BI-RADS (Breast Imaging Reporting and Data System) zijn uitslagen van het borstonderzoek. BI-RADS 0 betekent dat de röntgenfoto’s van het bevolkingsonderzoek niet genoeg informatie geven voor een definitieve uitslag. Ze kunnen op de foto niet ziet wat het precies is. Meer onderzoek is nodig. Daarom krijgt u een verwijzing voor verder onderzoek op de afdeling radiologie in een ziekenhuis. Daar kunnen ze extra röntgenfoto’s maken of een echografie doen.
9 van de 10 vrouwen die verder onderzoek krijgen hebben geen borstkanker. Er zijn diverse oorzaken die zorgen voor een afwijking op de foto. Deze zijn goedaardig en kunnen niet kwaadaardig worden. Het zijn geen tekenen van borstkanker. Mogelijke oorzaken voor afwijkingen op de foto zijn:
Cyste
Eén van de meest voorkomende goedaardige afwijkingen in de borst is een vochtblaasje. Een andere naam is een cyste. Een cyste kan ontstaan door verstopping van een uitvoergangetje van een melkklier. Er kunnen meerdere cysten in één of beide borsten zitten. Voor een cyste is geen behandeling nodig. Het kan ook vanzelf weer weggaan. Soms kan een arts een cyste leegzuigen met een injectienaald. Dit doen ze alleen als de radioloog zeker wil weten dat het een vochtblaasje is.
Bindweefselknobbel
Soms zorgt een goedaardige knobbel in het bindweefsel van de borst voor een afwijking op de foto. Dit is het meest voorkomende goedaardige ‘knobbeltje’ in de borst. Een andere naam voor deze knobbel is fibroadenoom. Fibroadenomen komen meestal voor bij vrouwen jonger dan 35 jaar. Ook oudere vrouwen kunnen fibroadenomen krijgen. Om goed te onderzoek of het knobbeltje goedaardig is, zal het laboratorium het borstweefsel moeten onderzoeken. De radioloog zal een klein stukje weefsel uit de borst halen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Dit heet een biopsie.
Lymfeklier
Lymfeklieren zitten vooral in de oksel maar kunnen ook in de borst zitten. Op een mammogram zien ze er uit als een klein vlekje. Met een echografie is goed vast te stellen of de lymfeklier goedaardig is.
Verstoring van het borstweefsel
Soms ziet de arts een verandering van het melkkierweefsel op de röntgenfoto’s. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat u ooit een operatie of borstontsteking heeft gehad. Een andere naam is architectuurverstoring.
Door extra röntgenfoto’s en een echografie te maken kan de arts meestal bepalen dat er geen aanwijzing is voor borstkanker. Soms is er nog extra borstonderzoek nodig met een MRI (magnetic resonance imaging)-scan of onderzoekt het laboratorium het borstweefsel. De radioloog zal een klein stukje weefsel uit de borst halen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Dit heet een biopsie.
Een verschil tussen de linker en rechter borst
Bij een verschil tussen de linker en rechter borst ziet het klierweefsel in één van de borsten er anders uit. Dit heet ook wel asymmetrie. Extra onderzoek is nodig om te bepalen of het om normaal borstklierweefsel gaat. Dit kan een extra foto zijn of een echografie. Als de arts nog twijfels heeft kan hij extra onderzoek laten doen met een MRI-scan. Soms wil de arts dat het laboratorium het borstweefsel onderzoekt. De radioloog zal een klein stukje weefsel uit de borst halen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Dit heet een biopsie.
Onveranderd beeld op de röntgenfoto
U kunt voor verder onderzoek naar het ziekenhuis moeten voor één van de redenen die hierboven staan. Soms was de afwijking ook al te zien op oude foto’s uit het ziekenhuis en is er niets veranderd. Dan weet de arts dat wat er op de borstfoto te zien is, goedaardig is.