Geluid
Bodemsaneringswerkzaamheden veroorzaken geluid. Afhankelijk van de techniek wordt materieel ingezet, zoals graafmachines, kiepwagens, pompen. Voor de sanering moeten vaak ook sloopwerkzaamheden en/of grondwerkzaamheden worden uitgevoerd, bijvoorbeeld het plaatsen van een damwand. Dit materieel en deze werkzaamheden kunnen leiden tot blootstelling van bewoners, omwonenden of anderen aan geluid, en leiden tot hinder, stress en verstoring van de slaap en/of dagelijkse activiteiten. Ook langs de transportroute kan geluidhinder optreden. Zeker als veel grond per vrachtwagen over de weg wordt afgevoerd.
Samengevat kan door de werkzaamheden sprake zijn van extra geluid door:
- Vrachtwagens voor de aan- en afvoer van materiaal
- Laden en lossen
- Ontgravingsmaterieel en rijdend materieel op de saneringslocatie
- Stationaire apparatuur (als pompen en aggregaten)
- Sloopwerkzaamheden
Stationaire apparatuur kan ook laag frequent geluid (LFG) veroorzaken. Dit geluid kan tot op grotere afstand leiden tot hinder.
Adviseer overlast van geluid voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken door:
- Het gebruik van stiller of ander materieel.
- Het omkasten, of op andere wijze isoleren, van apparatuur, zoals pompen of aggregaten.
- Het verder van woningen af plaatsen van lawaaierige apparatuur.
- Werktijden aan te passen, bijvoorbeeld niet om 6.30 uur, maar om 7.30 uur ’s ochtends starten.
- Verkeersroutes aan te passen.
Als geluid niet te vermijden is adviseert dan om dit vooraf aan de omgeving te melden, inclusief de periode of periodes waarop de overlast wordt verwacht. Hierdoor zijn mensen voorbereid, wat vaak leidt tot een grotere acceptatie. Bovendien kan het mensen de mogelijkheid bieden tijdelijke geluidsoverlast te ontlopen. Voor meer informatie over geluid in relatie tot gezondheid zie GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-richtlijn medische milieukunde: Omgevingsgeluid en gezondheid (Slob et al., 2019).
Trillingen
De werkzaamheden kunnen leiden tot trillingen, bijvoorbeeld bij verdichtingswerkzaamheden van de grond, bij sloop of door gebruik van zwaar materieel. Ook het aanbrengen of trekken van damwanden kan leiden tot trillingen. Dit hoeft overigens niet op te treden. Een damwand kan ook in de bodem worden ‘gedrukt’ in plaats van geslagen. Naast hinder kunnen trillingen leiden tot schade aan woningen/gebouwen in de omgeving en ongerustheid. Of schade optreedt is afhankelijk van de funderingswijze van de constructie, de staat van het gebouw en de aard, sterkte en frequentie van de trillingen. Om de mate van trillingen te bepalen kunnen trillingsmeters op woningen of andere gebouwen worden aangebracht. Voor de start van de werkzaamheden kunnen vooropnames worden uitgevoerd bij woningen/ gebouwen voor het in beeld brengen van eventuele schade door trillingen. Het SBRCURnet heeft richtlijnen opgesteld voor het meten en toetsen van trillingen. Mocht onderzoek naar trillingen nodig zijn dan wordt verwezen naar deze richtlijnen (SBRCURnet, 2017).
Schade aan woningen of andere gebouwen door trillingen moet uiteraard worden voorkomen. Mocht hier nog geen aandacht voor zijn, dan kan de GGD adviseren om te laten bepalen of trillingen kunnen optreden en te laten beoordelen of deze trillingen van invloed kunnen zijn op gebouwen. Ook voor trillingen geldt het advies, dat niet-vermijdbare trillingen vooraf moeten worden gecommuniceerd, zodat mensen zich hier op voor kunnen bereiden en tijdelijke overlast eventueel kunnen ontlopen.
Meer informatie:
- CROW kennisplatform, Werken in en met verontreinigde bodem, Richtlijn voor veilig, zorgvuldig en risicogestuurd werken, 2e gewijzigde druk, ISBN 978 90 6628 6641, 2017
- Website Bodem+ over reinigen asbesthoudende grond
- Website Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit over natte reiniging (asbesthoudende grond)
- Boerekamp en Eijgelaar, Extractieve reiniging van asbesthoudende grond, een nieuw toepassingsgebied voor een bewezen techniek, Tijdschrift Bodem, januari 2004
- Wettenbank Rijksoverheid. Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013
- Elsman-Domburg MG et al., GGD-richtlijn: Risicocommunicatie, Landelijk centrum medische milieukunde, Utrecht, 2006
- Ministerie van VROM (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer), Handreiking mobiel reinigen, opslag en transport asbesthoudende bulkmaterialen, Den Haag, VROM 5183, september 2005
- Hegger et al., GGD-richtlijn medische milieukunde: Gezondheidsrisico van asbest in woningen en publieke gebouwen, Bilthoven, RIVM rapport 2014-0047, 2014
- Hegger et al., GGD-richtlijn medische milieukunde: Asbest in de bodem en gezondheid, Bilthoven, RIVM rapport 609330003, 2007
- Mennen MG et al., Protocol risico’s blootstelling bij bodemsanering, Bilthoven, RIVM, 2009
- SBRCURnet, SBRTrillingsrichtlijn A: Schade aan bouwwerken: 2017, onder redactie van Jonker A, Delft , 2017
- Slob MJA et al., GGD-richtlijn medische milieukunde: Omgevingsgeluid en gezondheid, Bilthoven, RIVM rapport 2019-0177, 2019
- Strak M, Van der Zee S, Meliefste K, Hoek G, Luchtkwaliteit nabij dieselaggregaten, Informatieblad GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Amsterdam/ Academische werkplaats medische milieukunde, 2015
- Website RIVM-model DIVOCOS