Straling kan invloed hebben op de gezondheid. Deze pagina belicht specifiek de gezondheidseffecten van ioniserende straling, in de volksmond ook wel 'radioactieve straling' genoemd. 

Effect van ioniserende straling op onze gezondheid 

Blootstelling aan ioniserende straling van de zon of uit de aardkorst hoort bij ons leven op aarde. En gecontroleerd gebruik van straling in de medische wereld is onmisbaar bij de diagnose en behandeling van verschillende ziekten. Echter, te veel of ongecontroleerde blootstelling kan voor gezondheidsschade zorgen. Iedere blootstelling verhoogt de kans op het ontwikkelen van kanker, op latere leeftijd. Daarnaast bestaat ook de kans op het ontwikkelen van (acute) stralingsziekte als de stralingsdosis zeer hoog is. 

Straling uitgedrukt in millisievert 

De hoeveelheid ioniserende straling waaraan mensen worden blootgesteld wordt vaak gegeven in millisievert (mSv millisievert (millisievert)). Het is een maat voor de schadelijke effecten van straling. Voor een inwoner van Nederland is dit ongeveer 2,8 mSv per jaar. De blootstelling varieert per persoon; afhankelijk van onder andere het aantal medische procedures en de woonlocatie. 

Bronnen van straling in het dagelijks leven 

Het merendeel van de straling waarmee we in contact komen, is natuurlijke straling. Deze is afkomstig uit de lucht, het heelal, de bodem of uit ons lichaam. Daarnaast draagt ook medisch onderzoek voor een groot deel bij aan onze totale blootstelling aan straling. 

 Voorbeelden: 

  • Straling vanuit de ruimte, draagt voor ongeveer 0,3 mSv bij aan de blootstelling per jaar voor een gemiddelde inwoner van Nederland. 
  • Radon, een radioactief edelgas dat vrijkomt uit de bodem, kan zorgen voor 0,2 mSv per jaar. 
  • Het maken van een longfoto geeft een effectieve dosis van ongeveer 0,04 mSv.  
  • Een vlucht naar Amerika kan zorgen voor een extra dosis van ongeveer 0,05 mSv per vlucht. 
  • K-40, de radioactieve variant van kalium komt van nature voor in het menselijk lichaam en levert een stralingsdosis van ongeveer 0,16 mSv per jaar op. 

Stralingsdoses - gemiddeld per inwoner

Sla de grafiek Stralingsdoses - gemiddeld per inwoner over en ga naar de datatabel

De gemiddelde blootstelling van inwoners van Nederland aan ioniserende straling bedraagt momenteel naar schatting zo’n 2,8 mSv millisievert (millisievert)(millisievert) per inwoner per jaar. Dit gemiddelde wordt berekend door alle stralingsdoses die leden van de bevolking oplopen bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal inwoners van Nederland. De blootstelling is per persoon verschillend en kan afwijken van dit gemiddelde. De verschillende bronnen die bijdragen aan de totale gemiddelde stralingsdosis worden in de figuur als taartpunten weergegeven. Hieruit blijkt dat de stralingsdoses die worden opgelopen als gevolg van natuurlijke straling in de woning (radon, thoron en externe straling) en als gevolg van medische diagnostiek de grootste bijdragen leveren aan de gemiddelde jaardosis in Nederland. Industrie, consumentenproducten en fall-out dragen samen minder dan 1% bij.

Dosis straling en het effect op de gezondheid 

Ioniserende straling kan weefsel en DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid) beschadigen. Hoeveel schade er optreedt, hangt af van verschillende factoren: de duur van de blootstelling, de nabijheid van de stralingsbron en het type straling. 

Een blootstelling verhoogt de kans op de ziekte kanker. De hoogte van de stralingsdosis bepaalt de grootte van de kans. Bijvoorbeeld: de kans dat je aan kanker overlijdt is ongeveer 30% in Nederland. Door een effectieve dosis van 100 mSv millisievert (millisievert) zou die kans stijgen naar 30,5%. 

Een extreem hoge dosis kan stralingsziekte veroorzaken, die in zeer korte tijd symptomen geeft zoals misselijkheid, braken, vermoeidheid en diarree. In het meest extreme geval kunnen syndromen optreden die dodelijk kunnen zijn, zoals het huidsyndroom en het beenmergsyndroom. Een dergelijke extreem hoge dosis krijg je nooit van diagnostische medische procedures zoals röntgenfoto's, maar eerder in de directe nabijheid van een grootschalig nucleair incident. In de afgelopen 40 jaar zijn wereldwijd ongeveer 200 mensen overleden aan de gevolgen van een hoge stralingsblootstelling door industrie-ongelukken of medische fouten. 

In geval van een kernincident 

Blootstelling aan extreem hoge stralingsdoses is zeer zeldzaam, maar kan voorkomen tijdens een kernincident. Tijdens de kernramp van Tsjernobyl (1986) bijvoorbeeld, waren sommige mensen in de directe omgeving van de reactor blootgesteld aan doses tot wel 4.000 mSv, wat ruim voldoende is om stralingsziekte te veroorzaken. 
Bij de kernramp in Tsjernobyl zijn ongeveer 30 hulpverleners in korte tijd overleden aan stralingssyndromen. Naar schatting 6.000 mensen in de regio hebben schildklierkanker gekregen - mede omdat er geen jodiumpillen beschibaar werden gesteld ten tijde van het ongeval.   

Rol ANVS bij kernincident 

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) houdt toezicht op de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming in Nederland en informeert het publiek over wat te doen in het geval van een kernincident. 

Rol RIVM bij kernincident 

Het RIVM houdt de stralingsniveaus bij, bijvoorbeeld via het Nationaal Meetnet Radioactiviteit. Dit automatische systeem houdt de luchtconcentratie in de gaten en geeft de meetwaarden vrijwel live weer. Het RIVM maakt ook schattingen van de gemiddelde stralingsdosis per lid van de bevolking door medische diagnostiek per inwoner. De meest recente informatie is te vinden in onze publicatieoverzicht