Dieren kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen waarvan mensen ook ziek kunnen worden. De ziekten die hierdoor worden veroorzaakt, noemen we zoönosen. Bij het RIVM houden we zicht op zoönosen, van signalering tot respons. Elk jaar maken we in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)) een overzicht van de belangrijkste zoönosen in Nederland en hoe vaak ze voorkomen. Het gaat hierbij vooral om zoönosen die artsen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) en/of dierenartsen bij de NVWA moeten melden. Beleidsmakers en andere professionals kunnen deze informatie gebruiken om, als het nodig is, maatregelen te nemen.  

Bij de aanpak van zoönosen speelt de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) een belangrijke rol. Enerzijds in de signalering en afhandeling van meldingsplichtige zoönosen; anderzijds in de bewustwording van de bevolking in de preventie van zoönosen (zoönosegeletterdheid). Bovenregionaal wordt er ook samengewerkt binnen de verschillende zoönosenetwerken in het land. Deze zoönosenetwerken hebben elk verschillende omvang en doelen. Daarnaast doen meerdere GGD’en en universiteiten onderzoek naar zoönosen.  

In 2022 hebben de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) het Nationaal actieplan versterken zoönosenbeleid uitgebracht. Het RIVM-programma Versterking Zoönosen (ZOOver) voert een aantal van deze acties uit op negen inhoudelijke thema’s:  

  • One Health-signalering 
  • One Health-surveillance 
  • One health-datasharing en ICT Informatie- en communicatietechnologie (Informatie- en communicatietechnologie ) 
  • Prioritering zoönosen 
  • Kennis en innovatie 
  • Internationaal 
  • Respons 
  • Leefomgeving 
  • Zoönosegeletterdheid 

Belangrijk zijn het prioriteren van opkomende zoönosen en het opzetten van een One Health-surveillancesysteem bij dier, mens en milieu door uitwisseling van relevante data (datasharing) voor geprioriteerde zoönosen. Hiervoor ontwikkelt het RIVM een generieke kwantitatieve methode (Multi Criteria Decision Analysis; MCDA). Ook werkt het RIVM aan methoden op de zoönosen te herkennen en risico’s snel in te kunnen schatten.  

Daarnaast werkt het RIVM aan de ontwikkeling van een kennisplatform voor vectoren en vectorgebonden infectieziekten en werken we mee aan internationale surveillance-activiteiten. Voor het thema respons werkt het RIVM aan versterking van de bovenregionale samenwerking door het ontwikkelen van draaiboeken voor zoönosen, het updaten van LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)-richtlijnen en het oefenen met regionale netwerken.