Welke elementen of omstandigheden spelen een rol bij het maken van de keuze om wel of niet te vaccineren? Daar heeft SocioVax literatuuronderzoek naar gedaan. Hieronder vindt u de resultaten van het onderzoek. Deze kunnen inzicht bieden aan professionals die zich bezig houden met de vaccinatiebereidheid of -deelname aan de griepprik of het Rijksvaccinatieprogramma.
Direct naar:
Samenvatting van de onderzoeksresultaten
Hieronder staan de belangrijkste resultaten van het onderzoek op een rij. In de tekst maken we gebruik van de term ‘vaccinatiebereidheid of -deelname’. Hiermee bedoelen we de intentie en bereidwilligheid om zich te laten vaccineren (vaccinatiebereidheid) en of men zich daadwerkelijk heeft laten vaccineren (vaccinatiedeelname).
Wat mensen denken en voelen
- Positievere gedachten of gevoelens over vaccinatie hangen samen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Omgekeerd hangen negatievere gedachten of gevoelens over vaccinatie samen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname.
- Onderwerpen die mensen meenemen wanneer ze een vaccinatie overwegen zijn bijvoorbeeld: veiligheid, voordelen en effectiviteit van vaccins, risico’s van de ziekte en vertrouwen in de gezondheidszorg en experts.
Sociale processen
- Wat mensen als sociaal wenselijk zien, heeft invloed op hun vaccinatiebereidheid of -deelname.
- Vaccineren als sociale taak zien, meer kennis over het vaccin of de ziekte, informatie uit officiële bronnen en het advies van een zorgverlener, hangen samen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.
- Bepaalde culturele normen en overtuigingen, taal en religie, onvoldoende kennis, verkeerde informatie, informatie uit niet-officiële bronnen, en het niet ontvangen van het advies van een zorgverlener, hangen samen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname.
Toegankelijkheid
- De toegankelijkheid van het halen van vaccins gaat over verschillende dingen. Bijvoorbeeld: persoonlijke obstakels, betaalbaarheid of kwaliteit van de vaccinatieservice.
- Toegankelijkere communicatie en minder obstakels hangen samen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.
Wat mensen doen
- Eerder gedrag kan een rol spelen. Eerder gevaccineerd zijn en proactief gedrag (zoals een recent bezoek aan een zorgverlener) hangen samen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.
Demografische kenmerken
- De literatuur laat over het algemeen geen duidelijk beeld zien voor demografische kenmerken.
- De determinanten die we beschrijven zijn onderverdeeld in verschillende thema’s. Dit is gebaseerd op het ‘WHO behavioural and social drivers of vaccination framework’.
- Dit model stelt dat vaccinatie het resultaat is van 1) wat mensen denken en voelen; 2) sociale processen en 3) toegankelijkheid (in het model ‘praktische zaken’ genoemd). Op basis van de bevindingen uit ons literatuuronderzoek voegen wij hier nog twee thema’s aan toe, namelijk 4) wat mensen doen en 5) demografische kenmerken.
- De gebruikte literatuur is gepubliceerd tussen 2005 en 2024 en komt uit landen met een vergelijkbare context met Nederland (Europa, Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland).
- Etniciteit kan in de landen van het literatuuronderzoek een andere betekenis hebben dan in Nederland.
- Wanneer het gaat over specifieke onderzoekspopulaties, zoals bepaalde minderheidsgroepen, houden we de terminologie uit de literatuur aan.
Lees meer over de onderzoeksmethode.
1. Wat mensen denken en voelen
Veel reviews vinden een verband tussen hoe mensen denken over vaccinaties en hun vaccinatiebereidheid of -deelname. Hoe mensen denken over vaccinaties wordt vaak op verschillende manieren onderzocht, zoals met attitudes, overtuigingen of gevoelens. Over het algemeen zien we dat positievere attitudes, overtuigingen of gevoelens ten opzichte van vaccinatie samenhangen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. En dat negatievere attitudes, overtuigingen of gevoelens samenhangen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. We zien dat vooral meespeelt of mensen vertrouwen hebben in de gezondheidszorg en experts. En hoe mensen denken en voelen over:
- de veiligheid van vaccinaties
- de voordelen en effectiviteit van vaccinaties
- de risico’s van de ziekte waartegen het vaccin beschermt
Ervaren veiligheid vaccin
In veel onderzoek komt terug dat mensen die zich zorgen maken over de veiligheid en de bijwerkingen van vaccins een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname hebben. Omgekeerd hebben mensen die vertrouwen hebben in de veiligheid van vaccins vaker een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Zorgen die naar voren komen, hebben bijvoorbeeld te maken met de beleving dat een kind nog te jong is om gevaccineerd te worden. Bijvoorbeeld omdat het immuunsysteem nog in ontwikkeling is en ouders denken dat vaccinatie tot overbelasting van het immuunsysteem kan leiden.
Deze zorgen komen vaak naar voren bij het aanbieden van een combinatievaccin of meerdere vaccins tegelijk. Aparte vaccinaties worden door deze ouders soms als veiliger beschouwd. Ook kunnen mensen bezorgd zijn, omdat ze denken dat bepaalde stoffen in vaccins schadelijk zijn. Andere determinanten die meespelen, zijn bijvoorbeeld de vrees dat het vaccin de ziekte waartegen het beschermt juist zal veroorzaken, en andere percepties gebaseerd op misinformatie, misverstanden of geruchten.
Het verband tussen zorgen over de veiligheid van vaccins en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd gevonden in tien reviews over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin bij verschillende groepen: kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 2, meisjes en vrouwen van diverse leeftijden 3, 4, ouders van jongens van 9-18 jaar 5, mannen van 18-26 jaar 6, 7, ouders binnen een gemengde groep immigranten in de Verenigde Staten 8, de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika 9, Aziatische Amerikanen 10 en LHBTI-personen in de Verenigde Staten 11. Naast de reviews over het HPV-vaccin, werd hetzelfde verband ook gevonden in een review over het influenzavaccin onder zwangeren 12, een review over combinatievaccins onder moeders 13, een review over het BMR (bof, mazelen,rodehond)-vaccin onder ouders 14 en een review over meerdere vaccins onder ouders 15.
Het verband tussen zorgen over bijwerkingen van vaccins en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd gevonden in zes reviews over het HPV-vaccin, namelijk bij meisjes en vrouwen van diverse leeftijden 3, 4, 16, ouders van jongens van 9-18 jaar 5, mannen van 18-26 jaar 7 en Aziatische Amerikanen 10. Daarnaast werd het verband ook gevonden voor het BMR-vaccin onder ouders 14, voor de kinkhoest- en influenzavaccins onder prenataal en postpartum vrouwen 17 en bij twee onderzoeken naar meerdere vaccins: één bij ouders 18 en één bij de antroposofische gemeenschap (meerdere continenten) 19.
Meer specifieke zorgen die naar voren komen, hebben bijvoorbeeld te maken met de beleving dat een kind nog te jong is om gevaccineerd te worden 13, 19. Bijvoorbeeld omdat het immuunsysteem nog in ontwikkeling is en ouders denken dat vaccinatie tot overbelasting van het immuunsysteem kan leiden 13. Deze zorgen lijken vooral te spelen bij het aanbieden van een combinatievaccin of meerdere vaccins tegelijk. Aparte vaccinaties worden door deze ouders soms als veiliger beschouwd 13. Een andere specifieke zorg die vooral aanwezig lijkt bij het BMR-vaccin, is de zorg dat dit vaccin autisme veroorzaakt13, 14,15. In een publicatie uit 1998 die later is teruggetrokken in verband met ernstige misstanden tijdens het onderzoek, werd autisme aan een BMR-vaccin toegeschreven. Het verband tussen vaccinatie en autisme is nadien niet meer gevonden in ander onderzoek, maar de zorgen die erdoor ontstaan zijn, blijven bij sommige ouders aanwezig. Deze zorgen over een samenhang tussen vaccinatie en autisme worden nu bijvoorbeeld ook teruggevonden in onderzoek naar percepties over het influenzavaccin 20.
Het verband tussen vertrouwen in de veiligheid van vaccins en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname wordt beschreven in drie reviews over het HPV-vaccin: bij meisjes van 9-18 jaar 16, bij Afro-Amerikaanse volwassenen 21 en in een review over het BMR-vaccin bij ouders 14.
Ervaren voordelen en effectiviteit vaccin
Mensen die vaccins als effectiever ervaren en meer voordelen van vaccinatie zien, hebben een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Omgekeerd lijkt het hebben van zorgen of twijfels over de effectiviteit of voordelen van vaccins samen te hangen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Mensen die de overtuiging hebben dat apart vaccineren beter is dan een combinatievaccin, hebben een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname (zie ook Ervaren veiligheid vaccin).
Het verband tussen meer voordelen van vaccinatie zien en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname werd in zes reviews gevonden over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin bij verschillende groepen: meisjes en vrouwen van diverse leeftijden3, 45 en Afro-Amerikaanse volwassenen 21. In een review zagen mannelijke deelnemers tussen 18-26 jaar significant minder voordelen van HPV-vaccinatie dan vrouwelijke deelnemers 6. Specifieke voordelen van HPV-vaccinatie die ouders van jongens van 9-18 jaar zien, zijn het voorkómen van kanker en andere ziektes, of het beschermen van de toekomstige partner van hun zoon tegen HPV-gerelateerde overdraagbare ziektes 4, 5. Het verband tussen twijfels over de voordelen van vaccins en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd gevonden in een review over meerdere vaccins bij ouders 15. Uit een review over combinatievaccins onder moeders lijkt dat mensen die de overtuiging hebben dat apart vaccineren voordelen biedt ten opzichte van combinatievaccins, een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname hebben 13.
Het verband tussen vaccins als effectief ervaren en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname werd gevonden in twee reviews over het HPV-vaccin, waarvan één onder kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 2 en één onder meisjes en vrouwen 4. Dit verband werd ook gevonden in een review over het BMR (bof, mazelen,rodehond)-vaccin onder ouders 14. Zorgen of twijfels over de effectiviteit werd teruggevonden als determinant van een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname in vijf reviews over het HPV-vaccin bij verschillende groepen: mannen van 18-26 jaar 6, 7, ouders van jongens van 9-18 jaar 5, ouders binnen een gemengde groep immigranten in de Verenigde Staten 8 en LHBTI-personen in de Verenigde Staten 11. Daarnaast werd dit verband gevonden in een review over combinatievaccins onder moeders 13 en een review over het BMR-vaccin onder ouders 14.
Risicoperceptie ziekte
Onderzoek laat een verband zien tussen risicoperceptie van de ziekte waartegen een vaccin beschermt en vaccinatiebereidheid of -deelname. Mensen die de ziekte als ernstiger zien of meer kans denken te hebben op het krijgen van de ziekte, hebben een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. De ziekte als minder ernstig zien of minder kans denken te hebben op het krijgen van de ziekte, is gerelateerd aan een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname.
Sommige mensen denken dat het risico op schade door het vaccin groter is dan het risico van de ziekte en hebben een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Anderen ervaren een gebrek aan urgentie, doordat ze weinig risico op de ziekte ervaren. Zij ondernemen geen actie en zullen zich pas laten vaccineren als er een uitbraak is.
De samenhang tussen de ziekte als ernstiger zien en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname werd in vier reviews gevonden bij verschillende vaccins en doelgroepen: één over het BMR (bof, mazelen,rodehond)-vaccin bij ouders 14, één over het hepatitis B-vaccin bij mannen die seks hebben met mannen (meerdere continenten) 22 en twee over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin, waarvan één bij mannen van 18-26 jaar 6 en één bij meisjes en vrouwen van diverse leeftijden 4. De samenhang tussen de ziekte als minder ernstig zien en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd in vier reviews gevonden, namelijk bij mannen van 18-26 jaar 7 en bij ouders in relatie tot verschillende vaccins: één combinatievaccin 13, het BMR-vaccin 14 en het HPV-vaccin (specifiek bij ouders van jongens van 9-18 jaar 5). Mannelijke deelnemers tussen 18-26 jaar zagen een HPV-infectie als minder ernstig dan vrouwelijke deelnemers in deze leeftijd 6. Ook ouders van jongens van 9-18 jaar zagen een HPV-infectie als minder ernstig voor jongens en zagen het nut van jongens ertegen vaccineren minder in 5. De ouders die in deze laatste review een HPV-infectie als ernstiger zagen, hadden een hogere vaccinatiebereidheid- of deelname. Ook bij het BMR-vaccin kwam terug dat ouders die vaccinatie weigeren, de mazelen vaak als een milde, behandelbare ziekte zien. Ze denken dat de ziekte op andere manieren te voorkomen is, waardoor ze vaccineren niet nodig achten 14. Een review onder ouders (BMR-vaccin) laat zien dat sommigen het risico van schade door het vaccin hoger inschatten dan het risico van de ziekte, wat samenhangt met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname 14. Daarnaast toont deze review aan dat sommigen door het geringe ervaren risico een gebrek aan urgentie voelen, waardoor zij geen actie ondernemen en pas zullen vaccineren bij een uitbraak 14.
Vijf reviews onderbouwen het verband tussen een hogere waargenomen kans op het krijgen van de ziekte en hogere vaccinatiebereidheid of -deelname bij het HPV-vaccin onder verschillende doelgroepen: meisjes en vrouwen van diverse leeftijden 4, meisjes van 9-19 jaar uit een etnische minderheidsgroep en hun ouders (meerdere continenten) 23, mannen van 18-26 jaar 6, ouders van jongens van 9-18 jaar 5 en Aziatische Amerikanen 10. Negen reviews onderbouwen het verband tussen een lagere waargenomen kans op het krijgen van de ziekte en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Vijf van deze reviews zijn bij het HPV-vaccin: onder meisjes en vrouwen van diverse leeftijden 3, 4, mannen van 18-26 jaar 7, ouders van jongens van 9-18 jaar 5 en Aziatische Amerikanen 10. Van de overige vier is er één bij een combinatievaccin onder moeders 13, één bij het BMR-vaccin onder ouders 14, één bij het influenzavaccin onder zwangeren 12 en één bij meerdere vaccins onder ouders 15. Een specifieke bevinding in relatie tot risicoperceptie was dat vrouwen die op basis van hun seksuele activiteit van mening waren dat zij weinig risico op HPV liepen, bijvoorbeeld omdat zij een monogame relatie hadden, een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname hadden 4.
Attitudes en andere overtuigingen
Mensen met positievere attitudes over vaccinatie hebben een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Omgekeerd hebben mensen met negatievere attitudes over vaccinatie een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Hierbij gaat het soms om negatieve attitudes tegenover vaccins in het algemeen en soms om het weigeren van vaccins in bijzondere gevallen, zoals tijdens de zwangerschap.
Religieuze overtuigingen spelen ook een rol bij vaccinatiebereidheid of -deelname. Afhankelijk van hoe mensen de leefwijzen en geschriften van hun religie interpreteren, is de vaccinatiebereidheid of -deelname hoger of lager.
Er zijn in de literatuur ook een aantal andere overtuigingen beschreven die een rol spelen bij vaccinatiebereidheid of -deelname. Deze komen minder vaak naar voren en zijn vaak onderbouwd door een enkele review. Zo vond één review een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname bij mensen die natuurlijke immuniteit verkiezen boven vaccinatie. Dit geldt ook voor mensen die de overtuiging hebben dat je beter niet kunt vaccineren wanneer een kind een beetje ziek is. Voor het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin vond één review een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname bij mensen die genderneutraal vaccineren belangrijk vinden.
Het verband tussen positievere attitudes en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname werd gevonden in vier reviews over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin onder verschillende groepen: mannen van 18-26 jaar 6, 7, meisjes van 9-18 jaar 16 en Afro-Amerikaanse volwassenen 21. Het verband tussen negatievere attitudes en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd gevonden in drie reviews, namelijk over het influenzavaccin bij zwangeren 12 en studenten 20, en in een review over het BMR (bof, mazelen,rodehond)-vaccin bij ouders 24.
De samenhang van overtuigingen die verband houden met religie en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname komt naar voren in een review over het BMR-vaccin onder ouders 14 en in een review over kindervaccinaties onder ouders met een migratieachtergrond in het Verenigd Koninkrijk 25. Uit deze laatste review komt ook de samenhang van religieuze overtuigingen en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname naar voren 25. Net als uit een review over het HPV-vaccin onder Afro-Amerikaanse volwassenen 21.
Wat betreft andere overtuigingen wordt het verband tussen het verkiezen van natuurlijke immuniteit en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname beschreven in een review over combinatievaccins onder moeders 13 en een review over meerdere vaccins bij de antroposofische gemeenschap (meerdere continenten) 19. Daarnaast wordt in een review over meerdere vaccins 18 het verband beschreven tussen de overtuiging onder ouders dat vaccinatie beter niet plaatsvindt wanneer een kind een milde ziekte heeft en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Het verband tussen het belangrijk vinden dat er genderneutraal gevaccineerd wordt en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname voor het HPV-vaccin wordt beschreven in een review onder ouders van jongens van 9-18 jaar 5.
Emoties
Bij sommige mensen spelen emoties mee die niet over de medische effecten van vaccinatie gaan, maar over de gevolgen van het accepteren van het vaccin. Zo werd vaak gevonden dat angst voor het zetten van de prik samenhangt met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Ook angst om het land uitgezet te worden, kan bij vluchtelingen, immigranten en asielzoekers meespelen in de beslissing om zich wel of niet te laten vaccineren. Deze angst hangt samen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Bij het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin spelen zorgen bij ouders over seksuele losbandigheid mee in de beslissing om wel of niet te vaccineren.
Angstig zijn voor naalden of pijn komt naar voren uit onderzoek naar meerdere vaccins en doelgroepen. Zo werd het gevonden in een review over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin, een review over het BMR (bof, mazelen,rodehond)-vaccin en een over meerdere vaccins, respectievelijk bij meisjes en vrouwen van 9-26 jaar 3 en bij ouders 14, 18. Het verband tussen angst om het land uitgezet te worden en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd gevonden in een review over meerdere vaccins, bij vluchtelingen, immigranten en asielzoekers in de Verenigde Staten 26.
Daarnaast is er nog een specifieke zorg aanwezig onder ouders bij het HPV-vaccin: sommige ouders maken zich zorgen over seksuele losbandigheid na HPV-vaccinatie, wat resulteert in een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname vergeleken met ouders die zich hier minder zorgen over maken. Dit werd gevonden in een review die keek naar ouders binnen een gemengde groep immigranten in de Verenigde Staten 8. Een onderzoek over het HPV-vaccin onder Aziatische Amerikanen 10 vond ook het verband tussen meer zorgen over seksuele losbandigheid en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname, maar keek niet naar het omgekeerde verband (zich minder zorgen maken met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname).
Vertrouwen
Vertrouwen hebben in gezondheidsprofessionals, experts en/of de gezondheidszorg speelt een belangrijke rol bij vaccinatie. In de literatuur komt vaak naar voren dat mensen die gezondheidsprofessionals, experts en/of de gezondheidszorg wantrouwen een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname hebben.
De samenhang tussen het wantrouwen van gezondheidsprofessionals of experts en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd aangetroffen bij verschillende vaccins. Zo werd het gevonden bij combinatievaccins onder moeders 13, het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin onder Afro-Amerikaanse volwassenen 21, bij meerdere vaccins onder Romagemeenschappen in uiteenlopende Europese landen 27 en bij het BMR (bof, mazelen,rodehond)-vaccin onder ouders 14. Dit laatste onderzoek toonde ook dat vertrouwen in experts, zoals bijvoorbeeld de kinderarts, samenhangt met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.
De samenhang tussen het wantrouwen van de gezondheidszorg en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd gevonden in zeven reviews over verschillende vaccins en voornamelijk bij minderheidsgroepen. Zo werd het gevonden bij het HPV-vaccin onder Afro-Amerikaanse volwassenen 21, Aziatische Amerikanen 10, en de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika 9. Daarnaast werd het gevonden bij onderzoek naar meerdere vaccins onder ouders 15, Romagemeenschappen in uiteenlopende Europese landen 27, vluchtelingen, immigranten en asielzoekers in de Verenigde Staten 26 en andere kansarme groepen en achtergestelde gemeenschappen in uiteenlopende Europese landen 28, en bij de antroposofische gemeenschap (meerdere continenten) 19. Verder werd het gevonden bij de kinkhoest- en influenzavaccins onder prenataal en postpartum vrouwen 17.
Hieraan gerelateerde determinanten die samenhangen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname zijn wantrouwen in de overheid (combinatievaccins onder ouders 13; meerdere vaccins, onder ouders 15; HPV-vaccin onder meisjes van 9-19 jaar uit een etnische minderheidsgroep en hun ouders (meerdere continenten) 23), wantrouwen in vaccinatie-onderzoek (combinatievaccins onder ouders) 13, een lager vertrouwen in informatie over vaccins en in de betrokken stakeholders (kindervaccinaties onder ouders) 29, wantrouwen in diegenen die voor vaccins pleiten (inclusief geloof in samenzweringen; meerdere vaccins, onder ouders 18; meerdere vaccins onder antroposofische gemeenschap (meerdere continenten) 19; influenzavaccin onder zwangeren) 12, wantrouwen in de westerse geneeskunde (HPV-vaccin onder Aziatische Amerikanen) 10 en een groter vertrouwen in alternatieve geneeswijzen of natuurlijke remedies (BMR-vaccin onder ouders) 14. Sommige ouders, vooral uit antroposofische gemeenschappen, hadden de overtuiging dat mazelen een noodzakelijk onderdeel is van de natuurlijke ontwikkeling van kinderen en gaven de voorkeur aan natuurlijke ontwikkeling van het immuunsysteem of gaven prioriteit aan natuurlijke maatregelen om mazelen te voorkomen14.
2. Sociale processen
Veel reviews vinden een relatie tussen sociale processen en vaccinatiebereidheid of -deelname. Onder sociale processen vallen bijvoorbeeld sociale normen, opvoeding, informatiebronnen en aanbevelingen van zorgverleners. Afhankelijk van hoe de sociale norm wordt ervaren, verschilt het of deze samenhangt met een hogere of juist lagere vaccinatiebereidheid of -deelname.
Met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname hangen samen: vaccineren zien als sociale verantwoordelijkheid, meer kennis hebben over het vaccin of de ziekte, toegang tot informatie uit formele bronnen en de aanbeveling van een zorgverlener om te vaccineren. Met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname hangen onder andere samen: culturele bias en barrières, onvoldoende kennis, misinformatie, het krijgen van informatie uit informelere bronnen, en het niet ontvangen van de aanbeveling van een zorgverlener.
Sociale norm
Sociale normen verwijzen naar (ongeschreven) regels die bepalen wat binnen een bepaalde groep mensen als acceptabel of verwacht gedrag wordt gezien. Afhankelijk van de sociale norm kan deze negatief of positief samenhangen met vaccinatiebereidheid of -deelname. Dit geldt ook voor de verwachte mening of oordeel van anderen, bijvoorbeeld familie, ouders of leeftijdsgenoten, over vaccineren. Daarnaast is er een samenhang tussen of anderen de beslissingen steunen of aanbevelen en vaccinatiebereidheid of -deelname. Mensen die steun of aanbevelingen om te vaccineren ervaren vanuit de sociale omgeving (familie, ouders of leeftijdsgenoten), hebben een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Mensen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname ervaren vaker geen steun voor de beslissing om te vaccineren.
Naast de directe omgeving speelt ook een breder gevoel van maatschappelijke verantwoordelijkheid een rol bij vaccinatie. Zo werd een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname gevonden bij mensen die vaccineren ervaren als een maatschappelijke verantwoordelijkheid om de gezondheid van de gemeenschap en je kind te beschermen. Bij mensen die deze verantwoordelijkheid niet ervaren, werd een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname gevonden.
Dat de waargenomen sociale norm kan samenhangen met vaccinatiebereidheid of -deelname is aangetroffen in vijf reviews. Dit betrof vier reviews over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin, namelijk bij meisjes en vrouwen van 9-26 jaar 3, mannen van 18-26 jaar 6, Latino vaders in de Verenigde Staten 30 en meisjes van 9-19 jaar uit een etnische minderheidsgroep en hun ouders (meerdere continenten) 23, en een review over kindervaccinaties onder ouders 29. Vijf van deze reviews toonden samenhang met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname 3, 6, 23, 29, 30 en drie toonden samenhang met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname 6, 23, 29. Ouders lieten hun beslissing bijvoorbeeld leiden doordat bekenden hun kinderen wel of niet lieten vaccineren, of omdat vaccineren in hun cultuur niet gebruikelijk is. Sommige ouders zeiden dat ze geen onderzoek deden voordat ze een beslissing namen, omdat ze het gevoel hadden dat andere ouders dit voor hen hadden gedaan 29. Twee reviews vonden dat de invloed die mensen ervaren vanuit leeftijdsgenoten of sociale kring ook kan samenhangen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Dit betreft een review over meerdere vaccins bij de antroposofische gemeenschap (meerdere continenten) 19 en een review over het HPV-vaccin bij mannen van 18-26 jaar 7.
Het verband met de verwachte mening of oordeel van anderen werd aangetroffen in twee reviews onder ouders: een over het BMR (bof, mazelen,rodehond)-vaccin 14 en een over kindervaccinaties 29. Ouders met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname hadden het gevoel dat je kind laten vaccineren een onderdeel is van goed ouderschap en dat andere ouders die het ook hadden gedaan hen daarop zouden beoordelen 14, 29. Deze ouders vonden het ook vaker een sociale verantwoordelijkheid om bij te dragen aan groepsimmuniteit (zie sociale verantwoordelijkheid). Ouders met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname zien het niet laten vaccineren van je kind juist als een onderdeel van goed ouderschap. Zij hebben het idee dat ze juist op die manier hun kind beschermen en vinden de gezondheid en veiligheid van hun kind belangrijker dan de impact op de populatie. In de context van het HPV-vaccin vrezen sommige ouders dat vaccinatie sociale veroordeling in de hand kan werken, omdat het tegen soa (seksueel overdraagbare aandoening )’s beschermt. Ze hebben liever dat hun kind ongevaccineerd blijft, dan dat het gestigmatiseerd wordt 29. Ook werd gevonden dat sommige mannen (18-26 jaar) vrezen dat er geruchten zouden rondgaan dat ze een HPV-infectie hebben wanneer ze het vaccin nemen 7. Sommige ouders stelden vaccinatie uit door een gevoel van sociale veroordeling nadat ze van andere ouders gehoord hadden dat het BMR-vaccin te vroeg wordt gegeven 14.
Het verband tussen steun of aanbevelingen ervaren uit de sociale omgeving en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname komt terug in vier reviews over het HPV-vaccin bij verschillende groepen: kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 31, meisjes en vrouwen van diverse leeftijden 3, 4 en Aziatische Amerikanen 10. Ook werd dit verband gevonden in een review over het influenzavaccin onder studenten 20. Het verband tussen géén steun van leeftijdsgenoten ervaren voor de beslissing en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname komt terug in een review over combinatievaccins onder moeders 13.
Het verband tussen vaccineren als een maatschappelijke verantwoordelijkheid ervaren en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname komt naar voren uit een review over HPV-vaccinatie bij kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 2 uit een review onder ouders over kindervaccinaties 29 en uit een review over BMR-vaccinatie (bof, mazelen, rodehond) bij ouders 14. Het verband tussen vaccineren níét als een maatschappelijke verantwoordelijkheid ervaren en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname komt naar voren uit een review over combinatievaccins bij moeders 13.
Opvoeding
Opvoeding speelt een rol in vaccinatiegedrag. Zo lijken culturele bias en barrières, zoals bepaalde culturele normen en overtuigingen, taal en religiositeit, samen te hangen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Een opvoeding door ouders die preventief gezondheidsgedrag laten zien, bijvoorbeeld door zich regelmatig preventief te laten screenen of de griepprik te halen, hangt juist samen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.
Het verband tussen culturele bias en barrières, zoals bepaalde culturele normen en overtuigingen, taal en religiositeit, en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd beschreven in twee reviews over meerdere vaccins, namelijk onder vluchtelingen, immigranten en asielzoekers in de Verenigde Staten 26 en kansarme groepen en achtergestelde gemeenschappen in uiteenlopende Europese landen 28. Dit kwam ook naar voren in twee reviews over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin: onder Aziatische Amerikanen10 en onder meisjes van 9-19 jaar uit een etnische minderheidsgroep en hun ouders (meerdere continenten) 23. Deze laatste review toont bijvoorbeeld dat religie een belangrijke rol kan spelen bij vaccinatiebereidheid of -deelname onder deze doelgroep. De ouders zagen geen risico op HPV-infectie voor hun dochters, omdat ze geloofden dat hun religieuze opvoeding het morele gedrag van hun dochters gevormd had en hun dochters geen seks buiten het huwelijk zouden hebben.
Het verband tussen preventief gezondheidsgedrag van ouders en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname werd teruggevonden in twee reviews over het HPV-vaccin. Hieruit blijkt dat de regelmatige deelname van de moeder aan screenings op baarmoederhalskanker samenhangt met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname bij kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 31 en bij meisjes en vrouwen van 12-44 jaar 32. Ook het regelmatig deelnemen van de moeder aan mammografieën en het nemen van het griepvaccin door ouders vertoont een samenhang met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname bij kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 31. In een review onder Aziatische Amerikanen werd gevonden dat een gebrek aan positieve blootstelling, namelijk bij een familiaal stigma rond het bespreken van seksuele gezondheid (bijvoorbeeld doordat het een taboe is en/of niet-genormaliseerd is om hierover te praten), samenhangt met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname 10.
Informatie
Informatie leidt tot kennis over een ziekte of vaccin en/of het bewustzijn van het bestaan ervan. Kennis en bewustzijn zijn volgens de literatuur vaak gerelateerd aan vaccinatiebereidheid of -deelname. Het hebben van onvoldoende kennis of bewustzijn over de ziekte of het vaccin hangt samen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Andersom hangt het hebben van meer kennis of bewustzijn over de ziekte of het vaccin samen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.
De bron van informatie speelt een rol bij vaccinatie. Over het algemeen krijgen mensen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname hun informatie vaker van formele bronnen, zoals zorgverleners (zie ook Aanbeveling zorgverlener), andere gezondheidsautoriteiten, officiële nieuwsmedia en wetenschappers. Mensen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname krijgen hun informatie daarentegen vaker van informelere bronnen, zoals sociale media en leken.
Ook misinformatie, of verkeerde informatie, speelt hierbij een rol. Zo zijn misleidende informatie, overtuigingen en percepties over de ziekte of het vaccin gerelateerd aan een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Ook het aanhangen van samenzweringstheorieën hangt samen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname.
Soms zijn mensen ontevreden over de communicatie of vinden ze de informatie die ze krijgen niet voldoende, bijvoorbeeld door taalbarrières of ineffectieve communicatie. Uit de literatuur blijkt dat deze communicatieproblemen samenhangen met een lagere vaccinatiebereidheid of-deelname.
Het verband tussen onvoldoende kennis of bewustzijn over de ziekte en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname komt terug in zes reviews over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin bij verschillende groepen: meisjes en vrouwen van 9-26 jaar 3, mannen van 18-26 jaar 6, 7, kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 2, Afro-Amerikaanse volwassenen 21 en LHBTI-personen in de Verenigde Staten 11. Ook werd het verband gevonden in een review over het influenzavaccin onder zwangeren 12 en in een review over meerdere vaccins onder vluchtelingen, immigranten en asielzoekers in de Verenigde Staten 26. Uit een review over het HPV-vaccin bij kinderen van 9-18 jaar en hun ouders blijkt dat er minder kennis is over het feit dat ook jongens een HPV-infectie kunnen krijgen en dat de kennis over HPV bij jongens significant lager is dan bij meisjes 2.
Het verband tussen meer kennis of bewustzijn over de ziekte en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname komt terug in zeven reviews over het HPV-vaccin bij verschillende groepen: meisjes van 9-18 jaar 16, meisjes en vrouwen van diverse leeftijden 4, meisjes van 9-19 jaar uit een etnische minderheidsgroep en hun ouders (meerdere continenten) 23, Afro-Amerikaanse volwassenen 21, Aziatische Amerikanen 10, LHBTI-personen in de Verenigde Staten 11 en een bredere doelgroep die in aanmerking komt voor HPV-vaccinatie 33. Daarnaast komt het terug in een review over het hepatitis B-vaccin bij mannen die seks hebben met mannen (meerdere continenten) 22.
Het verband tussen onvoldoende kennis of bewustzijn over het vaccin en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname komt terug in vier reviews over het HPV-vaccin, namelijk bij mannen van 18-26 jaar 6, meisjes en vrouwen van diverse leeftijden 4, kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 2, en de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika 9. Ook werd dit verband gevonden in drie reviews over meerdere vaccins, namelijk onder Romagemeenschappen in uiteenlopende Europese landen 27, vluchtelingen, immigranten en asielzoekers in de Verenigde Staten 26 en andere kansarme groepen en achtergestelde gemeenschappen in uiteenlopende Europese landen 28 . Tot slot liet ook een review over het influenzavaccin onder zwangeren 12 het verband zien.
Specifieke voorbeelden die samenhangen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname zijn onder andere onvoldoende kennis over HPV-vaccinatie en/of ziekten die door HPV bij mannen 5 veroorzaakt worden, onvoldoende geïnformeerd zijn over de risico’s van een griepinfectie tijdens de zwangerschap (influenza) 12 , en onvoldoende bewustzijn bij ouders over vaccinatieschema’s (meerdere vaccins) 18 .
Het verband tussen meer kennis of bewustzijn over het vaccin en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname komt terug in zes reviews over het HPV-vaccin bij verschillende groepen: kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 31, meisjes van 9-18 jaar 16 , Aziatische Amerikanen 10, ouders binnen een gemengde groep immigranten in de Verenigde Staten 8, Afro-Amerikaanse volwassenen 21 en LHBTI-personen in de Verenigde Staten 11. Daarnaast komt het ook terug in een review over het hepatitis B-vaccin bij mannen die seks hebben met mannen (meerdere continenten) 22. Een review over het HPV-vaccin bij meisjes en vrouwen van diverse leeftijden vond dat kennis over HPV-infectie wel tot hogere vaccinatiebereidheid of -deelname leidde, maar kennis over het HPV-vaccin niet 4. De auteurs verklaren deze afwijkende bevinding doordat de vaccins nog relatief nieuw waren ten tijde van de individuele studies en dat enkel kennis van het bestaan van de vaccins niet voldoende is.
Het verband tussen het verkrijgen van informatie uit formele bronnen en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname werd gevonden in vijf reviews, waarvan drie reviews over het HPV-vaccin bij meisjes en vrouwen van 9-44 jaar 16, 32 en Aziatische Amerikanen 10, een review over het BMR (bof, mazelen,rodehond)-vaccin onder ouders 14 en een review over het influenzavaccin bij studenten 20. Het verband tussen het verkrijgen van informatie uit informelere bronnen en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd in twee reviews gevonden: één over het BMR-vaccin bij ouders 14 en één over combinatievaccins bij moeders 13. De reviews vonden dat mensen met een hogere vaccinatiebereidheid vaker informatie haalden uit meer formele bronnen, zoals officiële media (bijvoorbeeld de publieke omroep), en betrouwbare en valide medische bronnen (bijvoorbeeld gezondheidszorgprofessionals en -autoriteiten, zorginstellingen en wetenschappers) 20. Opvallend is dat sommige antroposofische zorgverleners de overtuiging hebben dat ziektes en koorts goed zijn voor kinderen en dat ze bescherming bieden tegen allergieën 19.
Mensen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname zouden vaker informatie halen uit meer informelere bronnen, zoals lekenbronnen en sociale media 15. Bij deze mensen werd vaker wantrouwen naar hun zorgverleners, de overheid en het officieel goedgekeurd vaccinonderzoek geconstateerd, en juist vertrouwen in de media en niet-officiële informatiebronnen. Ook vonden de reviews bij deze mensen meer vertrouwen in getuigenissen van andere ouders dan in officiële statistieken, met als verklaring dat zij ervoeren dat ouders geen agenda hebben en toegankelijk en ervaren zijn 13, 14, 15 (zie ook Sociale norm en Vertrouwen).
Vier reviews vonden een verband tussen misinformatie, ofwel verkeerde informatie over vaccins of ziektes, en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname: één over het BMR-vaccin onder ouders 14, één over meerdere vaccins bij Romagemeenschappen in uiteenlopende Europese landen 13 en een over HPV-vaccinatie bij mannen van 18-26 jaar 7. Ook werd een samenhang gevonden tussen het aanhangen van samenzweringstheorieën en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname (HPV-vaccin bij meisjes van 9-19 jaar uit een etnische minderheidsgroep en hun ouders, meerdere continenten) 23. Veel van de eerder genoemde determinanten die samenhangen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname kunnen echter ook een vorm van misinformatie zijn, zoals bijvoorbeeld de overtuiging dat het vaccin meer risico’s heeft dan de ziekte of dat vaccins autisme veroorzaken (zie ook Risicoperceptie ziekte en Ervaren veiligheid vaccin).
Het verband tussen ontevredenheid over de communicatie of de gekregen informatie onvoldoende vinden en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname komt terug in een review over combinatievaccins bij moeders 13, waar zij bijvoorbeeld ontevreden waren over de inhoud en de timing van de aangereikte informatie. Het verband komt ook terug in een review over de kinkhoest- en influenzavaccins bij prenatale en postpartum vrouwen, die de informatie niet effectief vonden en taalbarrières ondervonden (medische terminologie of niet in de eigen moedertaal). Daarbij ervoeren de vrouwen dat vaccineren niet zo belangrijk zou zijn, omdat de informatie op een gehaaste manier werd geven en er weinig tijd voor vrij werd gemaakt 17.
Aanbeveling zorgverlener
Het verband tussen vaccinatiebereidheid of -deelname en een aanbeveling van een zorgverlener wordt vaak gerapporteerd. De aanbeveling van een zorgverlener om te vaccineren hangt samen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Mensen die geen aanbeveling van een zorgverlener krijgen, hebben vaker een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname.
Dertien reviews onderbouwen het verband tussen de aanbeveling van een zorgverlener om te vaccineren en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Dit werd gevonden bij tien reviews over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin bij verschillende doelgroepen, onder meisjes en vrouwen van 9-26 jaar 3, mannen van 18-26 jaar 6, ouders van jongens van 9-18 jaar 5, kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 31, meisjes van 9-19 jaar uit een etnische minderheidsgroep en hun ouders (meerdere continenten) 23, LHBTI-personen in de Verenigde Staten 11, Aziatische Amerikanen 10, ouders binnen een gemengde groep immigranten in de Verenigde Staten 8, Afro-Amerikaanse volwassenen 21, en Latino vaders in de Verenigde Staten 30. Daarnaast werd dit verband gevonden in een review over kinkhoest- en influenzavaccins onder prenataal en postpartum vrouwen 17, een review over het influenzavaccin onder studenten 20, en een review over het hepatitis B-vaccin bij mannen die seks hebben met mannen (meerdere continenten) 22. Vijf reviews onderbouwen het verband tussen het niet geven van een aanbeveling van een zorgverlener en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname: vier reviews over het HPV-vaccin onder meisjes en vrouwen van 9-26 jaar 3, mannen van 18-26 jaar 6, 7 en latino-vaders in de Verenigde Staten 30, en één review over het influenzavaccin onder zwangeren 12. Een review over het HPV-vaccin bij meisjes en vrouwen van diverse leeftijden toont daarnaast een verband tussen een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname en het afraden van een zorgverlener om het vaccin te nemen 4.
3. Toegankelijkheid
Veel reviews vinden een relatie tussen de toegankelijkheid van vaccinatie en vaccinatiebereidheid of -deelname. Verschillende factoren kunnen invloed hebben op de toegankelijkheid van vaccinatie, bijvoorbeeld barrières, betaalbaarheid of kwaliteit van de vaccinatiedienstverlening. Over het algemeen hangen minder barrières en toegankelijkere communicatie samen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.
Barrières
Verschillende soorten barrières kunnen een rol spelen bij vaccinatiebereidheid of -deelname. Zo zijn er barrières die persoonlijk van aard zijn, zoals weinig tijd hebben of vervoer moeten regelen. Andere barrières hebben meer betrekking op (de organisatie van) het vaccinatiesysteem, zoals de toegankelijkheid van communicatie, of er een herinnering wordt gestuurd en hoe makkelijk een faciliteit te bereiken is. Zo hangt het aanbieden van vaccinaties op school via een schoolvaccinatieprogramma bijvoorbeeld samen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname vergeleken met het aanbieden van vaccinaties bij de dokterspraktijk.
De rol van verschillende barrières komt naar voren in meerdere reviews over verschillende vaccins onder diverse doelgroepen. Het verband tussen minder barrières en hogere vaccinatiebereidheid of -deelname werd teruggevonden in een review over het influenzavaccin onder studenten 20. Specifiekere kenmerken van de barrières lijken gerelateerd en laten enige overlap zien, maar worden vaak onderbouwd door één review. Deze kenmerken van barrières kunnen we in verschillende categorieën indelen.
Er zijn barrières die meer persoonlijk van aard zijn. Voor ouders bij kindervaccinaties spelen reizen naar de locatie, opvang regelen voor andere kinderen en weinig tijd (vooral voor moeders die weer aan het werk waren) een rol 29. Onder vluchtelingen, immigranten en asielzoekers in de Verenigde Staten komen onder andere geen vervoer en geen vrij kunnen nemen van werk naar voren als barrières (meerdere vaccins) 26. Ook onder meisjes en vrouwen van 9-26 jaar hangt het moeten regelen van vervoer en het moeten onthouden om drie doses te krijgen samen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname (HPV (humaan papillomavirus)) 3. Het vergeten van de vaccinatie en gebrek aan gemak in brede zin speelt een rol in een review over het BMR (bof, mazelen,rodehond)-vaccin onder ouders 14. In een review over Romagemeenschappen in uiteenlopende Europese landen, gericht op meerdere vaccins, lijkt een hoge mobiliteit (bijv. geen vaste verblijfsplaats) samen te hangen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname 27. Onder mannen die seks hebben met mannen zijn waargenomen barrières zoals bijv. geen tijd, financiële kosten (zie ook Betaalbaarheid), angst voor de prik en angst dat iemands leefstijl bekend wordt (zie ook Emoties) gerelateerd aan een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname (meerdere continenten) 22.
Sommige barrières hebben te maken met (de organisatie van) het vaccinatiesysteem. Onder praktische problemen die spelen bij ouders rondom kindervaccinaties vallen bijvoorbeeld het niet ontvangen van een herinnering voor de afspraak en praktische kenmerken van de huisarts (bijv. geen afspraak kunnen krijgen) 29. Uit een review over Romagemeenschappen in uiteenlopende Europese landen (meerdere vaccins) lijkt dat een gebrek aan positieve stimulans (bijv. herinneren met toegankelijke berichten, flexibel boekingssysteem) samenhangt met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname 27. Onder meisjes en vrouwen van 9-26 jaar 3 wordt het moeten maken van een afspraak gezien als een van de barrières van het HPV-vaccin. Slechte toegang tot zorg door zowel fysieke als logistieke barrières (bijv. ontoegankelijke locatie, incongruente taal, geen verzekering of zorgverlener) komt naar voren in een review over meerdere vaccins bij vluchtelingen, immigranten en asielzoekers in de Verenigde Staten 26. Slechte toegankelijkheid in brede zin en/of flexibiliteit van de vaccinatieservice lijkt ook onder kansarme groepen en achtergestelde gemeenschappen in uiteenlopende Europese landen (meerdere vaccins) 28 en onder ouders (BMR) 14 samen te hangen met een lagere vaccinatiebereidheid of deelname. De rol van toegang tot gezondheidszorg (incl. toegankelijke communicatie en fysieke toegang) lijkt ook uit een review onder Nieuw-Zeelanders met een Pacifische achtergrond (meerdere vaccins) 34 en onder ouderen (influenza) 35. Problemen vanwege de taal komt naar voren in een review over kindervaccinaties onder ouders van minderheidsgroepen in het Verenigd Koninkrijk 25: ouders die geen Engels spraken, waren bezorgd dat hun kinderen niet de juiste vaccinatie zouden krijgen of twee keer zouden worden gevaccineerd; ouders wilden dat informatie beschikbaar was in hun moedertaal.
Het verband tussen een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname en het aanbieden van vaccinaties op school via een schoolvaccinatieprogramma wordt ondersteund door drie reviews over het HPV-vaccin: bij meisjes van 9-18 jaar 16, bij meisjes van 8-18 jaar (hier werd een lagere deelname gevonden in de huisartspraktijk) 36 en bij 9 tot 26-jarigen (vergeleken met community-based programs) 37. Dit komt mogelijk doordat vaccineren op school de toegankelijkheid verbetert.
Betaalbaarheid
De internationale literatuur laat zien dat hogere kosten van een vaccin en het niet hebben van een zorgverzekering samenhangen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. In Nederland zijn de vaccinaties van het Rijksvaccinatieprogramma gratis. Daarom spelen dergelijke determinanten voor deze vaccinaties hier waarschijnlijk minder.
De samenhang tussen de kosten van een vaccin en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname word gevonden in elf reviews. Acht hiervan keken naar het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin onder verschillende groepen: mannen van 18-26 jaar 6, 7, meisjes en vrouwen van diverse leeftijden 3, 4, ouders binnen een gemengde groep immigranten in de Verenigde Staten 8, LHBTI-personen 11, ouders van jongens van 9-18 jaar 5 en latino-vaders 30. Ook bleek het uit een review over het BMR (bof, mazelen,rodehond)-vaccin onder ouders 14 en uit twee reviews over meerdere vaccins: één onder Romagemeenschappen (uiteenlopende Europese landen) 27 en één over ouders van kinderen uit achtergestelde gemeenschappen (meerdere continenten) 38. Een review over het HPV-vaccin bij 9- tot 26-jarigen in Canada toont dat door de overheid gefinancierde programma’s gerelateerd zijn aan een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname dan wanneer mensen het zelf moesten betalen 37.
Gerelateerd hieraan vinden zes reviews (in meerdere continenten en in de Verenigde Staten) een samenhang tussen het gebrek aan een zorgverzekering en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname 5, 6, 7, 16, 36, 39. Dit verband kan wellicht verklaard worden doordat vaccinatie in deze landen betaald wordt door de zorgverzekering, maar dat het hebben van een zorgverzekering niet verplicht is. Mensen die wel een zorgverzekering hebben, hebben een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname, blijkt uit vijf reviews (in meerdere continenten en in de Verenigde Staten) 8, 16, 23, 35, 39. Daarnaast zijn er drie reviews (in meerdere continenten en in de Verenigde Staten) die tegenstrijdige resultaten vinden 22, 31, 40. In Nederland zijn vaccinaties via het Rijksvaccinatieprogramma gratis voor de doelgroep. Daarom speelt deze determinant hier waarschijnlijk geen rol.
Kwaliteit van dienstverlening
De kwaliteit van de vaccinatiedienstverlening door zorgverleners speelt ook een rol bij vaccinatie. Dit blijkt vooral uit de tevredenheid over de interactie met de zorgverlener(s). Zo hangt een goed gesprek of een goede discussie met de zorgverlener samen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Een mindere tevredenheid over de (vaccin)communicatie met de zorgverlener hangt juist samen met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname.
In zes reviews wordt de rol van de kwaliteit van de vaccinatiedienstverlening besproken. Er is een samenhang aangetoond tussen een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname en de volgende determinanten: een lage tevredenheid over vaccinatie-gerelateerde interacties (in een review over combinatievaccins onder moeders 13); het personeel als onaangenaam of de communicatie als slecht ervaren (bij meerdere vaccins onder ouders 41); onderbreking van de zorg, bijvoorbeeld door locatieveranderingen en wisselingen van maatschappelijk werkers (bij kindervaccins onder kinderen (t/m 17 jaar)18); en problemen met het gezondheidszorgsysteem (bij meerdere vaccins onder Romagemeenschappen in uiteenlopende Europese landen 27), zoals personeelsproblemen, discriminatie, gebrek aan cultureel bewust of opgeleid personeel, en een gebrek aan goede vertaaldiensten.
Een review onder ouders van kinderen uit achtergestelde gemeenschappen (meerdere continenten) benadrukt ook: de taalbarrières, het gebrek aan vertaald en cultureel aangepast materiaal, slechte communicatieve vaardigheden van zorgpersoneel, gevoelens van discriminatie, de afstand tot de locatie (zie ook Barrières), moeilijkheden die men ervaart bij het gebruiken van het zorgsysteem, en de beperkte tijd die zorgpersoneel heeft om een gesprek aan te gaan over vaccinatie 38.
Een review over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin onder Aziatische Amerikanen toont aan dat een discussie/gesprek met de zorgverlener over het vaccin een belangrijk kenmerk van de vaccinatiedienstverlening is. Dit hangt samen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname 10 (zie ook Aanbeveling zorgverlener).
4. Wat mensen doen
Een aantal reviews vindt een relatie tussen wat mensen doen en vaccinatiebereidheid of -deelname. Onder ‘wat mensen doen’ valt bijvoorbeeld of iemand zich eerder heeft laten vaccineren en proactieve gedragingen, zoals een recent bezoek aan een zorgverlener. Over het algemeen zien we dat het eerder gehaald hebben van vaccinaties en proactieve gedragingen samenhangen met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname.
Vaccinatiehistorie en proactief gedrag
Mensen die zich eerder hebben laten vaccineren hebben een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Dit geldt ook voor mensen die in de afgelopen twaalf maanden een bezoek aan de zorgverlener brachten.
Het verband tussen zich eerder hebben laten vaccineren en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname komt naar voren in drie reviews over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin, allen onder meisjes en vrouwen van diverse leeftijden 32, 4, 16. Dit betreft eerdere kindervaccinaties. Een vierde review, over het influenzavaccin onder studenten, laat zien dat het al eerder ontvangen hebben van een influenzavaccin samenhangt met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname 20. Aanvullend toont één review over combinatievaccins onder moeders aan dat het niet eerder hebben laten vaccineren samenhangt met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname 13.
Het bezoeken van een zorgverlener in de afgelopen twaalf maanden wordt beschreven in drie reviews. Een review over het hepatitis B-vaccin onder mannen die seks hebben met mannen (meerdere continenten) toont aan dat een bezoek aan de zorgverlener in de afgelopen twaalf maanden samenhangt met een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname 22. Ook een review over het HPV-vaccin onder meisjes van 9-18 jaar 16en een review over het influenzavaccin onder ouderen 35 laat het hetzelfde verband zien.
5. Demografische kenmerken
Vaccinatiebereidheid of -deelname hangt samen met aantal demografische kenmerken.
Leeftijd
Onderzoek naar het verband tussen leeftijd en vaccinatiebereidheid of -deelname lijkt sterk bepaald door het type vaccin. Daarom bespreken we dit verband per vaccin. Voor de griepprik ligt de vaccinatiebereidheid of -deelname over het algemeen hoger bij ouderen (60+). De vaccinatiebereidheid of -deelname aan het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin lijkt over algemeen het hoogst bij mensen net onder de 19 jaar.
Onderzoek naar het influenzavaccin onder 65-plussers toont dat, vergeleken met mensen met een lagere leeftijd, mensen met een hogere leeftijd een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname hebben 35. Dit verband werd ook aangetoond in een review over meerdere vaccins onder migranten 39, waarin wordt beschreven dat 60-plussers een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname hadden voor het influenzavaccin dan mensen onder de 60. Deze bevindingen komen overeen met de leeftijd van de wereldwijde doelgroep voor influenzavaccinatie als omschreven door de WHO (World Health Organization ) (65+). Beide reviews zijn uitgevoerd in de Verenigde staten 39.
Het is lastig een directe vergelijking te maken tussen de reviews die kijken naar het verband tussen leeftijd en HPV (humaan papillomavirus)-vaccinatiebereidheid of -deelname, omdat de reviews verschillende leeftijdsgroepen met elkaar vergelijken. Zo worden bijvoorbeeld in sommige reviews 18-minners vergeleken met 18-plussers, terwijl andere reviews alleen mensen onder de 18 hebben geïncludeerd en dus oudere en jongere 18-minners met elkaar vergelijken. De reviews die 18-minners met 18-plussers (9 tot 44-jarigen) 32, 37 vergelijken, vinden dat HPV-vaccinatiebereidheid of -deelname hoger is bij 18-minners. Eén van deze reviews laat zien dat HPV-vaccinatiebereidheid of -deelname onder vrouwen van 12 tot 44 jaar het hoogste is bij de groep van 15-18 jaar 32. De reviews die uitsluitend naar mensen onder de 18 jaar kijken, laten zien dat een oudere leeftijd samenhangt met een hogere HPV-vaccinatiebereidheid of -deelname. Dit werd gevonden bij kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 31, bij meisjes van 9-19 jaar uit een etnische minderheidsgroep en hun ouders (meerdere continenten) 23, en bij kinderen en hun ouders met een migratieachtergrond in de Verenigde Staten 8. Een review bij meisjes van 9-18 jaar 16 bevestigt deze resultaten en laat zien dat de vaccinatiebereidheid of -deelname hoger lag in de leeftijdsgroep 16 tot 18 jaar. Deze bevindingen wijken lichtelijk af van de wereldwijde doelgroep voor HPV-vaccinatie als omschreven door de WHO, die 9-14 jarigen is.
Sociaaleconomische status
Sociaaleconomische status wordt in onderzoek naar vaccinatiebereidheid of -deelname op verschillende manieren gemeten. Sommige reviews kijken bijvoorbeeld naar opleidingsniveau of beroep, andere naar inkomen en weer andere naar een combinatie van deze factoren. Dat maakt het lastig om iets eenduidigs te zeggen over het verband tussen sociaaleconomische status en vaccinatiegedrag. Daarnaast laat onderzoek naar dit verband tegenstrijdige resultaten zien. Ook reviews waarbij alleen maar naar de samenhang tussen vaccinatiebereidheid en inkomen wordt gekeken, geven resultaten die elkaar tegenspreken.
Een begrip dat met sociaaleconomische status te maken heeft, is mate van deprivatie: de mate waarin iemand niet de basisbehoeftes in het leven kan vervullen. Hierbij wordt vaak gekeken naar een combinatie van bijvoorbeeld woonomstandigheden, geletterdheid en mate van armoede. Reviews die het verband tussen de mate van deprivatie en vaccinatiebereidheid of -deelname onderzochten, vonden dat over het algemeen een hogere mate van deprivatie samenhangt met een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname.
Een ander begrip dat met sociaaleconomische status te maken heeft, is het wonen in arme of achtergestelde buurten. Onderzoek naar deze samenhang laat tegenstrijdige resultaten zien. Ook onderzoek naar het verband tussen het opleidingsniveau van de ouders en vaccinatiebereidheid of -deelname laat tegenstrijdige resultaten zien.
Het verband tussen sociaaleconomische status en vaccinatiebereidheid of -deelname is onderzocht bij meerdere doelgroepen en vaccins en geeft geen eenduidig resultaat. Het verband tussen een lagere sociaaleconomische status en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd gevonden in een review over het HPV (humaan papillomavirus)-vaccin bij meisjes en vrouwen van 12-44 jaar 32 en bij meerdere vaccins onder Romagemeenschappen in uiteenlopende Europese landen 27. Aansluitend werd de relatie tussen een hogere sociaaleconomische status en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname gevonden in een review over het influenzavaccin bij studenten 20. Drie reviews, namelijk naar meerdere vaccins bij kinderen tot 12 jaar 42, het meningokokken ACWY en meningokokken B-vaccin bij kinderen en jongvolwassenen tot 25 jaar 40 en het hepatitis B-vaccin onder mannen die seks hebben met mannen (meerdere continenten) 22, vonden echter tegenstrijdige resultaten. Zo bevestigden sommige studies binnen deze reviews het verband tussen een hogere sociaaleconomische status en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname, maar vonden andere studies geen verband.
Het hoge aantal tegenstrijdige resultaten voor dit verband kan deels verklaard worden doordat sociaaleconomische status een breed begrip is en op verscheidene manieren wordt gemeten 22. Daarnaast zou een mogelijke verklaring kunnen zijn dat vergoeding van vaccinatie niet in elk land hetzelfde geregeld is, en de sociaaleconomische context tussen studies verschilt. Zo kan een verschil in vaccinatiebeleid tussen landen (universele programma’s vs. deelse vergoeding vs. vergoeding voor specifieke groepen) leiden tot verschillende resultaten over het verband tussen sociaaleconomische status en vaccinatiebereidheid of -deelname 42.
Een review over meerdere vaccins onder ouders laat zien dat een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname gevonden is bij groepen met zowel hogere als lagere sociaaleconomische status (SES (Sanitary Epidemiology and Surveillance)). De hogere SES-groep (oudere witte getrouwde moeders met een universitaire opleiding en een hoog inkomen) maar ook de lagere SES-groep (moeders met een jaarlijks huishoudinkomen onder de mediaan, met een middelbare schooldiploma of lager, en/of afkomstig uit minderheidsgroepen en/of immigrantenpopulaties) had een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname 15.
Het verband tussen vaccinatiebereidheid of -deelname en inkomen is eveneens onderzocht bij meerdere doelgroepen en vaccins en geeft ook geen eenduidig resultaat. Enerzijds werd een verband gevonden tussen het hebben van een hoger inkomen en een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname, namelijk in een review over het influenzavaccin onder ouderen35 en in een review over meerdere vaccins onder migranten in de Verenigde Staten 39. Ook werd er een verband gevonden tussen het hebben van een lager inkomen en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname, namelijk in een review over het BMR (bof, mazelen,rodehond)-vaccin onder ouders 24, een review over combinatievaccins onder moeders 13 en een review over meerdere vaccins onder migranten in de Verenigde Staten 39.
Anderzijds vond een review over het HPV-vaccin bij kinderen van 9-18 jaar en hun ouders het tegengestelde verband, namelijk dat een hoger inkomen gerelateerd is aan een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname en een lager inkomen aan een hogere vaccinatiebereidheid of -deelname 31. In deze review wordt als mogelijke verklaring hiervoor genoemd dat mensen met een lager inkomen in aanmerking komen voor een publieke zorgverzekering en zich daarom mogelijk eerder laten vaccineren dan mensen met een hoger inkomen. Hierbij moet wel de kanttekening gemaakt worden dat de individuele studies uit deze review exclusief zijn uitgevoerd in de Verenigde Staten. Aangezien daar andere regelingen gelden rondom zorgverzekering dan in Nederland, moet men voorzichtig zijn met dit gevonden verband te generaliseren naar de Nederlandse context.
Tot slot vond een review over het HPV-vaccin bij meisjes van 8-18 jaar geen relatie tussen het hebben van een lager gezinsinkomen en vaccinatiebereidheid of -deelname 36.
Ook onderzoek naar opleidingsniveau van de ouders leverde tegenstrijdige resultaten op. Twee reviews vonden een verband tussen hogere opleiding van de ouders en hogere vaccinatiebereidheid of -deelname. Beide waren uitgevoerd onder migrantenpopulaties in de Verenigde Staten: één onderzoek naar het HPV-vaccin 8 en één naar meerdere vaccins 39. Eén review over combinatievaccins vond een verband tussen lagere opleiding van de moeder en lagere vaccinatiebereidheid of -deelname 13. Een vierde review over HPV-vaccinatie onder meisjes van 8-18 jaar vond echter helemaal geen relatie tussen opleidingsniveau van de ouders en vaccinatiebereidheid of -deelname 36. Tot slot vond één review bij het BMR-vaccin onder ouders in het algemeen14 tegenstrijdige resultaten. Sommige studies vonden een verband tussen een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname en hoogopgeleide ouders, terwijl andere studies in deze review dit verband vonden bij laagopgeleide ouders.
Het verband tussen een hogere mate van deprivatie (de mate van gebrek aan het kunnen vervullen van elementaire levensbehoeftes) en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname werd gevonden in twee reviews, namelijk naar meerdere vaccins onder kansarme groepen en achtergestelde gemeenschappen in uiteenlopende Europese landen 28 , en Nieuw-Zeelanders met een Pacifische afkomst 34.
In de literatuur zijn de resultaten over het verband tussen wonen in arme of achtergestelde buurten en vaccinatiebereidheid of -deelname niet eenduidig. Twee reviews over het HPV-vaccin bij kinderen van 9-18 jaar en hun ouders 31 en bij kinderen en jongvolwassenen van 9-26 jaar 43 laten een samenhang zien tussen het wonen in een armere buurt en een lagere vaccinatiebereidheid of -deelname. Een andere review over het HPV-vaccin die deze samenhang onderzocht bij een gemengde groep immigranten in de Verenigde Staten vond echter geen samenhang 8.
Etniciteit
Onderzoek naar het verband tussen etniciteit en vaccinatiebereidheid en -deelname laat tegenstrijdige resultaten zien.
Verdieping
Tien reviews met populaties uit meerdere continenten, uiteenlopende Europese landen en de VS (Verenigde Staten) onderzochten het verband tussen etniciteit en vaccinatiebereidheid of -deelname bij meerdere vaccins en doelgroepen. De reviews beschrijven een samenhang tussen bepaalde etniciteiten en een hogere of lagere vaccinatiebereidheid of -deelname 16, 24, 31, 32, 35, 36, 39, 43, vinden tegenstrijdige resultaten 31, 35, 40, 43, of helemaal geen verband met etniciteit 22.
We hebben literatuur gezocht in drie verschillende wetenschappelijke databases (Pubmed, PsycINFO, Embase). Hierbij zochten we uitsluitend naar reviews en/of meta-analyses (waarin meerdere losse onderzoeken worden samengenomen) over determinanten van vaccinatiebereidheid of -deelname. Professionele groepen, zoals zorgmedewerkers, of heel specifieke groepen, zoals gevangenen, zijn niet meegenomen.
Vaccinatiebereidheid of -deelname wordt in dit overzicht in brede zin gebruikt en omvat naast vaccinatiebereidheid (intentie of bereidwilligheid om te vaccineren) en vaccinatiedeelname (of men zich daadwerkelijk heeft laten vaccineren), ook vaccinatietwijfel (twijfel of men zich wil laten vaccineren). Reviews werden meegenomen op voorwaarde dat:
- de auteurs een kwaliteitscontrole van de individuele studies hadden uitgevoerd;
- er een systematische search werd gedaan in meerdere databases en helder werd beschreven hoe dit werd gedaan;
- de populatie en de uitkomstmaten helder beschreven waren;
- de studies een (tot in bepaalde mate) vergelijkbare context met Nederland hadden (landen in Europa, Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland);
- ze in het Nederlands of Engels geschreven waren;
- ze vaccinatie tegen influenza, en/of vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma onderzochten.
Er waren geen beperkingen op publicatiedatum.
De literatuurstudie werd in 2023 gedaan op basis van reviews gepubliceerd tot 14 maart 2023. In januari 2024 is deze methode herhaald en zijn inzichten uit reviews gepubliceerd tussen 14 maart 2023 en 8 januari 2024 toegevoegd aan de webteksten.
In 2023 werden er 1404 reviews gevonden. Na het selectieproces bleven er hiervan 36 over die meegenomen zijn in de eerste publicatie van dit onderzoek. In 2024 werden er 292 additionele reviews gevonden, waarvan er 6 overbleven die aan de gestelde criteria voldeden. In totaal zijn er 42 reviews/meta-analyses opgenomen in deze geüpdatete publicatie, met een bereik van 4 tot 115 studies per review. De reviews zijn uitgevoerd onder populaties uit:
- meerdere continenten (15);
- de Verenigde Staten (14);
- uiteenlopende Europese landen (8);
- het Verenigd Koninkrijk (2);
- de Verenigde Staten en Canada (1);
- Canada (1);
- Nieuw-Zeeland (1).
De reviews waren gericht op vaccinaties tegen:
- HPV (humaan papillomavirus)
- influenza
- hepatitis-B
- BMR (bof, mazelen,rodehond)
- kinkhoest
- meningokokken
Sommige reviews keken naar een combinatie van vaccins. Het merendeel van de reviews was gericht op HPV.
Met betrekking tot studiepopulaties is er gekeken naar zowel de algemene burgerpopulatie als subgroepen van burgers (bijv. kinderen, jongeren, zwangeren, mensen met een migratieachtergrond).
De kwaliteit van het bewijs hangt in grote mate af van de kwaliteit van de individuele studies die in de reviews zijn meegenomen. In de literatuurstudie doen we geen uitspraak over de kwaliteit van de individuele studies die zijn opgenomen in de bekeken reviews, omdat hier een grote methodologische uitdaging in zit: verschillende reviews gebruiken verschillende manieren om kwaliteit van individuele studies te beoordelen en deze zijn niet goed te vergelijken. Dit literatuuroverzicht geeft een beeld van hoe vaak determinanten naar voren komen als hoofdbevinding in de reviews. Hoe vaak een determinant naar voren komt zegt echter niet direct iets over de sterkte van het gevonden verband. Er kan bijvoorbeeld meerdere keren een statistisch zwak verband worden gevonden tussen een determinant en een uitkomstmaat.
In de samenvattende teksten op deze webpagina beschrijven we determinanten die doorgaans beschreven worden in ten minste twee reviews. Verdere toelichting kan gebaseerd zijn op een enkele review. In de verdieping geven we meer details over de reviews en de determinanten. Hoe vaker een determinant onderzocht is, hoe meer we hierover weten en hoe kleiner de kans dat bevindingen veranderen door voortschrijdend inzicht. Omdat we alleen naar reviews kijken, zijn alle bevindingen al meermaals onderzocht.
Er kan overlap bestaan in individuele studies die zijn meegenomen door de reviews.
Bronnen
- WHO (World Health Organization ). The WHO behavioural and social drivers of vaccination framework
- López N, Garcés-Sánchez M, Panizo MB (megabyte), de la Cueva IS, Artés MT, Ramos B, Cotarelo M. HPV knowledge and vaccine acceptance among European adolescents and their parents: a systematic literature review. Public Health Reviews. 2020;41(1):10.
- Rambout L, Tashkandi M, Hopkins L, Tricco AC (alimentair consulent ). Self-reported barriers and facilitators to preventive human papillomavirus vaccination among adolescent girls and young women: A systematic review. Preventive Medicine. 2014;58:22-32.
- Jiboc NM, Paşca A, Tăut D, Băban AS. Factors influencing human papillomavirus vaccination uptake in European women and adolescents: A systematic review and meta‐analysis. Psycho‐Oncology. 2023;33(1):e6242.
- Radisic G, Chapman J, Flight I, Wilson C. Factors associated with parents' attitudes to the HPV vaccination of their adolescent sons : A systematic review. Prev Med. 2017;95:26-37.
- Balcezak HC, Olusanya OA, Tomar A, Foster M, Wigfall LT. A 10-year systematic review of theory-driven approaches to increasing catch-up HPV vaccination rates among young adult males in colleges/university settings. J Am Coll Health. 2022;70(8):2535-47.
- Olusanya OA, Tomar A, Thomas J, Alonge K, Wigfall LT. Application of the theoretical domains framework to identify factors influencing catch-up HPV vaccinations among male college students in the United States: A review of evidence and recommendations. Vaccine. 2023.
- Kim K, LeClaire A-R. A systematic review of factors influencing human papillomavirus vaccination among immigrant parents in the United States. Health Care for Women International. 2019;40(6):696-718.
- Gopalani SV, Sedani AE (alveolaire echinokokkose), Janitz AE, Clifton SC, Peck JD (Creutzfeldt-Jakob), Comiford A, Campbell JE. Barriers and Factors Associated with HPV Vaccination Among American Indians and Alaska Natives: A Systematic Review. Journal of Community Health. 2022;47(3):563-75.
- Vu M, Berg CJ, Escoffery C, Jang HM, Nguyen TT, Travis L, Bednarczyk RA. A systematic review of practice-, provider-, and patient-level determinants impacting Asian-Americans’ human papillomavirus vaccine intention and uptake. Vaccine. 2020;38(41):6388-401.
- Hao Z, Guo Y, Bowling J, Ledenyi M. Facilitators and Barriers of HPV Vaccine Acceptance, Initiation, and Completion among LGBTQ Community in the U.S.: A Systematic Review. International Journal of Sexual Health. 2022;34(2):291-307.
- Adeyanju GC, Engel E, Koch L, Ranzinger T, Shahid IBM, Head MG, et al. Determinants of influenza vaccine hesitancy among pregnant women in Europe: a systematic review. European Journal of Medical Research. 2021;26(1):116.
- Brown KF, Kroll JS (Joint Strike Fighter), Hudson MJ, Ramsay M, Green J, Long SJ, et al. Factors underlying parental decisions about combination childhood vaccinations including MMR: A systematic review. Vaccine. 2010;28(26):4235-48.
- Wilder-Smith AB, Qureshi K. Resurgence of Measles in Europe: A Systematic Review on Parental Attitudes and Beliefs of Measles Vaccine. J Epidemiol Glob Health. 2020;10(1):46-58.
- Novilla MLB, Goates MC (medisch centrum), Redelfs AH, Quenzer M, Novilla LKB, Leffler T, et al. Why parents say no to having their children vaccinated against measles: a systematic review of the social determinants of parental perceptions on mmr vaccine hesitancy. Vaccines. 2023;11(5):926.
- Kessels SJM, Marshall HS, Watson M, Braunack-Mayer AJ, Reuzel R, Tooher RL (richtlijn). Factors associated with HPV vaccine uptake in teenage girls: A systematic review. Vaccine. 2012;30(24):3546-56.
- Hamilton B. Understanding why there is a higher maternal uptake of the pertussis vaccine (whooping cough) in comparison to the influenza vaccine: a literature review. MIDIRS Midwifery Digest. 2020;30(4):472-82.
- Mills E, Jadad AR, Ross C, Wilson K. Systematic review of qualitative studies exploring parental beliefs and attitudes toward childhood vaccination identifies common barriers to vaccination. Journal of Clinical Epidemiology. 2005;58(11):1081-8.
- Herzig van Wees S, Abunnaja K, Mounier-Jack S. Understanding and explaining the link between anthroposophy and vaccine hesitancy: a systematic review. BMC public health. 2023;23(1):2238.
- Shon E-J, Choe S, Lee L, Ki Y. Influenza Vaccination Among U.S. College or University Students: A Systematic Review. American Journal of Health Promotion. 2021;35(5):708-19.
- Henderson RL, Zoucha R, Colbert A, Braxter BJ. Exploring Cultural Factors of Human Papillomavirus Vaccination Acceptance in African Americans: An Integrative Review. Journal of Transcultural Nursing. 2022;33(6):723-31.
- Vet R, de Wit JB, Das E. Factors associated with hepatitis B vaccination among men who have sex with men: a systematic review of published research. International Journal of STD & AIDS. 2017;28(6):534-42.
- Chan DN, Li C, Law BM, Choi K, Lee PP, So WK. Factors affecting HPV vaccine uptake among ethnic minority adolescent girls: A systematic review and meta-analysis. Asia-Pacific Journal of Oncology Nursing. 2023;10(9):100279.
- Tabacchi G, Costantino C, Napoli G, Marchese V, Cracchiolo M, Casuccio A, et al. Determinants of European parents' decision on the vaccination of their children against measles, mumps and rubella: A systematic review and meta-analysis. Human Vaccines & Immunotherapeutics. 2016;12(7):1909-23.
- Forster AS, Rockliffe L, Chorley AJ, Marlow LAV, Bedford H, Smith SG, Waller J. Ethnicity-specific factors influencing childhood immunisation decisions among Black and Asian Minority Ethnic groups in the UK: a systematic review of qualitative research. Journal of Epidemiology and Community Health. 2017;71(6):544-9.
- Daniels D, Imdad A, Buscemi-Kimmins T, Vitale D, Rani U, Darabaner E, et al. Vaccine hesitancy in the refugee, immigrant, and migrant population in the United States: A systematic review and meta-analysis. Human Vaccines & Immunotherapeutics. 2022;18(6):2131168.
- Cronin A, Ibrahim N. A scoping review of literature exploring factors affecting vaccine uptake within Roma communities across Europe. Expert Review of Vaccines. 2022;21(10):1429-42.
- Ekezie W, Awwad S, Krauchenberg A, Karara N, Dembiński Ł, Grossman Z, et al. Access to Vaccination among Disadvantaged, Isolated and Difficult-to-Reach Communities in the WHO European Region: A Systematic Review. Vaccines. 2022;10(7):1038.
- Forster AS, Rockliffe L, Chorley AJ, Marlow LAV, Bedford H, Smith SG, Waller J. A qualitative systematic review of factors influencing parents’ vaccination decision-making in the United Kingdom. SSM - Population Health. 2016;2:603-12.
- Suárez P, Wallington SF, Greaney ML, Lindsay AC. Exploring HPV Knowledge, Awareness, Beliefs, Attitudes, and Vaccine Acceptability of Latino Fathers Living in the United States: An Integrative Review. J Community Health. 2019;44(4):844-56.
- Mansfield LN, Vance A, Nikpour JA, Gonzalez-Guarda RM (risicomanagement). A systematic review of human papillomavirus vaccination among US adolescents. Research in Nursing & Health. 2021;44(3):473-89.
- Fernández de Casadevante V, Gil Cuesta J, Cantarero-Arévalo L. Determinants in the Uptake of the Human Papillomavirus Vaccine: A Systematic Review Based on European Studies. Frontiers in Oncology. 2015;5.
- Coles VA, Patel AS, Allen FL, Keeping ST, Carroll SM. The association of human papillomavirus vaccination with sexual behaviours and human papillomavirus knowledge: a systematic review. International Journal of STD & AIDS. 2015;26(11):777-88.
- Tafea V, Mowat R, Cook C. Understanding barriers to immunisation against vaccine-preventable diseases in Pacific people in New Zealand, Aotearoa: an integrative review. Journal of Primary Health Care. 2022;14(2):156-63.
- Okoli GN, Abou-Setta AM, Neilson CJ, Chit A, Thommes E, Mahmud SM. Determinants of Seasonal Influenza Vaccine Uptake Among the Elderly in the United States: A Systematic Review and Meta-Analysis. Gerontol Geriatr Med. 2019;5:2333721419870345.
- Fisher H, Trotter CL, Audrey S, MacDonald-Wallis K, Hickman M. Inequalities in the uptake of human papillomavirus vaccination: a systematic review and meta-analysis. Int J Epidemiol. 2013;42(3):896-908.
- Bird Y, Obidiya O, Mahmood R, Nwankwo C, Moraros J. Human Papillomavirus Vaccination Uptake in Canada: A Systematic Review and Meta-analysis. Int J Prev Med. 2017;8:71.
- Essa-Hadad J, Gorelik Y, Vervoort J, Jansen D, Edelstein M. Understanding the health system barriers and enablers to childhood MMR and HPV vaccination among disadvantaged, minority or underserved populations in middle-and high-income countries: a systematic review. European Journal of Public Health. 2024:ckad232.
- Al Janabi T, Petrillo G, Chung S, Pino M. Predictors of Vaccine Uptake among Migrants in the United States: A Rapid Systematic Review. Epidemiologia. 2022;3(4):465-81.
- Masaquel C, Schley K, Wright K, Mauskopf J, Parrish RA, Presa JV, Hewlett D. The Impact of Social Determinants of Health on Meningococcal Vaccination Awareness, Delivery, and Coverage in Adolescents and Young Adults in the United States: A Systematic Review. Vaccines. 2023;11(2):256.
- Hermann JS, Featherstone RM, Russell ML, MacDonald SE. Immunization Coverage of Children in Care of the Child Welfare System in High-Income Countries: A Systematic Review. American Journal of Preventive Medicine. 2019;56(2):e55-e63.
- Bocquier A, Ward J, Raude J, Peretti-Watel P, Verger P. Socioeconomic differences in childhood vaccination in developed countries: a systematic review of quantitative studies. Expert Review of Vaccines. 2017;16(11):1107-18.
- Do EK, Rossi B, Miller CA, Ksinan AJ, Wheeler DC, Chukmaitov A, et al. Area-Level Variation and Human Papillomavirus Vaccination among Adolescents and Young Adults in the United States: A Systematic Review. Cancer Epidemiology, Biomarkers & Prevention. 2021;30(1):13-21.