In Nederland wordt al meer dan 50 jaar screening op baarmoederhalskanker uitgevoerd.

Programmatische screening

Vanaf 1970 worden in Nederland op grote schaal uitstrijkjes gemaakt. Tot 1996 vonden deze uitstrijkjes niet-programmatisch plaats. Sinds 1996 is er sprake van een landelijk uniform georganiseerd bevolkingsonderzoek. Vanaf dat moment ontving de doelgroep in de leeftijdscategorie van 30 tot en met 60 jaar iedere 5 jaar een uitnodiging om een uitstrijkje te laten maken bij de huisarts. De afgenomen cellen werden in het laboratorium microscopisch beoordeeld op celafwijkingen (cytologische beoordeling).

Primaire HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus)-screening

In 2017 werd het screeningsprogramma vernieuwd. De belangrijkste wijzigingen waren de invoering van primaire HPV-screening, gevolgd door cytologie bij een positieve HPV-uitslag en de introductie van de zelfafnameset. Daarnaast werd er een wijzing aangebracht in het algoritme voor verwijzing.

Als gevolg van deze vernieuwing zijn een aantal uitkomsten van het bevolkingsonderzoek veranderd. Het aantal voorstadia van kanker dat wordt opgespoord is met meer dan een kwart gestegen. Daarnaast is het aantal doorverwijzingen ruim verdubbeld. Een ander (onbedoeld) neveneffect is dat de deelnamegraad daalde, van circa 65% naar rond de 56%. Gebleken is dat een groot deel van de doelgroep wel de intentie tot deelname heeft, maar uiteindelijk niet deelneemt.

Verdere optimalisering

In 2021 publiceerde de Gezondheidsraad het advies Verbetermogelijkheden bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Daarin werden aanbevelingen gedaan om het screeningsprogramma verder te optimaliseren. Deze aanbevelingen hebben geleid tot een aantal actuele ontwikkelingen binnen het bevolkingsonderzoek.