Onderzoek naar inademing van nanogouddeeltjes toont aan dat deze in de wanden van bloedvaten terecht kunnen komen. Hoe kleiner de deeltjes, hoe makkelijker ze in het bloed terecht kunnen komen. Het is aannemelijk dat hart- en vaatziekten daardoor kunnen verergeren.

Nanodeeltjes kunnen door inademing via de longen in de bloedbaan terecht komen. Wetenschappers van de universiteit van Edinburgh en het RIVM hebben hiervoor bewijs gevonden in mens- en dierstudies. Gezonde vrijwilligers en patiënten met aderverkalking werden gedurende 2 uur door inademing blootgesteld aan gouddeeltjes (5-30 nm). Binnen 24 uur na de blootstelling werden de nanodeeltjes in bloed en urine gedetecteerd en 3 maanden later werden er nog steeds nanodeeltjes van goud in het bloed en urine gevonden. Deze nanodeeltjes hoopten zich op in de wand van bloedvaten waar al een ontsteking of aderverkalking aanwezig was. Dit werd aangetoond door een stuk weefsel van de halsslagader van een patiënt de dag na de blootstelling te verwijderen en te analyseren. De grootte van de deeltjes maakte daarbij zeker een verschil: de kleine deeltjes (5 nm) kwamen veel makkelijker in het bloed terecht dan de grotere deeltjes (30 nm).

RIVM/KIR kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie (kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie)-overweging:

Het feit dat na inademen deeltjes de bloedbaan kunnen bereiken en daarbij vooral in de zieke delen van bloedvaten blijven steken, kan leiden tot verergering van hart- en vaatziekten. Dit heeft dan ook grote implicaties voor het risicobeheer bij het gebruik van nanomaterialen. Anderzijds kan dit mechanisme ook worden gebruikt om een medicijn effectief bij het zieke weefsel te krijgen door het te koppelen aan bijvoorbeeld gouddeeltjes. De studie beschrijft niet in hoeverre nanodeeltjes die via andere opnameroutes (huid of maag-darmkanaal) in het bloed terecht komen, bijdragen aan het beschreven mechanisme. Dit is echter wel aannemelijk, omdat het effect is gerelateerd is aan de concentratie in het bloed en niet afhankelijk is van de opnameroute. Opvallend is de bevinding dat het relatief lang duurt voordat deze nanodeeltjes weer uit het lichaam zijn verwijderd.

Onderzoek zal moeten uitwijzen of ook andere nanodeeltjes zich vergelijkbaar ophopen in het lichaam en op deze manier een factor kunnen zijn bij het optreden van cardiovasculaire aandoeningen.