Elk najaar nodigen huisartsen en zorgorganisaties hun patiënten met bepaalde medische aandoeningen en mensen van 60 jaar en ouder uit voor de griepprik. Ze doen dit in het kader van het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG (Nationaal Programma Grieppreventie)).
Werkwijze
Mensen uit de doelgroep van het NPG (Nationaal Programma Grieppreventie) krijgen elk jaar een uitnodiging van de huisarts of zorginstelling. De vaccinatie vindt meestal plaats in de maand oktober en november tijdens speciale spreekuren in een huisartsenpraktijk of bij de zorginstelling. Niet-mobiele personen krijgen de prik thuis.
Bij de uitvoering zijn verschillende partijen betrokken. Hieronder staat een overzicht van deze partijen en een korte omschrijving van hun bijdrage.
Huisarts
De huisarts selecteert de personen in zijn praktijk die in aanmerking komen voor de griepprik en nodigt hen uit. De prik wordt gegeven door de huisarts, praktijkondersteuner of doktersassistent. Personen uit de doelgroep die in een zorginstelling verblijven (bijvoorbeeld een verpleeghuis), ontvangen daar hun jaarlijkse griepprik. Dit kan zowel de huisarts, doktersassistent als de verpleeghuisarts of verpleegkundige doen. De huisartsenpraktijk of instelling krijgt een vergoeding per gezette vaccinatie.
SNPG (Stichting Nationaal Programma Grieppreventie) (Stichting Nationaal Programma Grieppreventie)
De Stichting Nationaal Programma Grieppreventie (SNPG) coördineert de uitvoering van de jaarlijkse griepvaccinatiecampagne. Huisartsen bestellen informatiemateriaal en vaccins via de SNPG. Ook biedt de stichting digitale leerprogramma’s voor professionals aan.
RIVM
Vanuit het RIVM zijn verschillende afdelingen betrokken bij het NPG. Het Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CvB (Centrum voor Bevolkingsonderzoek)) heeft in opdracht van het ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) de landelijke regie over het vaccinatieprogramma. Het CvB bewaakt de kwaliteit, bereikbaarheid, betaalbaarheid en doelmatigheid van het NPG en zorgt voor goede voorlichting aan de burger. De Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s (DVP (Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma's)) van het RIVM koopt de griepvaccins in en zorgt voor opslag en levering aan huisartsen en zorginstellingen. Het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb (Centrum Infectieziektebestrijding (onderdeel van het RIVM))) van het RIVM is de inhoudsdeskundige op het gebied van de griepprik en geeft advies aan de overheid en de professionals in de praktijk.
Ministerie van VWS
Het ministerie van VWS beslist aan wie de griepprik gratis aangeboden wordt en betaalt de vaccins en de uitvoering van de jaarlijkse campagne. Dit doen het ministerie op advies van de deskundigen van de Gezondheidsraad (GR (groepsrisico)).
Nederlands Huisartsen Genootschap
Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap)) ondersteunt huisartsen bij de uitvoering van het NPG door elk jaar een praktijkhandleiding te schrijven.
Nivel
Nivel voert in opdracht van het CvB de jaarlijkse monitor uit waarbij gekeken wordt hoeveel mensen van de doelgroep zich hebben laten vaccineren en berekenen daarmee de vaccinatiegraad.
Bijwerkingencentrum Lareb (Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen )
Lareb (Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen) registreert de bijwerkingen van de griepvaccinatie die worden gemeld en publiceren dit jaarlijks in een rapport.
Geschiedenis van het NPG (Nationaal Programma Grieppreventie)
- 1993: De griepprik bestaat al enkele jaren, maar vanaf 1993 is er sprake van een programmatische aanpak. Er zijn voorlichtingsspotjes op televisie en mensen uit de risicogroepen worden actief uitgenodigd.
- 1997: Het Nationaal Programma Grieppreventie wordt opgericht.
- 2007: In 2007 adviseert de Gezondheidsraad (GR (groepsrisico)) om ook gezonde 60- tot 65-jarigen uit te nodigen. Mensen met recidiverende furunculose krijgen geen uitnodiging meer. De GR beveelt ook aan om de griepprik aan te bieden aan gezinsleden van personen met een zeer hoog risico op ernstige ziekte en sterfte bij influenza. De minister van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) besluit deze groep niet toe te voegen aan de doelgroep van het NPG, omdat er onvoldoende bekend is over de doelmatigheid van een dergelijke interventie. Daarnaast twijfelde de minister aan de uitvoerbaarheid.
- 2008: Gezonde 60- tot 65-jarigen ontvangen ook een uitnodiging voor de griepprik.
- 2009: In 2009 ontstaat er vanuit Mexico een grieppandemie, veroorzaakt door een nieuw varkensinfluenza-A(H1N1)-virus. Doordat het grootste deel van de bevolking geen antilichamen tegen dit virus bezit, kan dit virus zich snel en wereldwijd verspreiden. De Gezondheidsraad schrijft op verzoek van het ministerie van VWS een spoedadvies over de Mexicaanse griep. Naar aanleiding hiervan zijn in de tweede helft van het jaar alle doelgroepen binnen het NPG uitgenodigd voor 2 vaccinaties tegen Nieuwe Influenza A (H1N1).
- 2014: De Gezondheidsraad evalueert opnieuw in hoeverre gezonde 60-plussers en gezonde zwangere vrouwen baat zouden kunnen hebben bij een griepprik. Belangrijkste conclusie uit het advies Grip op Griep is dat de Gezondheidsraad de vaccinatie voor gezonde 60-plussers nuttig acht en vaccinatie van alle zwangere vrouwen niet. De minister neemt het advies van de Gezondheidsraad over. De doelgroep wordt niet gewijzigd.
- 2018: Het Outbreak Management Team (OMT (Outbreak Management Team)) adviseert in 3 scenario’s voor het gebruik van het nieuwe quadrivalente vaccin, in plaats van het tot dan toe gebruikte trivalente vaccin. Het nieuwe vaccin beschermt tegen 4 griepvirussen in plaats van 3. De effectiviteit van het quadrivalente vaccin is daarom hoger. De staatsecretaris van VWS schrijft in zijn besluit dat hij het belangrijk vindt om het best beschikbare vaccin in te zetten. Hij geeft daarom opdracht om vanaf 2019 het quadrivalente vaccin aan te bieden.
- 2019: Binnen het NPG worden vanaf dit moment quadrivalente vaccins gebruikt.
- 2021: De Gezondheidsraad evalueert opnieuw welke doelgroepen baat hebben bij een griepprik. In het advies adviseert de Gezondheidsraad om 3 doelgroepen aan te passen en 4 extra doelgroepen toe te voegen aan het NPG. Het gaat onder andere om mensen met morbide obesitas Body Mass Index (BMI (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.)) ≥ 40, mensen met dementie en zwangere vrouwen vanaf 22 weken zwangerschap. Uit recente onderzoeken blijkt dat deze groepen baat hebben bij griepvaccinatie en dat griepvaccinatie hun risico’s op complicaties en ziektelast verkleint. In 2021 mogen deze groepen zichzelf melden bij hun huisarts om de griepprik te halen.
- 2022: In 2022 wordt gewerkt aan de implementatie van het Gezondheidsraadadvies. Een deel van de nieuwe doelgroepen wordt al actief uitgenodigd. Voor andere doelgroepen (zoals zwangere vrouwen) is een langere implementatieperiode nodig. Zij kunnen zich in 2022 wel weer zelf melden bij de huisarts voor een gratis griepprik.
- 2023: Zwangere vrouwen kunnen zich voor het eerst laten vaccineren bij de JGZ (Jeugdgezondheidszorg). Ze krijgen de voorlichting en verwijzing van hun verloskundig zorgverlener (verloskundige of gynaecoloog) en maken daarna zelf een afspraak bij de JGZ-organisatie in de buurt.