Voormalig staatssecretaris Blokhuis heeft in 2021 besloten de periode tussen twee uitnodigingen voor het bevolkingsonderzoek naar borstkanker tijdelijk te verlengen naar maximaal drie jaar. Dit is nodig omdat het voorlopig niet mogelijk is om mensen elke twee jaar uit te nodigen voor het onderzoek naar borstkanker. Begin 2023 was de gemiddelde tijd tussen twee uitnodigingen 29 maanden. Mensen krijgen hun uitnodiging nu dus met vertraging. Tot wanneer deze situatie duurt, is momenteel niet bekend.

Hieronder vindt u antwoorden op vragen over deze verlenging.

Het bevolkingsonderzoek moet voor iedereen gelijkwaardig en toegankelijk zijn. Dat was niet het geval. In de ene regio moest men (veel) langer wachten op het borstonderzoek dan in een andere regio en dat was ook het geval binnen regio’s.

Om de toegankelijkheid en gelijkwaardigheid landelijk voor alle deelnemers te behouden was het nodig om de periode tussen onderzoeken in te verlengen tot maximaal 3 jaar. De effecten daarvan zijn inmiddels te merken. De grootste uitschieters zijn weggewerkt. De gemiddelde tijd tussen twee uitnodigingen zit daardoor nu op 29 maanden. Dit is substantieel minder dan de maximaal 36 maanden die de staatssecretaris mogelijk maakte.

Zo kwam er ook meer ruimte om te investeren in screeningspersoneel, vooral in het opleiden van mensen. Dat is nodig om uiteindelijk in de toekomst weer meer personeel te hebben en terug te kunnen naar een kortere periode tussen de onderzoeken in.

Deze aanpassing startte begin 2021. Mensen worden ook nu dus nog wel uitgenodigd, maar met vertraging. Tot wanneer deze situatie duurt, is momenteel onbekend. 

Dit heeft te maken met het tekort aan screeningspersoneel bij het bevolkingsonderzoek en de uitbraak van het nieuwe coronavirus. Door de uitbraak van het nieuwe coronavirus heeft het borstkankeronderzoek enige tijd stilgelegen. Sinds de herstart kunnen door de coronamaatregelen minder mensen per dag onderzocht worden dan normaal.

Dat hangt af van de regio waar u woont.   

Landelijk gezien is de tijd tussen 2 uitnodigingen nu gemiddeld 29 maanden. Door regionale en lokale verschillen kan dit voor u korter of langer zijn.

De gemiddeld 29 maanden als tijd tussen twee onderzoeken in geldt voor elke leeftijdsgroep. Op deze manier is het aanbod van het bevolkingsonderzoek borstkanker in heel Nederland uniform toegankelijk en gelijkwaardig.

Jaarlijks ontvangen in heel Nederland normaal gesproken ongeveer 1,3 miljoen vrouwen een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek borstkanker. Daarvan doen ongeveer 1 miljoen vrouwen mee aan het onderzoek. Met de verlenging van de periode tussen onderzoeken in, krijgen minder vrouwen een uitnodiging per jaar. De balans tussen het aantal uitgenodigde vrouwen en het aantal vrouwen dat onderzocht kan worden is daardoor beter.

De aanpassing is in principe een tijdelijke maatregel, maar geldt wel voor een aantal jaren. De oorzaken van de vertraging – het personeelstekort en de COVID-19-problematiek – zijn niet op korte termijn opgelost. Alle betrokkenen werken er hard aan om zo snel mogelijk mensen weer om de 2 jaar uit te nodigen.

Het bevolkingsonderzoek heeft als doel borstkanker vroeg op te sporen zodat behandeling een grotere kans van slagen geeft of de behandeling minder ernstig is. Voor sommigen  kan later onderzoeken gunstig zijn als een afwijking dan wel wordt gevonden die eerder nog niet te zien was. Een langere periode tussen onderzoeken in leidt er echter ook toe dat in sommige gevallen borstkanker later wordt ontdekt en dat minder sterfgevallen kunnen worden voorkomen.

Een mammografie, echografie of MRI magnetic resonance imaging (magnetic resonance imaging) kan alleen in het ziekenhuis plaatsvinden na verwijzing door de huisarts op basis van klachten of veranderingen aan de borst(en) of verwijzing vanuit het bevolkingsonderzoek. Deze onderzoeken vallen buiten het bevolkingsonderzoek. Neem bij klachten of veranderingen aan uw borst  contact op met uw huisarts.

Een langere periode tussen twee onderzoeken in zorgt ervoor dat er minder gezondheidswinst behaald wordt met het bevolkingsonderzoek. De komende jaren, tot 2039, zouden bij borstonderzoek om de 2 jaar jaarlijks ongeveer 1450 sterfgevallen worden voorkomen. Een periode van 3 jaar tussen de onderzoeken zou ongeveer 60 minder voorkomen sterfgevallen geven per jaar in die periode tot 2039, bleek uit berekeningen. Later werd met nieuwe, gunstigere prognoses, deze verwachting bijgesteld naar ongeveer 30 minder voorkomen sterfgevallen per jaar. In juli 2023 werd bekend dat het streven om begin 2024 weer om de twee jaar uit te kunnen nodigen voor de volgende ronde niet gehaald wordt. Daarmee is de verwachting dat het aantal minder voorkomen sterfgevallen jaarlijks uit gaat komen tussen de 30 en 60.

De uitvoerende organisaties zetten al lange tijd acties in om voldoende screeningslaboranten te behouden en nieuwe medewerkers te werven en op te leiden. Hieronder valt bijvoorbeeld het opzetten van extra opleidingen en arbeidsmarktcampagnes om nieuwe medewerkers aan te trekken. Verlenging van het interval is ook nodig om ruimte te maken voor het opleiden van nieuwe screeningslaboranten.

Als u zich ongerust maakt, kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts. Uw huisarts kan met u bespreken of er sprake is van (een vermoeden van) familiaire of erfelijke borstkanker.

Als u klachten heeft, of een van de deze veranderingen ziet of voelt, vraag dan uw huisarts om advies. De huisarts kan u eventueel doorverwijzen naar het ziekenhuis voor nader onderzoek. Wacht bij klachten dus niet op de uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek en maak geen afspraak in het onderzoekscentrum. Het bevolkingsonderzoek borstkanker is bedoeld voor mensen zonder klachten aan de borsten.

Er wordt via een nieuwsbericht op de website en op social media kanalen van RIVM en Bevolkingsonderzoek Nederland aandacht aan besteed. 

Houd rekening met gemiddeld 29 maanden na uw vorige uitnodiging. Dit kan ook eerder of later zijn, afhankelijk van uw regio. In deze kamerbrief wordt dit verder toegelicht.

De leeftijdsgrenzen blijven hetzelfde. De Gezondheidsraad gaat advies geven over het behouden van zoveel mogelijk gezondheidswinst door het bevolkingsonderzoek.

 

Het is moeilijk om algemeen aan te geven of een diagnose anders was geweest bij een eerdere uitnodiging. Mocht u vermoeden dat u nadelige gevolgen hebt ondervonden van een latere uitnodiging, neem dan contact op met Bevolkingsonderzoek Nederland.

U kunt meer informatie hierover vinden in de arbeidsmarktnotitie. Deze is te vinden op de pagina voor professionals onder het kopje 'Arbeidsmarktproblematiek in het bevolkingsonderzoek borstkanker'.

Voor meer informatie over de opleidingen voor nieuwe screeningslaboranten, kijk op de website 'werken bij bevolkingsonderzoek'. 

Bevolkingsonderzoek Nederland (BVO bevolkingsonderzoek (bevolkingsonderzoek) NL) heeft een wervingscampagne voor opleidingskandidaten opgezet. Deze kandidaten volgen de opleiding tot mammolaborant en kunnen daarna gaan werken in de borstkankerscreening. Daarnaast worden mensen geworven die deze opleiding al gedaan hebben en de overstap naar de screening willen maken. De wervingscampagne is erg succesvol; alle beschikbare opleidingsplekken zijn gevuld. Daarbij geldt: er is  een maximum voor het aantal opleidingsplekken dat we kunnen realiseren binnen het bevolkingsonderzoek. Hierdoor kost het werven en opleiden van nieuwe medewerkers enkele jaren tijd.

  • Het RIVM is nagegaan welke mogelijkheden er zijn om mammografieën door ziekenhuispersoneel te laten verrichten. Diverse ziekenhuizen hebben hiervoor een aanbod gedaan.
  • Het is Bevolkingsonderzoek Nederland gelukt te komen tot een centrale regie op planning en landelijk beleid. Er is een intensieve samenwerking tussen de regio’s voor de capaciteitsverdeling in het land. Daarnaast wordt er tussen de regio’s personeel en materieel uitgewisseld.
  • Mensen krijgen nu open uitnodigingen. Hierdoor kan de volledige dagcapaciteit benut worden en zijn er nauwelijks ‘no-shows’.
  • Deelnemers krijgen daarnaast meer handelingsperspectieven. Ze kunnen o.a. op verschillende plekken deelnemen aan de screening.