Nederland is al een tijd in de ban van het nieuwe coronavirus. Om beter te begrijpen hoe mensen denken over de afgekondigde maatregelen, wat hun drijfveren zijn om zich hier aan te houden en wat de impact op mensen is, houden het RIVM  en GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) (in samenwerking met de regionale GGD’en) een groot onderzoek. Het onderzoek gaat over het gedrag van mensen, wat ze vinden van de gedragsmaatregelen van de overheid en hoe het fysiek, mentaal en sociaal met ze gaat in dit coronatijdperk

Resultaten 1e ronde

Onderzoek onder 90.000 mensen: de 1,5 meter maatschappij is een lastige opgave

Persoonlijke hygiënemaatregelen, zoals het niet meer geven van een hand, of het gebruik van papieren zakdoekjes zien de meeste Nederlanders niet als een probleem. Zoveel mogelijk thuis blijven, anderhalve meter afstand bewaren en niet op bezoek bij 70-plussers zijn de lastigste opgaven, zeker op de lange termijn. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek van de RIVM-gedragsunit en GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en onder 90.000 mensen.

Lukt het mensen om de gedragsregels toe te passen?

Sinds half maart gelden in ons land diverse gedragsregels die erop gericht zijn het aantal contacten met anderen te reduceren (bijvoorbeeld 1,5 meter afstand houden). De regels moeten er verder toe bijdragen dat tijdens contacten met anderen het coronavirus niet wordt overgedragen (hygiënemaatregelen). Als mensen denken dat de gedragsregels helpen om besmettingen van zichzelf of anderen te voorkómen kan dit hun motivatie versterken. Echter, de huidige situatie vraagt ook veel van mensen: ze beperken onze vrijheid en mogelijkheden. Dit kan impact hebben op onze mentale, fysieke, en sociale gezondheid. En op de verwachting hoe lang mensen de maatregelen steunen. Deze inzichten helpen de overheid om burgers beter te kunnen ondersteunen en informeren om de gedragsregels op te blijven volgen.

Het onderzoek van RIVM en GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-en laat zien dat het niet meer handen schudden de meest makkelijk na te leven regel is. Liefst 99,5 % zegt geen handen meer te schudden. Daarnaast geeft 92,4% aan ‘niet meer dan 3 mensen op bezoek’ te ontvangen. Ook het niet bezoeken van mensen met een kwetsbare gezondheid (85%), het in de elleboog niezen (75%) en het gebruik van papieren zakdoekjes (73%) lukt over het algemeen goed. Meer dan 10 keer per dag handen wassen blijkt veel lastiger te realiseren (42%).

Handen wassen

Mensen hebben duidelijk de gewoonte om hun handen te wassen na een toiletbezoek: bijna 90% van de mensen geeft aan hun handen meestal of altijd te wassen. Ruim 70% van de mensen geeft aan meestal of altijd hun handen te wassen na thuiskomst. De gewoonte is een stuk minder sterk in de andere situaties, zoals na het neus snuiten of bij anderen op bezoek gaan. Handen wassen vóórdat mensen naar buitengaan doet minder dan de helft van de mensen vaak tot altijd.

Bezoek

Van de deelnemers aan het onderzoek gaf 51% aan geen bezoek te ontvangen. Voor 39,3% van de mensen bleef het aantal keren bezoek per week beperkt tot 1 of 2 keer. De resterende 9,7% ontvangt 3 of meer keer per week bezoek.

Afstand houden

Een belangrijke maatregel, het op 1,5 meter afstand blijven van elkaar, laat een meer complex beeld zien. In bijna driekwart van de gevallen kwamen mensen soms tot heel vaak te dichtbij met boodschappen doen. Ruim 65% gaf aan dat mensen te dichtbij kwamen wanneer zij naar buiten gingen voor werk. Bij het bezoeken van vrienden of familie of bezoek thuis ontvangen is dit respectievelijk 43% en 36%. Maar bij het boodschappen doen en op het werk ligt dit percentage – zelfs in deze rustige tijden -een stuk lager: eenderde van de mensen geeft aan dat er dan zelden of nooit iemand binnen de 1,5 meter komt. De 1,5 meter afstand regel blijkt dus soms lastig te realiseren.

Wel of niet volgen van de gedragsregels?

Het wel of niet volgen van de gedragsregels kan verschillende redenen hebben. Over een aantal aspecten die hierop van invloed kunnen zijn, hebben we vragen gesteld in dit onderzoek. Met behulp van de resultaten van het onderzoek hopen we hier in de komende weken een beter inzicht in te krijgen.

Risico-inschatting

Aan de deelnemers van het onderzoek is gevraagd hoe groot zij denken dat de kans is dat als ze corona-besmet zijn, ze dit doorgeven aan anderen. Daarnaast is gevraagd hoe erg ze dat zouden vinden.

Ruim 28% geeft aan dat ze het (zeer) onwaarschijnlijk vinden dat ze besmet worden. Ongeveer 17% vindt dit juist (heel) waarschijnlijk. Als mensen besmet zouden raken dan vindt 50% dit wel ernstig. De meerderheid acht de kans ook groot het virus aan anderen door te geven als ze besmet zouden zijn: 52% acht dit (zeer) waarschijnlijk. Bijna iedereen (90%) zou het (heel) erg vinden het virus door te geven aan iemand anders.

Maatregelen helpen

Deelnemers zijn ook gevraagd of ze denken dat de maatregelen helpen. De meeste mensen denken dat de maatregelen helpen om het virus in te dammen. Slechts 1 tot 5%  denkt dat de maatregelen niet of nauwelijks helpen. De maatregelen waarvan de mensen het meeste verwachten zijn het niet meer handen schudden (90%) gevolgd door thuisblijven bij verkoudheid (89%).

Opvolgen van gedragsregels

Voor het totale pakket aan gedragsregels geeft ongeveer 80% van de ondervraagden aan dat ze deze makkelijk tot heel makkelijk kunnen opvolgen. Geen handen schudden vindt maar zelfs bijna 90% (heel) makkelijk. Het advies om zoveel mogelijk thuis te blijven, wordt door 53,7% van de deelnemers als (heel) makkelijk ervaren. Niet op bezoek gaan bij 70-plussers en mensen met een kwetsbare gezondheid en 1,5 meter afstand houden is voor relatief weinig mensen (heel) makkelijk. Ongeveer een kwart van de mensen vindt dit zelfs moeilijk tot heel moeilijk.

Gezond zijn en gezond gedrag

Welbevinden

Het besef dat men risico loopt en dat de maatregelen helpen om dit risico te verkleinen, kan mensen motiveren de maatregelen op te volgen. Echter, de coronacrisis heeft ook een prijskaartje: de vrijheid en mogelijkheden worden beperkt en mensen kunnen angstig zijn. Dit kan invloed hebben op onze mentale, fysieke, en sociale gezondheid. Als mensen deze negatieve gevolgen van de coronacrisis wijten aan de maatregelen, kan dat demotiverend werken. 

Ongeveer de helft van de mensen geeft aan geen verandering te zien in hoe somber, angstig, gestrest of eenzaam ze zijn ten opzichte van de periode voor corona. Ruim een derde geeft aan veel meer angstig, somber, gestrest en eenzaam te zijn geworden. Ongeveer 20% heeft (veel) meer slaapproblemen dan voorheen. Er zijn ook mensen die aangeven juist minder van deze gevolgen op hun welbevinden te ervaren, zo geeft 13% van de deelnemers aan minder stress te ervaren dan voor de corona-crisis.

Leefstijl

Een gezonde leefstijl helpt om mentaal, fysiek en sociaal gezond te blijven, ook in coronatijd. Het gaat hierbij onder andere om sporten, bewegen en gezond eten. Een toename in gebruik van middelen zoals alcohol en tabak kan invloed hebben op stemming en op kwaliteit van de slaap.

Mensen geven aan dat ze niet ongezonder zijn gaan eten vergeleken met voor de crisis: 73% eet nog hetzelfde. Bij sporten en bewegen rapporteren mensen een flinke afname: 53% geeft aan (veel) minder te bewegen. De sluiting van sportaccommodaties en fitnesscentra en het meer thuiswerken kunnen hierbij een rol spelen, net zoals het advies ‘blijf zoveel mogelijk thuis' (vanaf 6 mei 2020 'vermijd drukte’).

Wat betreft alcohol, zijn ongeveer evenveel mensen minder als meer gaan drinken. Van de rokers is 12% (veel) minder gaan roken, terwijl 28% aangeeft juist (veel) vaker iets op te steken. Of er ook mensen zijn gestopt met roken sinds de crisis laten deze resultaten niet zien.

Vertrouwen in de Nederlandse aanpak

Sociale omgeving

De mensen om ons heen kunnen veel invloed hebben op het beeld dat we vormen van de maatregelen. Ongeveer 60% van de mensen geeft aan bijna dagelijks tot meerdere keren per dag met anderen te spreken over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis: 59% van die gesprekken was (zeer) positief en 10% (zeer) negatief. Er lijkt dan ook een groot vertrouwen in de Nederlandse aanpak: 69% heeft (veel) vertrouwen, 6% (helemaal) geen vertrouwen. In vergelijking met andere landen doet Nederland het volgens de respondenten dan ook (veel) beter (52%),  terwijl een kleinere groep het beleid als (veel) slechter scoort (8%).

Draagvlak voor de maatregelen

We hebben het draagvlak uitgevraagd voor maatregelen zoals die eind april 2020 van kracht waren ten tijde dat de vragenlijst uitstond. Vervolgens is die vraag herhaald voor als deze maatregelen nog 6 weken of 6 maanden zouden duren. Dit geeft de mate weer waarin mensen zichzelf de maatregelen nog voor langere tijd zien volhouden.

Het draagvlak voor de verschillende maatregelen is hoog. Voor elke maatregel geldt dat een ruime meerderheid van de respondenten achter de maatregel staat. Variërend per maatregel staat 77% tot 93% van de deelnemers erachter. Het minste draagvlak is er voor het niet meer op bezoek te gaan bij 70-plussers. Toch kan ook deze maatregel rekenen op steun van ruim driekwart van de deelnemers.

Wat als de maatregelen langer gaan duren

Als de maatregelen langer duren, denken mensen het toch moeilijker vol te gaan houden. Mensen geven aan dat vooral thuis blijven en zo min mogelijk mensen bezoeken of bezoek ontvangen, moeilijker gaat worden. De mate van achter de maatregelen staan, neemt af als de maatregelen nog zes weken zou duren en nemen verder af als ze nog zes maanden zouden duren.

Mensen blijven onverminderd achter de hygiëne maatregelen staan, ook als die nog 6 maanden zouden duren. Het draagvlak voor de andere maatregelen neemt enigszins af als die met 6 weken verlengt zouden worden. Als ze met 6 maanden verlengd zouden worden, is er een flinke afname.

De sterkste daling is te zien bij het zoveel mogelijk thuisblijven: 50% afname in het aantal mensen dat (helemaal) achter de maatregelen staat. Daarnaast is er een sterke afname te zien bij het beperken van het bezoek (45%) en het niet bezoeken van mensen met een meer kwetsbare gezondheid (38%). Het draagvlak voor 1,5 meter afstand houden neemt met 29% ook substantieel af, net zoals het niet kunnen reizen naar het buitenland (24% afname). 

Hoe is het onderzoek uitgevoerd?

Om beter inzicht te krijgen in de invloed van de maatregelen op het dagelijks leven en de mate waarin het lukt om de gedragsregels op te volgen is het RIVM samen met GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-en een vragenlijstonderzoek gestart. Dit onderzoek vindt Iedere twee weken plaats. Van 17 april tot en met 24 april 2020 is samen met 21 GGD-en en via (social) media in heel Nederland bekendheid gegeven aan het onderzoek.  Op 7 mei start een 2e meting. Dit onderzoek is tot stand gekomen met financiering van NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) en ZonMw Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie)en met advies van de Wetenschappelijke Adviesraad van de Corona Gedragsunit van het RIVM.

Naast dit onderzoek wordt er ook op andere manieren onderzoek uitgevoerd vanuit de Gedragsunit van het RIVM om ook meer inzicht te krijgen in bevolkingsgroepen die niet of in mindere mate meedoen aan deze vragenlijsten. De resultaten daarvan verwachten we in de loop van mei.

Indicatie

Aan dit onderzoek hebben in totaal 89.943 mensen meegedaan van 16 jaar en ouder.

Ten opzichte van de bevolking in Nederland zijn er onder de deelnemers meer vrouwen (59%) en minder mensen onder de 40 jaar (22%). Er deden relatief weinig mensen mee die niet geboren zijn in Nederland (5%). Mensen met een hoog opleidingsniveau waren oververtegenwoordigd (58%).                    

Van de deelnemers woont 38% alleen en heeft 34% thuiswonende kinderen jonger dan 18 jaar. Tweederde van de deelnemers heeft betaald werk of is ZZP Zelfstandige zonder personeel (Zelfstandige zonder personeel)'er, een kwart is met pensioen en 3% is werkzoekend.

De resultaten zijn niet zomaar te vertalen naar de totale bevolking van Nederland. Ze geven wel een indicatie.