Voorlichting over de risico’s van blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide

In 2019 verscheen een rapport van de Gezondheidsraad over de effecten van blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide (Gezondheidsraad 2019). Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO World Health Organization (World Health Organization)) adviseert om langdurige blootstelling aan lage concentraties te vermijden. Bij een blootstellingsduur van acht uur adviseert de WHO om de gemiddelde concentratie koolmonoxide in de lucht de 9 ppm parts per million (parts per million) (parts per million) niet te laten overschrijden. Voor 24 uur is dat 6 ppm (WHO 2010).

Meer aandacht voor risico’s langdurige blootstelling lage concentraties

De Gezondheidsraad adviseert om in voorlichting aan burgers, hulpverleners en installatiebedrijven meer aandacht te besteden aan de risico’s van langdurige blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide. De koolmonoxidemelders die in Nederland op de markt zijn, detecteren geen concentraties lager dan 10 ppm en geven pas een akoestisch alarmsignaal vanaf 50 ppm (zie Voorlichting over koolmonoxiderisico’s door verbrandingstoestellen). Bewoners hebben vooralsnog dus geen middel om zelf te controleren of de concentratie koolmonoxide in hun woning onder de WHO-norm is. Om gezondheidsrisico’s van blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide te beperken, kan de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) mensen wijzen op:

  • het belang van ventileren om de concentratie van verontreinigende stoffen (waaronder mogelijk koolmonoxide) in het binnenmilieu zo laag mogelijk te houden;
  • het feit dat elke bron van verbranding binnenshuis een (ongewenste) bron is van verontreinigende stoffen, waaronder mogelijk koolmonoxide;
  • het feit dat het roken van sigaretten, sigaren of een waterpijp ook blootstelling aan koolmonoxide veroorzaakt.

Deze boodschappen sluiten aan bij de voorlichting die GGD’en al geven over een gezond binnenmilieu en een gezonde leefstijl. Koolmonoxide kan (al dan niet expliciet) worden gebruikt als een extra argument om deze voorlichtingsboodschappen te ondersteunen.