Klankbordgroep is eind mei bijeen geweest om de wetenschappelijke kwaliteit van de bevindingen tot dan toe te toetsen. Het verslag hiervan wordt op deze site gepubliceerd.
Eind juni komt de Maatschappelijke Klankbordgroep voor de derde keer bijeen. Deze klankbordgroep bestaat uit organisaties die op verschillende manieren betrokken zijn bij het gebruik van rubbergranulaat op sportvelden. Er vindt dan een gesprek plaats over de bevindingen uit het onderzoek.
Het RIVM biedt het definitieve onderzoeksrapport (inclusief de resultaten en conclusies van STOWA) begin juli aan aan de opdrachtgever (het ministerie van ). Het rapport wordt naar verwachting in de eerste week van juli gepubliceerd op deze website. Er verschijnt dan ook een nieuwsbericht.
22 maart 2018: Voorstel ECHA (European Chemicals Agency) en Nederland voor nieuwe norm PAK’s in rubbergranulaat in juli
In eerdere berichten informeerden we dat verwachtten het voorstel voor een nieuwe norm voor PAK’s in rubbergranulaat in april ingediend zou worden. Omdat er tijdens de openbare consultatieronde veel nieuwe informatie is ontvangen wat beoordeeld moet worden, wordt het voorstel ingediend in juli. De voortgang van dit traject is te volgen op de website van het European CHemicals Agency (ECHA).
Samen met het ECHA werkt het RIVM namens Nederland aan een voorstel voor strengere normen voor PAK's in rubbergranulaat op sportvelden. Het RIVM concludeerde na een uitgebreid onderzoek in 2016 dat de concentratie van PAK's in het rubbergranulaat dat nu op de velden ligt ver onder de toegestane norm valt. Om dit zo te houden en verantwoord sporten op dit materiaal ook in de toekomst mogelijk te houden, worden de normen aangescherpt.
21 maart 2018: artikel in AD over nieuw Amerikaans onderzoek
Op 20 maart 2018 verscheen in het AD een artikel waarin staat dat er in Amerikaans onderzoek geen relatie is vastgesteld tussen het sporten op velden met rubbergranulaat en kanker. Het gaat om het artikel "Incidence of malignant lymphoma in adolescents and young adults in the 58 counties of California with varying synthetic turf field density" van de auteurs Archie Bleyer en Theresa Keegan. De resultaten van dit onderzoek heeft het RIVM in 2016 kunnen betrekken in het onderzoek naar de veiligheid van sporten op rubbergranulaat, omdat deze resultaten al op internet waren gepubliceerd. Zie p. 243 en verder van ons wetenschappelijk rapport. In april van 2018 is dit Amerikaanse onderzoek officieel gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift ' Cancer Epidemiology'.
20 maart 2018: internationale review van rapport Beoordeling gezondheidsrisico's sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat
Het RIVM heeft op verzoek van de Commissie van Toezicht (CvT) een internationale review laten uitvoeren naar het onderzoek naar rubbergranulaat. De wetenschappelijke klankbordgroep die bij het onderzoek naar de “Beoordeling gezondheidsrisico’s sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat” adviseerde, bestond uitsluitend uit nationale experts. Daarom heeft de CvT het RIVM gevraagd om een internationale review van het rapport te laten uitvoeren. Het RIVM heeft hiervoor drie gerenommeerde instellingen benaderd die ervaren zijn in de risicobeoordeling onder wettelijke kaders. Reviewers van de United States Environmental Protection Agency (US-EPA (United States Environmental Protection Agency)) (op persoonlijke titel), het Duitse Bundesinstitut für Risikobewertung (BfR (Federal Institute for Risk Assessment)) en het European Chemicals Agency (ECHA) in Helsinki hebben het rapport beoordeeld en hun bevindingen gerapporteerd. De hoofdconclusies en de reactie van het RIVM zijn nu gepubliceerd op de website in het Nederlands en Engels. De samenvattingen zijn hier ook te vinden (in het Engels).
30 januari 2018: Monsternemers op pad
Vanaf vandaag bezoeken het RIVM en de STOWA voetbalclubs om daar monsters te nemen van (grond)water en (water)bodem. Het RIVM laat de monsters vervolgens analyseren om te weten te komen welke stoffen uit rubbergranulaat in de omgeving van een voetbalveld worden aangetroffen. Ook wordt gekeken in welke concentratie de stoffen in de genomen monsters worden aangetroffen. Die concentraties worden vervolgens vergeleken met beschikbare kwaliteitsnormen. De STOWA hangt bij de clubs 'passive samplers' op. Die blijven ongeveer vier weken hangen. Deze passive samplers leggen stoffen uit het drainagewater van de velden vast. Daarna test de STOWA met dit water de mogelijke effecten op waterorganismen. STOWA voert ook biologische testen uit met waterbodemmonsters. In totaal worden er bij 10 clubs monsters genomen. Deze twee onderzoekssporen moeten samen duidelijkheid geven of het rubbergranulaat op de sportvelden effect heeft op het milieu rond de velden. Meer informatie over het onderzoek is te vinden op de pagina rubbergranulaat milileu onderzoeksopzet.
08 januari 2018: samenvatting van de bijeenkomst RIVM, ECHA en deskundigen over infillmateriaal op sportvelden
In november 2017 vond een bijeenkomst plaats met deskundigen van bedrijven, overheden, onderzoeksinstellingen en universiteiten over infillmateriaal op sportvelden. Op onze website is nu de introductie van deze bijeenkomst en weergave/samenvatting van de bijeenkomst te vinden. Gezien het internationale karakter van deze bijeenkomst, zijn deze documenten alleen beschikbaar in het Engels.
14 november 2017: nieuwe publicaties over rubbergranulaat en gezondheid
In september en november zijn er nieuwe publicaties verschenen over rubbergranulaat en gezondheid: een artikel van professor Andrew Watterson en een onderzoek van het Environment and Human Health, Inc. (EHHI).
Het artikel van professor Watterson geeft een overzicht van onderzoeken naar de gezondheidsrisico's van rubbergranulaat voor sporters en werkers. Hierbij geeft professor Watterson aan dat overheden (in Amerika en andere landen) de vraag of er een risico kleeft aan het het gebruik van rubbergranulaat nog niet afdoende hebben kunnen beantwoorden. Watterson is van mening dat in de toekomst op een andere manier moet worden omgegaan met de toepassing van (nieuwe) materialen met chemische stoffen. Zo moet er volgens hem meer controle zijn voordat een product op de markt wordt gebracht, moeten er strengere regels worden toegepast als het gaat om kinderen en zwangere vrouwen en moet er meer rekening gehouden worden met de blootstelling aan meerdere chemische stoffen tegelijk.
De EHHI publiceerde in november een overzicht van 22 onderzoeken over gezondheidseffecten van rubbergranulaat. EHHI beschrijft de tekortkomingen van de individuele studies. Een van de belangrijkste kritiekpunten is dat geen van de studies het combinatie effect onderzoekt van de gelijktijdige blootstelling aan verschillende stoffen meeneemt. Het RIVM beoordeelt nieuwe publicaties en neemt, in samenwerking met ECHA, nieuwe feiten mee bij het opstellen van een voorstel voor Europese normen voor PAK's in rubbergranulaat.
13 november 2017: RIVM en ECHA organiseren bijeenkomst met deskundigen over infillmateriaal op sportvelden
Op 24 november is er een bijeenkomst met deskundigen van bedrijven, overheden, onderzoeksinstellingen en universiteiten over infillmateriaal op sportvelden. Het RIVM organiseert deze bijeenkomst samen met ECHA om het voorstel voor strengere normen voor PAK's in rubbergranulaat op sportvelden goed te onderbouwen. In deze bijeenkomst wordt onder andere de informatie die door deze deskundigen tijdens de schriftelijke consultatie is ingebracht besproken. In de bijeenkomst zullen verschillende onderwerpen aan bod komen zoals de hoogte van de norm voor PAK's, de impact van de mogelijke maatregelen en het gebruik van alternatieve materialen. Van de bijeenkomst zullen we een samenvatting publiceren op de RIVM website.
12 oktober 2017: uitzending Zembla over rubbergranulaat en milieu
Zembla behandelde op 11 oktober in hun uitzending mogelijke verontreiniging van milieu door rubbergranulaat. In de aanloop naar de uitzending stelde Zembla het RIVM vragen. De vragen en de antwoorden zijn gepubliceerd op onze website. Verder zijn de vragen en antwoorden onder het kopje milieu en overig aangevuld op de pagina veelgestelde vragen.
23 augustus 2017: het RIVM en ECHA vragen nieuwe informatie over infillmateriaal op sportvelden
Het RIVM en ECHA nodigen geïnteresseerde partijen uit om informatie aan te leveren over infillmateriaal op sportvelden. De instituten gebruiken de informatie voor het onderbouwen van een voorstel voor strengere normen van PAK's voor rubbergranulaat op sportvelden (zie bericht van 29 juni). Door het RIVM onderzoek van afgelopen jaar is al veel bekend over de samenstelling van rubbergranulaat in Nederland. ECHA en het RIVM vragen met name om informatie over de samenstelling van rubbergranulaat in Europa en over de samenstelling, technische aspecten van het gebruik van alternatieven en de kosten van vervanging van rubbergranulaat. Op de website van ECHA vindt u het volledige bericht en meer informatie.
29 juni 2017: het RIVM werkt aan strengere normen voor rubbergranulaat op kunstgrasvelden
Samen met de European CHemicals Agency (ECHA) werkt het RIVM aan een voorstel voor strengere normen voor PAK's in rubbergranulaat op sportvelden. Het RIVM concludeerde na een uitgebreid onderzoek in 2016 dat de concentratie van PAK's in het rubbergranulaat dat nu op de velden ligt ver onder de toegestane norm valt. Om dit zo te houden en verantwoord sporten op dit materiaal ook in de toekomst mogelijk te houden, worden de normen aangescherpt. Staatssecretaris Dijksma van het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het RIVM hiertoe opdracht gegeven. De verwachting is dat het RIVM en de ECHA half 2018 met een eerste voorstel komen. Op de pagina 'Vragen en antwoorden' zijn vragen en antwoorden toegevoegd over het voorstel voor aangescherpte normen. Staat uw vraag (en antwoord) er niet bij? Stuur uw vraag dan naar info@rivm.nl.
11 mei 2017: het RIVM blijft achter de conclusie van het onderzoek naar sporten op rubbergranulaat staan
Er circuleert een persbericht van actiegroep 'Kom van dat gras af'. Het bericht stelt onder andere dat het RIVM geen onderzoek heeft gedaan naar stoffen die andere mogelijke gezondheidseffecten hebben dan kanker. Dat is onjuist.
Deze conclusie wordt getrokken door de actiegroep na onze uitleg dat de term verwaarloosbaar risico alleen gebruikt wordt voor stoffen die kanker veroorzaken. Voor een stof die kanker veroorzaakt (via DNA (deoxyribonucleic acid) schade) is er per definitie geen gezondheidskundige grenswaarde af te leiden. Als de concentratie van de stoffen die kanker kunnen veroorzaken zo laag is dat de kans op een effect heel erg klein is, dan wordt er gesproken over een 'verwaarloosbaar risico'. In het geval van rubbergranulaat gaat dit om de PAKs. Dat betekent niet dat gezondheidseffecten van andere stoffen niet onderzocht zijn. Voor andere stoffen spreken we niet over 'verwaarloosbaar risico' maar over een gezondheidskundige grenswaarde. Deze gezondheidskundige grenswaarde wordt gebruikt voor stoffen met andere effecten dan kanker, zoals effecten op de lever, op hart- en bloedvaten of voortplanting. Wanneer de hoeveelheid stoffen onder die gezondheidskundige grenswaarde blijft, dan is het veilig. Bij rubbergranulaat was dat het geval voor BPA (Bisphenol A), ftalaten en een groot aantal andere stoffen. Deze resultaten maken dat de conclusie van het onderzoek is dat het verantwoord is te sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat. Het RIVM blijft toekomstige onderzoeken naar de gezondheidseffecten van rubbergranulaat nauwgezet volgen.
22 maart 2017: het volledige wetenschappelijke rapport is gepubliceerd
In december zijn alle wetenschappelijke achtergronddocumenten al gepubliceerd op de website. Op 22 maart is ook het volledige wetenschappelijke rapport in het Engels gepubliceerd.
16 maart 2017: Beantwoording kamervragen
De minister heeft kamervragen beantwoord
28 februari 2017: ECHA publiceert onderzoek naar rubbergranulaat
Het onderzoek van het Europees Chemicaliën Agentschap (ECHA) naar mogelijke gezondheidsrisico’s van rubbergranulaat is gepubliceerd. De conclusie van ECHA is dat mensen veilig kunnen sporten op kunstgrasvelden ingestrooid met rubbergranulaat. ECHA adviseert om de huidige norm voor gevaarlijke stoffen in rubbergranulaat aan te passen waardoor ook in de toekomst rubbergranulaat wordt gebruikt met erg lage concentraties aan gevaarlijke stoffen, zodat sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat veilig blijft.
De methode voor risicobeoordeling van ECHA is vergelijkbaar met die van het RIVM. Er wordt gebruik gemaakt van dezelfde informatie over de schadelijkheid van de stoffen in het rubbergranulaat. De blootstellingscenario’s die door ECHA zijn ontwikkeld, lijken sterk op die van het RIVM. Verder geeft de studie van ECHA aanvullende informatie over:
• de markt voor bandenrecycling en de productie van rubbergranulaat (markt analyse);
• blootstellings- en risicobeoordeling van werknemers (profvoetballers en werknemers die kunstgrasvelden installeren en onderhouden);
• toepassing en mogelijke risico’s aan het gebruik van rubbergranulaat in indoor toepassingen.
De studie van ECHA gaat niet in op de mogelijke risico’s voor het milieu.
Lees ook het nieuwsbericht en rapport op de website van ECHA.
27 februari 2017: Aanvulling veelgestelde vragen
Naar aanleiding van de Zembla uitzending van 15 februari j.l. is er een aantal vragen bij het RIVM binnen gekomen. We hebben onze veelgestelde vragen daarom uitgebreid. Naar veelgestelde vragen rubbergranulaat.
15 februari 2017: reactie RIVM op onderzoek VU (Vrije Universiteit Amsterdam)
Een team onder leiding van Prof. Jacob de Boer heeft onderzoek gedaan naar de effecten van stoffen die uitlogen uit rubbergranulaat. De VU maakt hierbij gebruik van zebravissen-embryo’s. Het RIVM heeft contact gezocht met het onderzoeksteam van de VU en gevraagd om een toelichting op het onderzoek. De resultaten komen overeen met resultaten uit het onderzoek van het RIVM.
Het RIVM neemt het VU onderzoek serieus. Het onderzoek geeft nieuw inzicht, maar het inzicht is onduidelijk omdat we niet weten om welke stoffen het gaat en in hoeverre de situatie in de proef relevant is voor de blootstelling voor de mens. Dergelijk onderzoek kan resultaten geven over de schadelijkheid van de stoffen die uitlogen uit rubbergranulaat voor het milieu. Het VU zebravis-onderzoek kan ook relevante informatie geven over schadelijke effecten op de mens, maar dit kan pas beoordeeld worden als meer en kwantitatieve informatie voorhanden is. Bijvoorbeeld informatie over hoeveelheden, concentraties van stoffen en effecten van stoffen op de zebravisjes.
Het RIVM heeft onderzocht in welke mate stoffen uit het rubbergranulaat vrijkomen en hoe sporters met die stoffen in contact komen. Daarbij zijn de meest informatieve kwantitatieve zoogdier-studies gebruikt om de vertaling te kunnen maken naar effecten voor de mens. In vergelijking met die kwantitatieve zoogdierstudies geeft het huidige onderzoek van de VU geen aanvullende inzichten voor wat betreft de risicoschatting voor de mens.
Lees ook de volledige reactie van het RIVM op dit onderzoek
30 januari 2017: de staat Washington heeft rapport gepubliceerd over vóórkomen kanker bij voetballers
Het Ministerie van Gezondheid van de staat Washington in de Verenigde Staten heeft het rapport gepubliceerd "Investigation of reported cancer among soccer players in Washington State". Het RIVM verwijst naar deze studie in het rapport "Beoordeling gezondheidsrisico's door sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat", onder andere op pagina 31. De resultaten van dit rapport leiden niet tot aanpassing van de conclusie van het RIVM rapport. De conclusie blijft dat het verantwoord is om te sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat. Het rapport van de staat Washington is te vinden op hun site. Het RIVM voegt deze week een vraag en antwoord toe op de website met nadere uitleg van het rapport.
21 december 2016: Kabinetsreactie rubbergranulaat en rubbertegels
Minister Schippers (VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)) en staatssecretaris Dijksma (I&M (Ministerie van Infrastructuur & Milieu)) hebben een brief aan de Tweede Kamer gestuurd met de kabinetsreactie naar aanleiding van de onderzoeken van het RIVM naar rubbergranulaat en rubbertegels.
Zie voor meer informatie de Kamerbrief met de kabinetsreactie.
20 december 2016 : Sporten op rubbergranulaat is veilig
Het rapport Beoordeling gezondheidsrisico's door sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat is verschenen.
Zie ook nieuwsbericht Sporten op rubbergranulaat is veilig
13 december 2016: teleconferentie wetenschappelijke klankbordgroep
Op 13 december 2016 vond een teleconferentie plaats met de Wetenschappelijke Klankbordgroep Rubbergranulaat voor het RIVM onderzoek naar rubbergranulaat op kunstgrasvelden.
In dit telefonische overleg van de klankbordgroep stonden de interpretatie en presentatie van de wetenschappelijke resultaten en conclusies centraal. De leden die niet konden deelnemen aan de teleconferentie hebben vooraf een reactie gegeven op de door het RIVM gestuurde stukken. Het RIVM heeft naar aanleiding van de schriftelijke correspondentie de belangrijkste bespreekpunten gedestilleerd; deze punten zijn tijdens het telefonische overleg achtereenvolgend besproken.
28 november 2016: Stand van zaken onderzoek
Het RIVM-onderzoek is goed van start gegaan en verloopt tot op heden volgens planning. De onderzoeksopzet is beschikbaar op deze website. De veldbemonsteringen zijn afgerond (600 monsters van 100 velden). Het verzamelde rubbergranulaat is in de laboratoria om te worden geanalyseerd. De tijdsdruk op het onderzoek is groot. Alle betrokkenen zetten zich maximaal in om eventuele logistieke tegenslagen die bij ieder onderzoeksproject gebeuren zo snel mogelijk op te vangen. Er wordt onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van stoffen ín het rubbergranulaat, in de literatuur beschreven gezondheidseffecten van stoffen en er wordt verkennend laboratoriumonderzoek gedaan naar de stoffen die vrij kunnen komen úit het rubbergranulaat (via inslikken van de korrels, huidcontact of inademing door uitdamping). De verschillende milieu- en gezondheidsnormen die gelden voor stoffen, mengsels, halffabricaten en speelgoed worden inzichtelijk gemaakt in relatie tot de beoordeelde stoffen in het RIVM-onderzoek. Ook kijkt het RIVM naar het vóórkomen van leukemie en lymfklierkanker in Nederland (trends op basis van bestaande kankerregistraties in Nederland).
Er wordt geen onderzoek ín mensen verricht (bijv. bloed/urineonderzoek). Er wordt ook geen epidemiologisch onderzoek gedaan. Hierover komen wel veel vragen binnen bij het RIVM. Het is verstandig om dergelijk onderzoek pas te overwegen na zorgvuldig literatuuronderzoek. Daarnaast zijn beide typen onderzoek niet realiseerbaar vóór december 2016. Het RIVM heeft contact met onderzoekers betrokken bij de Amerikaanse en Europese studies die ook gaande zijn. De uitkomsten van deze studies worden verwacht na oplevering van het RIVM-rapport (exacte data nog onbekend). Verschillende aanwezigen signaleren een groeiende (internationale) belangstelling voor het RIVM-onderzoek.
26 november 2016: Beantwoording Kamervragen
De minister heeft meerdere Kamervragen beantwoord:
- Kamervragen van de SP
- Kamervragen van de CDA
- Kamervragen van de PVDA
- Kamervragen van de VVD
- Kamervragen van de PVV
22 en 24 november 2016: Focusgroepen met burgers
Het RIVM heeft twee bijeenkomsten georganiseerd met mensen die het RIVM hebben benaderd met vragen en/ of suggesties om over het onderzoek te communiceren. Door actief dit gesprek op te zoeken kan worden verkend welke specifieke informatiebehoeften er zijn. Om de vragen en zorgen uit de maatschappij te horen, is er ook een enquête uitgevoerd onder 1000 mensen.
Voor het verslag van de groepsgesprekken zie Klankbordgroepen
10 november 2016: Bijeenkomst maatschappelijke klankbordgroep
Op 10 november kwam voor de tweede keer een maatschappelijke klankbordgroep bijeen over het onderwerp rubbergranulaat op sportvelden. Deze klankbordgroep bestaat uit organisaties die op verschillende manieren betrokken zijn bij het gebruik van rubbergranulaat op sportvelden waarover onrust is ontstaan na de uitzending van Zembla op 5 oktober jl. Het initiatief van de klankbordgroep is ontstaan vanuit het RIVM om signalen en vragen die leven in de maatschappij en binnen komen bij deze organisaties, in beeld te brengen en met elkaar te delen.
Voor meer informatie en verslag zie Klankbordgroepen
2 november 2016: Bijeenkomst wetenschappelijke klankbordgroep
De wetenschappelijke klankbordgroep voor het RIVM-onderzoek is woensdag 2 november bijeen gekomen. Het RIVM heeft de adviezen van de wetenschappelijke klankbordgroep over het onderzoeksplan (de set stoffen en de methodische aanpak) verwerkt voor zover dat mogelijk is in de beperkte tijd en gegeven de praktische haalbaarheid. Ook de wetenschappelijke klankbordgroep heeft vastgesteld dat het onderzoek een deel van de maatschappelijke vragen kan beantwoorden. Goede risicocommunicatie en verwachtingenmanagement zijn nodig om ook de overige maatschappelijke vragen goed op te vangen. De wetenschappelijke klankbordgroep zal opnieuw bij elkaar komen als de gegevens van het literatuur- en veldonderzoek beschikbaar zijn.
Voor meer informatie en verslag zie Klankbordgroepen