Asbestvezels zijn kankerverwekkend als ze worden ingeademd. Het vervaardigen, invoeren, voorhanden hebben, aan een ander ter beschikking stellen, toepassen of bewerken van asbest of asbesthoudende producten is in Nederland sinds 1993 verboden (Productenbesluit asbest). Het Productenbesluit asbest is niet van toepassing op het bewerken van asbesthoudende producten met als doel het asbest te verwijderen. Onder deze uitzondering valt het afgraven en reinigen van asbesthoudende grond, baggerspecie en puingranulaat.

Mag een aannemer asbest verontreinigde grond op de locatie reinigen?

Een aannemer mag de met asbest verontreinigde grond ook op de locatie reinigen. Zowel bij het afgraven als bij het op de locatie zeven van grond kan stof met asbest vrijkomen. Gereinigde grond kan op de locatie worden teruggeplaatst of worden hergebruikt.

Technieken voor het reinigen van grond verontreinigd met asbest 

De volgende technieken zijn bekend om bepaalde soorten grond, verontreinigd met asbest te reinigen:

  • Zeven met een sterrenzeef of schudzeef: Hiermee kan grond (behalve klei) worden gereinigd die uitsluitend grote stukken hechtgebonden asbest bevat. Uit onderzoek uit 2004 is gebleken dat de emissie van asbest naar de omgeving doorgaans lager is bij het gebruik van een sterrenzeef of schudzeef dan met een trommelzeef (Handreiking VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer), 2005). Diffuse nevenverontreinigingen en niet-hechtgebonden asbest worden niet verwijderd.
  • Aquaseparation (nat zeven): Hiermee kan klei worden gereinigd die uitsluitend verontreinigd is met grote stukken (> 4 mm) hechtgebonden asbest.
  • Extractieve grondreiniging: Hiermee kan zand worden gereinigd die verontreinigd is met asbest en eventuele nevenverontreinigingen. Bij extractieve grondreiniging wordt gebruik gemaakt van verschillen in deeltjesgrootte en/of dichtheid tussen de grond en de verontreiniging.

​​​​​Grond met asbest kan meestal niet worden gereinigd als:

  • Klei- of veengrond verontreinigd is met asbest en nevenverontreinigingen.
  • Grond verontreinigd is met niet-hechtgebonden asbest.

Niet-reinigbare grond wordt afgevoerd en gestort (Boerekamp en Eijgelaar, 2004).

Meer informatie over bodemonderzoek naar asbest

Voor meer informatie over bodemonderzoek naar asbest en het beoordelen van het risico voor de gezondheid wordt verwezen naar de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-richtlijn medische milieukunde: Asbest in de bodem en gezondheid (Hegger et al., 2007, wordt herzien). Ook in bijlage 3 van de Circulaire bodemsanering: ‘milieuhygiënisch saneringscriterium bodem, protocol asbest’ is meer informatie te vinden over het beoordelen van een bodemverontreiniging met asbest. Met het ‘protocol asbest’ kan worden bepaald of er sprake is van een ‘onaanvaardbaar risico voor de mens’. Informatie over de gezondheidseffecten van asbest is te vinden in de GGD-richtlijn medische milieukunde: Gezondheidsrisico van asbest in woningen en publieke gebouwen (Hegger et al., 2014).

De aanwezigheid van asbest kan leiden tot ongerustheid. Besteed daarom aandacht aan de communicatie over de sanering. Omwonenden en andere betrokkenen moeten weten wat asbest is, wat de risico’s van asbest voor de gezondheid zijn, en welke maatregelen worden getroffen. 

Maatregelen om blootstelling te voorkomen 

Adviseer om tijdens de sanering maatregelen te treffen om stofvorming en hiermee blootstelling te voorkomen of te beperken. Dit betekent dat:

  • Het vrijkomen van stofdeeltjes in de omgeving wordt beperkt door het te saneren terrein en de grond voldoende vochtig te houden. 
  • Stofvorming en verwaaiing wordt voorkomen door de grond af te schermen en/of af te dekken en geen of zo min mogelijk verontreinigde grond op te slaan. 
  • Het beleid van de uitvoerder erop moet zijn gericht stofoverlast tot een minimum te beperken, bijvoorbeeld door het gebruik van de best beschikbare zeeftechniek en het beperken van bewegingen van materieel over de verontreinigde bodem. 
  • Laadbakken bij transport van asbesthoudende grond volledig worden afgesloten en materieel dat de locatie verlaat eerst wordt gereinigd.
  • De reinigings-/zeefinstallatie op afstand van woningen of ander gevoelige bestemmingen wordt geplaatst. 

Deze maatregelen zijn over het algemeen voldoende om verwaaiing en blootstelling te voorkomen.

Moeten metingen worden geadviseerd?

Of metingen moeten worden geadviseerd is afhankelijk van de situatie. Als bovenstaande maatregelen worden getroffen worden geen gezondheidskundig relevante concentraties asbest in de lucht verwacht. Asbest dat ondanks de maatregelen vrijkomt, wordt snel sterk verdund in de buitenlucht en de blootstellingsperiode is relatief kort. Een kortdurende blootstelling aan asbest leidt over het algemeen tot een verwaarloosbaar extra risico op kanker. Voor meer informatie over het beoordelen van asbest in de lucht, zie GGD-richtlijn medische milieukunde: Gezondheidsrisico van asbest in woningen en publieke gebouwen (Hegger et al., 2014).

Redenen om toch metingen te adviseren zijn:

  • Dichtbij de zeefinstallatie staan woningen of andere gevoelige bestemmingen, zoals een kinderdagverblijf of school.
  • Er is onrust in de omgeving van de saneringslocatie/c.q. als mensen zich zorgen maken. 
  • De sanering vindt plaats onder droge, zomerse en/of winderige omstandigheden. 

Mocht de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) adviseren metingen te verrichten, dan kunnen als alternatief voor luchtmetingen kleefmonsters worden genomen. Met kleefmonsters kan alleen worden bepaald of het asbest zich heeft verspreid naar de omgeving. De resultaten zijn niet geschikt voor het maken van een gezondheidskundige risicobeoordeling. Het is belangrijk om voorafgaande aan de metingen een achtergrondmeting uit te voeren. Voor meer informatie over asbest en asbestmetingen zie GGD-richtlijn Gezondheidsrisico van asbest in woningen en publieke gebouwen (Hegger et al., 2014 ).

Casus

Casus: Asbestsanering

Twee toegangswegen tot een voormalige asbestfabriek zijn ernstig verontreinigd met asbest. De verontreiniging bestaat voornamelijk uit niet-hechtgebonden asbest en concentraties tot 150.000 mg/kg kilogram (kilogram) ds zijn aangetroffen. De provincie wil de wegen saneren en hierbij de monumentale eiken die langs de wegen staan kappen. De riolering kan dan ook meteen worden vervangen. De bewoners zijn het niet eens met de kap van de eiken en overtuigen een meerderheid in de gemeenteraad. Besloten wordt om een onderzoek uit te voeren naar een sanering met behoud van de bomen, waarbij tevens een onderzoek naar de vitaliteit van de bomen plaatsvindt. Ook de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) wordt om advies gevraagd.

Rol van de GGD

De GGD adviseert om robuust te saneren en de bomen te kappen, omdat zeer hoge concentratie niet-hechtgebonden asbest zijn aangetroffen. Bovendien moeten duurzame beheersmaatregelen worden getroffen als er restverontreiniging achterblijft. Graven in de grond zal elke keer leiden tot (potentiële) risico’s. Ook hebben de omwonenden van de voormalige asbestfabriek al jaren te maken met asbestsaneringen. Als nu niet alle asbest wordt gesaneerd zal er in de toekomst, bijvoorbeeld als de bomen door ouderdom moeten worden gerooid, weer een sanering plaats moeten vinden. Aanvullend is geadviseerd nieuw groen aan te leggen.

Uiteindelijk wordt door de provincie en de gemeente gekozen voor behoud van zoveel mogelijk bomen en het deels saneren en deels isoleren van de asbestverontreiniging. Om de groeiplaats van de oude bomen te verbeteren en zodoende omvallen te voorkomen worden de boomwortels omgeven door verticale plastic kratten wat als ondergrond voor de parkeerplaatsen dient (drukverdelend). Ook de bovengrond wordt van een isolerende laag voorzien. De tussenliggende grond wordt gesaneerd. Tijdens de saneringswerkzaamheden blijkt een enkele boom alsnog te zwak (hol) en moet met een noodprocedure gekapt worden. Er bestaat een kans op omvallen waarbij asbesthoudende grond naar de oppervlakte komt. Tevens moet een reparatie aan de nutsleiding worden uitgevoerd in de vervuilde grond. Een en ander leidt tot heftige protesten van bewoners die wel voorstander waren van een robuuste saneringsaanpak.

Meer informatie: