Synthetisch Amorf Silica (SAS) bestaat uit silica nanodeeltjes. SAS wordt soms toegevoegd als antiklontermiddel in voedingsmiddelen. Het zit in verschillende voedingsmiddelen zoals coffeecreamer, soep-, saus- en kruidenmixen. Er staat dan E 551 tussen de ingrediënten op de verpakking. De silica nanodeeltjes in E 551 klonteren samen tot veel grotere deeltjes. Maar die samengeklonterde deeltjes kunnen ook weer uit elkaar vallen. Silicadeeltjes kunnen ook in andere eigenschappen van elkaar verschillen. Voor een uitspraak over de mogelijke gezondheidsrisico’s van silica nanodeeltjes in voedsel is meer informatie nodig. Het RIVM doet hier onderzoek naar samen met andere partijen – zoals Wageningen Food Safety Research (WFSR Wageningen Food Safety Research (Wageningen Food Safety Research )) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)).

Verschillende eigenschappen

SAS kan afhankelijk van de productiemethode verschillende eigenschappen hebben, zoals verschillen in vorm en grootte. Producenten kunnen SAS met verschillende eigenschappen gebruiken als voedseladditief E 551. Er zijn nu weinig voorwaarden gesteld aan welk type SAS wel en niet in het voedseladditief mag zitten. De Europese voedselautoriteit EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) concludeerde in 2018 dat de voorwaarden nu onvoldoende zijn op basis van de huidige wetenschappelijke inzichten.

Verschillen in schadelijkheid

Verschillen in SAS-deeltjes beïnvloeden de opname en de verdeling in het lichaam. En daarmee ook de mogelijke schadelijkheid. Daarom is het goed om hier in de voorwaarden voor het voedseladditief rekening mee te houden. Over het algemeen denkt men dat samengeklonterde SAS-deeltjes minder schadelijk zijn dan de kleinere SAS-nanodeeltjes. SAS-deeltjes zitten vaak samengeklonterd in het poeder. Of ze klonteren samen in het maagdarmkanaal. Maar vervolgens kunnen ze ook weer uit elkaar vallen tot nanodeeltjes. De consument krijgt dan alsnog nanodeeltjes binnen.

Wat weten we over de schadelijkheid van SAS?

Bij een langdurige en lage blootstelling via voedsel zoals bij de mens, zijn de effecten van SAS onduidelijk. Wel liet eerder onderzoek bij muizen zien dat inslikken van zeer grote hoeveelheden SAS de lever kan beschadigen. Ook zijn er aanwijzingen dat SAS zich in weefsels kan ophopen. In 2020 heeft het RIVM en het onderzoeksinstituut WFSR Wageningen Food Safety Research (Wageningen Food Safety Research ) de stof aangetoond in de organen van mensen. Deze stapeling betekent niet automatisch dat er een gezondheidsrisico is. Maar dit moet wel verder uitgezocht worden.

Om duidelijke uitspraken over mogelijke gezondheidsrisico’s te doen, is goede informatie nodig. Bijvoorbeeld over de mate waarin silica nanodeeltjes uit voedsel wordt opgenomen. Hetzelfde geldt voor de mate waarin de stof zich eventueel in weefsels kan ophopen. En voor informatie over verschillende vormen van SAS die producenten in voedsel toepassen.

De beschikbare informatie over de schadelijkheid van SAS laat tegenstrijdigheden zien. In sommige studies lijkt SAS geen effecten te veroorzaken en in andere wel. Het RIVM heeft de beschikbare informatie kritisch bekeken. En aanbevelingen gedaan voor onderzoek om in de toekomt wel tot uitspraken over eventuele gezondheidsrisico’s te komen. Het is belangrijk dat onderzoekers naast de schadelijkheid ook de hoeveelheid van de stof in het lichaam goed meten.

Wat zijn de conclusies en hoe nu verder?

In 2018 publiceerde Europese voedselveiligheidsautoriteit de EFSA de her-evaluatie van siliciumdioxide (E 551) als voedseladditief. Daarbij keek de EFSA ook naar de mogelijke risico’s van nanodeeltjes in E 551. Er waren onvoldoende gegevens om te bepalen hoeveel je per dag nog veilig binnen mag krijgen. Uiteindelijk concludeerde de EFSA dat er geen aanwijzing voor een risico bestaat bij het huidige gebruik van SAS in levensmiddelen. Wel heeft EFSA aan de SAS-producenten aanvullende informatie over de schadelijkheid gevraagd.

Het RIVM kan gezondheidseffecten door SAS in voedsel niet uitsluiten. Dit komt door de tegenstrijdigheden in de beschikbare informatie over de schadelijkheid van SAS. Er zijn namelijk nieuwe dierstudies die bij lage doseringen effecten laten zien. Of effecten bij lage hoeveelheden in het lichaam. Die effecten kunnen op den duur schadelijk zijn.

Naar verwachting zal EFSA met de aanvullende informatie over schadelijkheid het voedseladditief in de komende jaren opnieuw gaan beoordelen. Mogelijk heeft dat gevolgen voor de eigenschappen van de SAS-deeltjes die als E 551 kunnen worden gebruikt. Of de producten waarin SAS mag zitten.

Publicaties

Complicaties bij de risicobeoordeling van SAS na orale blootstelling (Brand et al. 2021):

https://doi.org/10.1080/17435390.2021.1931724

Silica nanodeeltjes gemeten in organen van de mens (Peters et al. 2020, WFSR):

https://doi.org/10.1080/17435390.2020.1718232

Computer modellering stapeling SAS deeltjes in de lever (van Kesteren et al. 2015):

https://doi.org/10.3109/17435390.2014.940408

Oplosbaarheid en schadelijkheid van verschillende silica deeltjes (Dekkers et al. 2013):

https://doi.org/10.3109/17435390.2012.662250

Gedrag van SAS in de darm (Peters et al. 2012, RIKILT):

https://doi.org/10.1021/nn204728k

Aanwezigheid van SAS en risico’s in voedsel (Dekkers et al. 2011): 

https://doi.org/10.3109/17435390.2010.519836

 

Zie ook

Nieuwsbericht Safety of the nanomaterial SAS (silica) in food still uncertain

Kamerbrief vervolgonderzoek SAS