Naar verwachting besluit de Europese Commissie in 2018 om titaniumdioxide te classificeren als “verdacht kankerverwekkend (categorie 2) bij inademing”. Deze classificatie is gebaseerd op een bewijskracht van zowel dierstudies als epidemiologische gegevens. Het Comité Risicobeoordeling geeft aan dat de dierstudies en de bewijslast bij de mens onvoldoende is om titaniumdioxide te classificeren als “bewezen of verondersteld kankerverwekkend voor de mens” (categorie 1a of 1b). De beschikbare informatie laat zien dat de mens minder gevoelig lijkt te zijn, maar het Comité Risicobeoordeling geeft aan dat kankerverwekkende eigenschappen voor de mens niet uitgesloten kunnen worden. Het Comité Risicobeoordeling zag daarom voldoende reden voor de voorgestelde classificatie.

Europese classificatie

Stoffen en mengsels worden geclassificeerd op basis van de gevaarseigenschappen van de stof of stoffen. Deze classificatie heeft als doel werknemers en consumenten te informeren over de aanwezigheid van stoffen met bepaalde gevaarseigenschappen, zodat zij hier op een veilige manier mee kunnen omgaan, bijvoorbeeld door blootstelling te voorkomen of verminderen. Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor de classificatie van hun stoffen. Daarnaast hebben sommige stoffen in Europa een geharmoniseerde classificatie. Lidstaten en bedrijven kunnen een dossier met een voorstel voor een geharmoniseerde classificatie van een stof opstellen. Dit voorstel wordt beoordeeld door het Comité Risicobeoordeling en vervolgens besluit de Europese Commissie in overleg met de lidstaten om de geharmoniseerde classificatie op te nemen in Annex VI van de CLP-verordening. Bij de beoordeling van de classificatie wordt gebruik gemaakt van alle beschikbare informatie, waaronder bijvoorbeeld het registratiedossier van de betreffende stof onder REACH Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals)[1]. Voor een classificatie wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende blootstellingsroutes, tenzij er aanwijzingen zijn dat toxische effecten alleen via een specifieke route worden geïnduceerd.

Titaniumdioxide (TiO2) wordt veelvuldig gebruikt als witte kleurstof (titaanwit) in een breed scala aan producten waaronder verven, huishoudelijke producten, cosmetica, en als voedingsadditief (E171). De witte kleur van titaanwit wordt het best bereikt met deeltjes van 200-300 nm groot. Titaanwit bevat wel een fractie aan deeltjes kleiner dan 100 nm, maar omdat deze fractie kleiner is dan 50% (10-35% van de deeltjes) wordt titaanwit niet gezien als een nanomateriaal volgens de Europese Aanbeveling inzake de definitie van een nanomateriaal. In veel mindere mate worden andere vormen van TiO2 toegepast, waaronder TiO2 volledig bestaand uit nanodeeltjes. Het Europese Comité Risicobeoordeling (RAC Regionale Arts Consulenten (Regionale Arts Consulenten))[2] adviseert, op basis van het dossier opgesteld door het Franse Agentschap voor Voedsel, Milieu en Arbeidshygiëne en Veiligheid (ANSES French agency for Food, Environmental and Occupational Health Safety (French agency for Food, Environmental and Occupational Health Safety)), de Europese Commissie (EC European Commission (European Commission)) om TiO2 te classificeren als “verdacht kankerverwekkend (categorie 2) bij inademing[3]. ANSES stelde oorspronkelijk een zwaardere classificatie voor: “kankerverwekkend (categorie 1B) bij inademing”[4]. De EC besluit naar verwachting in 2018 of het advies van het RAC wordt overgenomen. De voorgestelde classificatie geldt voor alle vormen van TiO2, ongeacht de specifieke kristalvorm, en de deeltjesgrootte (dus zowel TiO2 dat volledig of voor een fractie uit nanodeeltjes bestaat), omdat er op basis van de beschikbare data geen aanwijzingen zijn dat de gevonden effecten aan een specifieke vorm of grootte van TiO2 gerelateerd kunnen worden. Een onderbouwing voor een eventuele differentiatie in classificatie op basis van vorm en/of deeltjesgroote ontbreekt derhalve. Het International Agentschap voor Kankeronderzoek van de WHO World Health Organization (World Health Organization) (IARC) heeft TiO2 al in 2006 geclassificeerd als “mogelijk kankerverwekkend voor mensen bij inademing”. Die classificatie was gebaseerd op een drietal dierstudies met ratten waarin inademing van TiO2 een toename in longkanker veroorzaakte.

Geen classificatie orale route

Het RAC zag voldoende bewijs om TiO2 alleen te classificeren voor een specifieke blootstellingsroute (de inhalatoire route). Op basis van de aan de RAC aangeleverde informatie werd voor blootstelling via het maag-darmkanaal of via de huid onvoldoende bewijs gevonden om TiO2 als verdacht kankerverwekkend te classificeren. Dit komt overeen met het voorstel van Frankrijk, en werd in de publieke consultatie van het voorstel ook door de andere lidstaten onderstreept. Ook de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)) concludeerde in september 2016 tijdens de her-evaluatie van TiO2 als levensmiddelenadditief (E171) dat voedingsadditief E171 niet kankerverwekkend is (na orale blootstelling).

In recente studies worden nadelige gezondheidseffecten gerapporteerd die mogelijk duiden op een kankerverwekkende potentie van TiO2 via de orale route. Deze studies zijn niet in het dossier van het RAC meegenomen, en ook is er discussie over de interpretatie van deze studies. Zo publiceerde het Franse Nationaal Instituut voor Landbouwonderzoek (INRA) in januari 2017 een studie over orale blootstelling van ratten aan het levensmiddelenadditief E171 (titaanwit) dat voor een deel uit nanodeeltjes bestaat. Deze blootstelling leidde tot weefselbeschadigingen die met een voorstadium van kanker in de dikke darm geassocieerd zouden kunnen worden. Op verzoek van de Franse overheid heeft ANSES een opinie opgesteld over de INRA studie. In het begeleidende persbericht concludeerde ANSES dat de gevonden weefselbeschadigingen na orale blootstelling onvoldoende zijn om TiO2 als kankerverwekkend te beoordelen en onderschrijft daarmee de conclusie door het EFSA-panel. ANSES acht wel dat er voldoende aanwijzingen zijn dat TiO2 bij inademen zou kunnen leiden tot kanker om tot classificatie over te gaan. Gezien de bevindingen in de INRA-studie benadrukt ANSES wel de noodzaak tot nader onderzoek van de gezondheidseffecten van E171, in het bijzonder de mogelijke effecten op het ontstaan van darmkanker.

Interpretatie inhalatiestudies

In een reactie betwijfelt de TiO2-industrie (verenigd in onder andere de Titanium Dioxide Manufacturers Association – TMDA) de noodzaak tot classificatie van TiO2. De industrie plaatst vraagtekens bij de beschikbare studies in de rat, en betoogt dat vanwege het betere opruimingsmechanisme van TiO2 na inhalatie, reële blootstelling van de mens niet zal leiden tot longkanker. In deze reactie wordt echter niet helder aangegeven wat nu exact de daadwerkelijke blootstelling is aan de verschillende vormen. Ook zou volgens de industrie het type tumoren dat in de longen van een rat wordt gevonden onder ‘verminderde klaring’-condities niet vergelijkbaar zijn met tumoren zoals die in de longen van de mens worden aangetoond.

RIVM/KIR kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie (kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie) overweging:

Effecten van besluit EC tot classificatie

Alleen voor kankerverwekkende stoffen uit de categorieën 1A en 1B (bewijs op basis van respectievelijk gegevens van de mens of voldoende diergegevens) verplicht de Arbowetgeving werkgevers op basis van de eventuele classificatie tot het nemen van strengere maatregelen om werknemers tegen blootstelling op de werkplek te beschermen (in aanvulling op de normale maatregelen). Een classificatie als “verdacht kankerverwekkend (categorie 2) bij inademing” heeft dus geen directe gevolgen op de werkvloer. Het mogelijke besluit van de Europese Commissie om TiO2 te classificeren als “verdacht kankerverwekkend (categorie 2) bij inademing” heeft wel gevolgen voor de etikettering van de mengsels die TiO2 bevatten (boven 1%), zoals bepaalde consumentenproducten met TiO2. De etikettering van consumentenproducten, mengsels voor industriële toepassing en biociden die meer dan 1% (op volumebasis) TiO2 bevatten, wordt dan uitgebreid met de vermelding ”verdacht van het veroorzaken van kanker (inhalatie)” en het pictogram “Schadelijk voor de gezondheid”. Deze etikettering geldt voor alle producten die TiO2 bevatten boven de 1%. Ook voor producten waarbij geen blootstelling via inhalatie wordt verwacht. Voor cosmetica geldt dat het gebruik van TiO2 verboden wordt, tenzij het specifieke gebruik veilig is bevonden door het wetenschappelijke comité dat de veiligheid van cosmetica beoordeelt (SCCS scientific committee on consumer safety (scientific committee on consumer safety))[5]. Voedingsmiddelen vallen niet onder REACH[6] en het levensmiddelenadditief (E171) is door de EFSA in september 2016 als “niet kankerverwekkend” beoordeeld. Daardoor heeft een andere classificering geen directe gevolgen voor toepassingen in voedsel.

Interpretatie inhalatiestudies

De studies beoordeeld door het RAC rechtvaardigen het advies om TiO2 te classificeren als “verdacht kankerverwekkend (categorie 2) bij inademing”. Over interpretatie van inhalatiestudies is vaak discussie, omdat ze meestal zijn uitgevoerd in ratten. Deze diersoort is gevoeliger voor het verstoren van het biologisch opruimmechanisme bij hoge doseringen (bekend onder de term “overload”-condities) ten opzichte van andere diersoorten en de mens. De REACH-Guidance geeft aan dat effecten die waargenomen worden bij ‘overload’-situaties, als relevant voor de mens moeten worden beschouwd, tenzij aangetoond kan worden dat dit niet zo is. In de CLP-guidance wordt opgemerkt dat relevantie van ‘overload’ in de long in dieren en mensen niet duidelijk is en onderwerp van wetenschappelijke discussie.

Het RAC heeft hier uitvoerig over gesproken en merkt op dat er een verschil is tussen een complete verzadiging van de macrofagen en een situatie van vertraagde klaring. In de studie waar wel sprake was van vertraagde klaring, maar niet van complete verzadiging van de macrofagen, werd bij vrouwelijke ratten al een toename in longcarcinomen[7] (en andere weefselbeschadiging) waargenomen. Mede op grond van deze studie heeft RAC geconstateerd dat zij geen informatie heeft om de waargenomen effecten in de rat als niet relevant voor de mens te beschouwen. Als verdere onderbouwing voor deze conclusie geeft het RAC dat er geen robuuste carcinogeniteitsstudies zijn in andere diersoorten dan de rat, dat ophoping ook bij de mens kan optreden, en dat relevantie voor de mens van de waargenomen longcarcinomen niet overtuigend kan worden weerlegd.

Het argument van de industrie dat reële blootstelling van de mens niet zal leiden tot longkanker is in deze niet relevant. Classificatie van een stof vindt uitsluitend plaats op basis van de intrinsieke gevaarseigenschappen van de stof, waarbij mogelijke (afwezigheid van) blootstelling geen rol speelt.

 

[1]     REACH is de Europese chemicaliënwetgeving, waarin Registratie, Evaluatie, Autorisatie en beperking van Chemische stoffen worden geregeld.

[2]     Het RAC is o.a. verantwoordelijk voor het voorbereiden van de adviezen van het Europees Chemicaliën Agentschap (ECHA European Chemicals Agency (European Chemicals Agency)) met betrekking tot de risico's van stoffen voor de gezondheid van de mens en voor het milieu in o.a. de geharmoniseerde indeling en etikettering van stoffen (Verordening (EG) Nr. 1272/2008). De definitieve besluiten worden door de Europese Commissie genomen.

[3]     Categorie 2 betekent dat er beperkt bewijs is dat een stof kankerverwekkend is in dierstudies. De betreffende stof wordt daarom verdacht van het veroorzaken van kanker. Blootstelling aan een dergelijke stof wil niet zeggen dat dit altijd tot het ontstaan van kanker leidt.

[4]     Categorie 1B betekent dat er voldoende bewijs is dat een stof kankerverwekkend is in dierstudies en er wordt aangenomen dat deze stof ook kanker kan veroorzaken bij de mens. Blootstelling aan een dergelijke stof wil niet zeggen dat dit altijd tot het ontstaan van kanker leidt.

[5]     De SCCS heeft in een opinie in 2014 beoordeeld dat het gebruik van TiO2 nanodeeltjes als uv ultraviolet (ultraviolet)-filter in zonnebrandcrème (tot een maximum concentratie van 25%) geen risico voor de gezondheid oplevert. De toepassing van TiO2-nanodeeltjes in sprays is hierin echter nadrukkelijk uitgesloten. Een opinie voor het gebruik in sprays wordt naar verwachting binnenkort gepubliceerd.

[6]     De Europese chemicaliënwetgeving is vastgelegd in de REACH-Verordening ((EG) Nr. 1907/2006) voor registratie, evaluatie, autorisatie en beperking van chemische stoffen.

[7]     Carcinoom is de medische term voor kwaadaardige woekering van epitheelcellen. Epitheelcellen vormen de buitenste cellaag van het lichaam en de bekleding van de verschillende lichaamsholten.