De voorbereiding op stralingsincidenten en kernongevallen wordt de koude fase of preparatiefase genoemd. In deze fase zorgt het RIVM dat de Ongevalsorganisatie straling (OOS) en het Radiologisch Expertiseteam Meten & Modelleren (REMM Radiologisch Expertiseteam Meten en Modelleren (Radiologisch Expertiseteam Meten en Modelleren )) goed zijn voorbereid op hun taken. In de warme fase, dus tijdens een incident of ongeval, voeren de OOS Ongevalsorganisatie straling (Ongevalsorganisatie straling ) en het REMM die taken zo goed mogelijk uit. De organisatie van de OOS en REMM is in de voorbereiding anders dan tijdens een inzet.

In de voorbereiding

De coördinatie en het beheer van de OOS Ongevalsorganisatie straling (Ongevalsorganisatie straling ) en het REMM Radiologisch Expertiseteam Meten en Modelleren (Radiologisch Expertiseteam Meten en Modelleren ) en van de Milieu Ongevallen Dienst (MOD), is belegd binnen het Centrum Veiligheid van het RIVM. De MOD Milieuongevallen Dienst (Milieuongevallen Dienst ) richt zich op chemische en biologische incidenten. De OOS en de MOD werken samen, onder andere op het terrein van opleiden, trainen en oefenen en bepaalde ICT Informatie- en communicatietechnologie (Informatie- en communicatietechnologie ) voorzieningen, zoals Pluimradar dat gebruik maakt van het OOS rekenmodel NPK Puff en op CalNet draait.

De OOS en MOD samen wordt de Responsorganisatie Milieu- en Stralingsincidenten genoemd. Onder die vlag wordt bijvoorbeeld de Responsdag "Samen sterk in het incidentnetwerk" georganiseerd.

De RIVM functionarissen die een rol hebben in de OOS werken regulier in verschillende afdelingen van Centrum Veiligheid en enkele zijn afkomstig uit andere RIVM centra.

In Nederland is de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) verantwoordelijk voor de voorbereiding en respons op stralings- en/of kernongevallen. Dit is zo geregeld in de Kernenergiewet. De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) heeft hier ook een belangrijke rol in. Een aantal taken die daarbij horen heeft de ANVS bij het RIVM belegd. Op de webpagina OOS zijn die taken beschreven.

Landelijk Crisisplan Straling

In het Landelijk Crisisplan Straling (LCP-S) is uitgewerkt hoe de crisisbeheersing op landelijke niveau is georganiseerd. In dit plan worden op hoofdlijnen de uitgangspunten uiteen gezet ten aanzien van de beheersing van stralingsincidenten en kernongevallen. Met het oog op de (gecoördineerde) crisisbeheersing gaat dit plan in op de verantwoordelijkheden ten aanzien van de (voorbereiding op) stralingsincidenten, de (specifieke) crisisstructuur, de verschillende responsfases en de afspraken over risico- en crisiscommunicatie. Het LCP-S beschrijft ook het adviesnetwerk CETsn Crisis Expert Team straling en nucleair (Crisis Expert Team straling en nucleair )/REMM en bevat mogelijk maatregelen die genomen kunnen worden in het geval van een incident.

Het RIVM participeert in de LCP-S werkgroepen Plannen en procedures (P&P) en Opleiden, trainen en oefenen (OTO). Het RIVM coördineert de LCP-S werkgroep Landelijk Afstemmingsoverleg Meetstrategie bij Stralingsincidenten (LAMS) en zit deze werkgroep voor.

Opleiden, trainen en oefenen

Om de deskundigheid en vaardigheid van de functionarissen van de OOS Ongevalsorganisatie straling (Ongevalsorganisatie straling ) en het REMM op een hoog niveau te houden verzorgt het RIVM opleidingen, trainingen en oefeningen, ook wel OTO-activiteiten genoemd. Deze activiteiten zijn gericht op het functioneren van (de functionarissen van) de OOS en REMM en de relatie en werkwijze met partners, zoals de ANVS, Veiligheidsregio of de MOD. Jaarlijks wordt een OTO programma opgesteld, waarbij specifieke thema's centraal staan, bijvoorbeeld een bepaald scenario of een ongevalsfase.

Om de OTO activiteiten van OOS en REMM af te stemmen met de OTO activiteiten van de partners, participeert de RIVM OTO coördinator in onder andere de LCP-S werkgroep OTO. Bij grote landelijke oefeningen, zoals de Nationale Nucleaire Oefening (NNO) is het RIVM betrokken bij de ontwikkeling van het scenario en de organisatie van de oefening.

(inter)Nationale aansluiting en ontwikkeling

Het RIVM adviseert en voert werkzaamheden uit in verbinding met zijn (inter)nationale netwerk. Daarbij horen afstemming en samenwerking met de ANVS, ministeries en andere netwerkpartners én het volgen van en bijdragen aan (wetenschappelijke) ontwikkelingen op het gebied van kern- en stralingsongevallen. Daarom participeert het RIVM in o.a. de volgende (inter)nationale programma's en werkgroepen:

  • LCP-S werkgroep Plannen en procedures en LCP-S werkgroep Opleiden, trainen en oefenen: Onder regie van DCC IenW wordt in deze beheer- en werkgroepen de voorbereiding op stralingsincidenten en kernongevallen afgestemd met betrokken partners.
  • LAMS (Landelijk Afstemmingsoverleg Meten bij Stralingsincidenten): meer informatie over LAMS.
  • JRODOS User Group: Het decision support systeem JRODOS wordt binnen en buiten Europa gebruikt. Het RIVM draagt bij aan de ontwikkeling van JRODOS door gebruikerservaringen en modelontwikkeling.
  • NERIS (European Platform on preparedness for nuclear and radiological emergency response and recovery): Het RIVM neemt deel in het netwerk en de bijeenkomsten van NERIS.
  • CTBTO (Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty Organization): Het RIVM is onderdeel van een samenwerkingsverband in de Benelux tussen het KNMI, KMI en SCK-CEN (België), en ECGS (Luxemburg). De bijdrage van het RIVM bestaat uit het leveren van expertise op het gebied van radiologische metingen en atmosferische verspreidingsmodellering, en deelname aan CTBTO bijeenkomsten.
  • GICNT (Global Initiative to Combat Nuclear Terrorism): Het RIVM neemt namens Nederland deel aan bijeenkomsten en workshops van de werkgroepen van GICNT (de Nuclear Detection Working Group, de Nuclear Forensics Working Group, en de Response and Mitigation Working Group). Hierbij wordt samengewerkt met het ministerie van Buitenlandse Zaken, de inspectie van de ANVS, de douane, en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI Nederlands Forensisch Instituut (Nederlands Forensisch Instituut)).
  • CONFIDENCE (COping with uNcertainties For Improved modelling and DEcision making in Nuclear emergenCiEs): Het RIVM heeft in het project CONFIDENCE binnen het Horizon 2020 programma CONCER onderzoek uitgevoerd naar o.a. het meenemen van onzekerheden in modelberekeningen.
  • HARMO (Initiative on Harmonisation within Atmospheric Dispersion Modelling for Regulatory Purposes): Binnen dit wetenschappelijke gremium deelt en toetst het RIVM eigen ontwikkelingen op het gebied van verspreidingsmodellering.

Tijdens een incident of ongeval

Bij een stralingsincident of kernongeval ondersteunt en adviseert de OOS Ongevalsorganisatie straling (Ongevalsorganisatie straling ) de ANVS of Veiligheidsregio. De kennis, expertise en middelen van de OOS zijn hiervoor 24/7 beschikbaar. De OOS is georganiseerd in functiegroepen met bepaalde expertise, zoals stralingsdeskundig modelleurs, NMR-deskundigen en meetdeskundigen. De middelen die OOS gebruikt bij een inzet, zoals de stralingsmeetwagens en de crisisruimte, zijn altijd snel inzetbaar en operationeel.

Crisis Expert Team straling en nucleair

Bij een stralingsincident of kernongeval kan het kennis- en adviesnetwerk Crisis Expert Team straling en nucleair (CETsn Crisis Expert Team straling en nucleair (Crisis Expert Team straling en nucleair )) ingezet worden. Het CETsn rapporteert en adviseert over de radiologische en gezondheidskundige consequenties van (dreigende) kernongevallen en andere stralingsincidenten aan bestuurders en besluitvormers in de nationale en regionale crisisstructuur. Het CETsn bestaat uit:

  • het Radiologisch Expertiseteam Meten & Modelleren (REMM), dat bestaat uit verschillende kennisinstituten onder coördinatie van het RIVM.
  • de ANVS Crisisorganisatie, die een beroep kan doen op de binnen de ANVS gebundelde kennis en deskundigheid.