Een crème met ‘ NanoFlares’ kan helpen bij het vaststellen van groei van littekenweefsel. De crème bestaat uit nanogouddeeltjes met een lichtgevende stof. Deze stof gaat werken op het moment dat er een bepaald molecuul vrijkomt bij littekenvorming. Op die manier kan littekenvorming eenvoudiger en zonder huidmonster worden vastgesteld. Dit lijkt in alle opzichten veelbelovend, en toepasbaar op andere aandoeningen. Een veilige toepassing van deze NanoFlares in mensen is echter nog onvoldoende vastgesteld.

Als gevolg van een operatie of na het oplopen van brandwonden kan er in de huid littekenweefsel ontstaan. Voor artsen is het van belang dit proces te volgen, om op tijd te kunnen behandelen als er overmatige littekenvorming plaatsvindt. Dit kan tot nu toe alleen gedaan worden door het bekijken van huidmonsters met de microscoop. Het nemen van huidmonsters is echter pijnlijk en er is kans op infectie. Een onlangs verschenen studie door onderzoekers uit Singapore en de Verenigde Staten laat zien dat het proces van littekenvorming kan worden gevolgd door het op de huid smeren van een crème met daarin zogenaamde “NanoFlares”. Een dag later wordt er fluorescentie (licht) gemeten op dat deel van de huid waar de crème is gesmeerd. De “NanoFlare” bestaat uit een gouddeeltje met een doorsnede van 30 nanometer, waaraan DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid) deoxyribonucleic acid -strengen vastzitten met een fluorescente (lichtgevende) stof. Deze DNA- Desoxy nucleinezuur (Desoxy nucleinezuur)strengen kunnen zich binden aan een bepaald mRNA (het "connective tissue growth factor" of CTGF-boodschappermolecuul) in de cel, dat vrijkomt bij littekenweefselvorming. Het DNA komt bij binding aan dit mRNA los van het nanodeeltje. Hierdoor wordt het fluorescente (licht) signaal zichtbaar. Het fluorescente (licht) signaal kan met een draagbaar apparaat (fluorescentiedetector) op de huid worden gemeten. De hoeveelheid licht is een maat voor de hoeveelheid CTGF-mRNA (boodschappermoleculen) en dus voor de vorming van littekenweefsel. Voor de meting is maar een hele kleine fractie van het mRNA nodig en zal geen gevolgen hebben voor het biologische proces.
In een commentaar op de studie geven de auteurs aan dat deze methode ook kan worden gebruikt om andere huidaandoeningen te volgen, zoals huidkanker. Dit gebeurt dan op basis van een (ander) boodschappermolecuul (mRNA) specifiek voor die aandoening. Dit wordt verder onderzocht. Een voordeel van deze methode is dat het verloop van de aandoening in de tijd vrij gemakkelijk is vast te stellen. Daarnaast is diagnose bij de huisarts mogelijk, of in de toekomst misschien zelfs thuis zonder dat er huidmonsters afgenomen hoeven te worden.

RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu /KIR kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie (kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie) kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie -overweging: Het gebruik van NanoFlares voor het vaststellen van huidaandoeningen lijkt een veelbelovende toepassing van nanotechnologie. Het is niet afhankelijk van het nemen van huidmonsters en het is in principe toepasbaar bij verschillende aandoeningen. De aandoening kan door de tijd heen gevolgd worden. Het gebruik bij de huisarts of mogelijk zelfs thuis zijn grote voordelen voor de patiënt. Ook de kosten voor littekenevaluatie gaan omlaag omdat er geen huidmonsters meer hoeven te worden beoordeeld. Bovenstaand onderzoek verdient echter een kritische kanttekening: het is nog niet voldoende aangetoond dat de NanoFlares inderdaad de beloofde werking hebben. Hiervoor moeten de DNA-strengen namelijk kunnen binden aan het mRNA-boodschappermolecuul dat in de celvloeistof voorkomt, terwijl nanogouddeeltjes door de cel opgenomen worden in blaasjes met een membraan eromheen. Het zou kunnen dat fluorescentie wordt gemeten doordat de DNA-strengen als gevolg van een lage zuurgraad het nanogouddeeltje loslaten, en niet doordat het DNA zich bindt aan het mRNA. Een tweede kanttekening is het bereiken van de cellaag onder de huid door de NanoFlares. Algemeen wordt aangenomen dat nanodeeltjes in slechts zeer geringe mate penetreren door de huid. Een gedeelte zal in de huid achterblijven om uiteindelijke via de lymfevaten te worden afgevoerd. De aanname is dat dit geen kwaad kan, maar voordat het product geregistreerd wordt zal dit moeten worden nagegaan. De rest van de crème met de gouddeeltjes zal wegspoelen van de huid. De regelgeving voor medische hulpmiddelen vraagt om nog meer duidelijkheid over de daadwerkelijke werking en toepassing.