Veel bouwmaterialen, zoals beton en baksteen, zijn gemaakt van bodemmaterialen. Die materialen bevatten dus ook natuurlijke radioactieve stoffen. Het gevolg is dat bouwmaterialen gammastraling uitzenden, waar we binnenshuis aan worden blootgesteld. Daar staat tegenover dat bouwmaterialen externe straling van buiten, dat wil zeggen kosmische straling en terrestrische straling, voor een belangrijk deel tegenhouden.
Gammastraling bouwmaterialen
De hoeveelheid gammastraling in een gebouw, en de stralingsdosis die daarvan het gevolg is, kan worden bepaald op basis van metingen of berekeningen. In 1985 zijn de resultaten gepubliceerd van metingen van stralingsniveaus in toenmalige Nederlandse woningen. In 2010 heeft het RIVM nieuwe meetgegevens gepubliceerd van het stralingsniveau in nieuwbouwhuizen uit de periode 1994-2003. In 2018 zijn de resultaten gepubliceerd van stralingsmetingen op werkplekken en in openbare gebouwen. Ook zijn in de loop der jaren meerdere berekeningen uitgevoerd, met verschillende modellen en rekenmethoden. Al deze gegevens leiden tot de conclusie dat gammastraling uit bouwmaterialen in Nederland een gemiddelde jaardosis oplevert van ongeveer 0,34 mSv (millisievert). Daar staat tegenover dat bouwmaterialen gemiddeld 0,27 mSv per jaar aan kosmische en terrestrische straling tegenhouden. Dat resulteert in een netto bijdrage van bouwmaterialen van 0,07 mSv per jaar. Die waarde zit ruim beneden de referentiewaarde van 1 mSv per jaar die sinds februari 2018 van kracht is. Ook geldt er vanaf dat moment regelgeving die moet voorkomen dat bouwmaterialen teveel gammastraling afgeven. De nieuwe regels zijn opgenomen in het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs (Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming)).
Berekening ruimtelijke verdeling externe straling door bouwmaterialen
In 2000 heeft het RIVM met een ingewikkeld rekenmodel (MARMER) de ruimtelijke verdeling in kaart gebracht van de dosis door gammastraling uit bouwmaterialen. Dat is gedaan voor een aantal referentiewoningen. De figuur (links: benedenverdieping, rechts: bovenverdieping) geeft daarvan een voorbeeld. De jaardosis die in de figuur wordt vermeld, in millisievert per jaar, geldt voor een verblijftijd van 100%. De resultaten van deze berekeningen komen goed overeen met de resultaten uit metingen in woningen. Alleen woningen op basis van houtskeletbouw vormen een uitzondering: die genereren een veel lagere dosis door gammastraling uit bouwmaterialen. Daar staat tegenover dat dit soort woningen minder straling van buiten tegenhoudt.
Totale stralingsdosis door externe straling
Als we willen weten wat de totale stralingsdosis is die we op leefniveau van nature door externe straling ontvangen, dan moeten we de dosis door gammastraling van bouwmaterialen (0,34), door kosmische straling (0,22) en door terrestrische straling (0,04) bij elkaar optellen. De totale blootstelling aan externe straling van natuurlijke oorsprong bedraagt in Nederland dus gemiddeld 0,60 mSv (millisievert) per jaar. Daarvan lopen we 0,55 mSv per jaar binnen op, en 0,05 mSv per jaar buiten. Bij deze berekeningen is rekening gehouden met het gegeven dat we gemiddeld 10% van de tijd buiten zijn. In deze getallen is de extra blootstelling aan kosmische straling door vliegen niet meegenomen.