Jaarlijks meet het RIVM de concentraties nutriënten in grond- en oppervlaktewater op de landbouwbedrijven in het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid). De concentraties aan nutriënten (met name stikstof- en fosfor) zijn belangrijke criteria bij de beoordeling van de waterkwaliteit. De resultaten voor 2019 worden op deze pagina weergegeven. 

Inleiding

Het gebruik van mest of kunstmest op het land heeft invloed op de nutriëntenconcentraties in grond- en oppervlaktewater. Nutriënten die niet door gewassen worden opgenomen kunnen uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater. Verhoogde concentraties leiden tot negatieve effecten, zoals algenbloei en vermindering van biodiversiteit. De hoeveelheid mest die op een agrarisch bedrijf mag worden gebruikt, hangt nauw samen met het bedrijfstype en het landgebruik.

Maar niet alleen de hoeveelheid mest is bepalend voor de waterkwaliteit. De grondsoort en de grondwaterstanden hebben ook invloed op de mate waarin nutriënten uit de mest via de bodem uitspoelen naar grond- en oppervlaktewater. Daarnaast is het gewas een belangrijke factor: meerjarig grasland is bijvoorbeeld minder uitspoelingsgevoelig dan andere teelten die vaker gewisseld worden. Ook groeicondities tijdens het jaar (bijvoorbeeld neerslag, temperatuur en hoeveelheid zonneschijn) spelen een rol in de mate waarin voedingsstoffen worden opgenomen door gewassen.

Meetperiode

Op deze pagina rapporteren we de waterkwaliteit van 2019. Voor het meetjaar 2019 is de waterkwaliteit onderzocht in de periode oktober 2018 tot en met februari 2020. De gemonitorde waterkwaliteit is gerelateerd aan de landbouwpraktijk van 2018 en eerdere jaren, die met een vertraging doorwerkt op de waterkwaliteit. In de Kleiregio, Veenregio en het programma Zand-Winter vond de bemonstering plaats in het winterhalfjaar van oktober 2018 tot april 2019. In de programma’s Zand-Zomer en Zomersloten is bemonsterd in de maanden april 2019 tot en met september 2019. De Lössregio werd bemonsterd van begin november 2019 tot en met eind februari 2020 (Zie ook het bemonsteringsschema).

In meetjaar 2019 zijn op 405 bedrijven waterkwaliteitsgegevens verzameld voor het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) waarover gerapporteerd wordt in deze Basismeetnetrapportage. Dat zijn 3 bedrijven meer dan in 2018.

Databehandeling

De waterkwaliteitsgegevens van meetjaar 2019 zijn volgens bepaalde criteria geaggregeerd naar bedrijfstypegemiddelden en areaalgemiddelden per grondsoortregio. Deze gemiddelden zijn voor nitraat in uitspoelend water getoetst aan de EU Europese Unie (Europese Unie)-norm van 50 mg nitraat per liter. De meetresultaten worden areaal-gewogen gepresenteerd. 

 

Resultaten

Gemiddelde waterkwaliteit per grondsoortregio

Tabel 1. Gemiddelde concentratie aan nutriënten en aantal bemonsterde bedrijven per grondsoortregio in 2019.

  Kleiregio Lössregio Veenregio Zandregio
Uitspoelend water      
Nitraat mg NO3/l 49 92 15 56
Fosfor mg P/l 0,22 < dg 0,25 0,11
% norm* voor Nitraat 58 28 90 54
Aantal bedrijven 92 50 51 212
Slootwater      
Stikstof mg N/l winter 8,0 - 5,2 14
Stikstof mg N/l zomer 2,3 - 2,1 3,8
Fosfor mg P/l winter** 0,13 - 0,13 0,09
Fosfor mg P/l zomer** 0,47 - 0,19 0,20
Aantal bedrijven in de winter/zomer 92/90 -/- 50/50 55/44

*       Percentage bedrijven waar de gemiddelde concentratie voldoet aan de EU-norm voor nitraat.
**    Als opgelost P-totaal.
< dg  Lager dan de detectiegrens voor fosfor van 0,05 mg P/l.

Niet bij ieder bedrijf komen sloten voor. Sommige sloten staan droog in de zomer. Hierdoor ligt het aantal bemonsterde bedrijven in de winter hoger dan in de zomer. In de Lössregio komen weinig sloten op landbouwbedrijven voor, daarom zijn hier geen monsters genomen.

 

Mate waarin de kwaliteit van het uitspoelingswater aan de EU-norm voldoet

Figuur 1. Percentage bedrijven per grondsoortregio, waar de gemiddelde waterkwaliteit in het uitspoelingswater voldoet aan de EU-norm van 50 mg NO3/l.

In 2019 is het aandeel bedrijven dat aan de EU-nitraatnorm van 50 mg/l voldoet flink gedaald ten opzichte van 2018. In de Veenregio voldoet nog 90% van de bedrijven aan de EU-norm van 50 mg nitraat per liter. In de Kleiregio is het aantal bedrijven met ongeveer een derde, fors gedaald van 89% naar net geen 60%. In de Zandregio voldoet de nitraatconcentratie in het uitspoelend water in 2019 op ruim de helft (54%) van de bedrijven aan de EU-norm. In de Lössregio ten slotte is het aandeel bedrijven nu 28%, terwijl dat ook in 2018 al laag was met 30%.

De nitraatconcentratie in uitspoelingswater wordt voor een groot deel bepaald door de grondsoort en de daaraan gekoppelde waterhuishouding in een gebied. Dit bepaalt mede de mate waarin nitraat kan worden afgebroken (denitrificatie). De aanhoudende droogte van jaar tot jaar, met een zich in bepaalde regio’s nauwelijks herstellend neerslagtekort is van grote invloed op de landbouwpraktijk. 

Externe factoren van invloed, op waterkwaliteit en uitvoering bemonstering

2019 eindigde als zesde zeer warme jaar op rij. Het jaar 2019 als geheel was zeer zonnig en komt op de derde plaats van zonnigste jaren sinds het begin van de KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut)-waarnemingen. In januari waren nog een aantal koude dagen met -10 graden, maar het voorjaar kwam al vroeg en was droog. Februari was zacht en zonnig met hoog oplopende temperaturen aan het eind. De lente was zacht maar wisselvallig, wel warmer en droger dan normaal. Mei was koud en droog. In de zomer waren er hittegolven met de hoogste temperatuur ooit (40,7 ℃) in Nederland gemeten in juli. De herfst was plaatselijk wel zeer nat maar overwegend zacht en zonnig. Qua neerslag was 2019 droger dan normaal en na het zeer droge jaar 2018 opnieuw een jaar met regionaal neerslagtekort, vooral in het oosten, zuidoosten en zuidwesten van het land. In het noordoosten viel juist meer regen dan normaal (Bron: KNMI Klimatologie, Jaaroverzicht van het weer in Nederland 2019).

Uitvoering veldwerk

Door de vrij zachte winter en het uitblijven van regen duurde het langer dan normaal om de drainbemonsteringen uit te kunnen voeren. Veel drains liepen slecht of stonden droog. Ter vervanging is ook een aantal keren alleen slootwater verzameld. In de zomer werden tijdens de slootbemonsteringen veel sloten regelmatig droog aangetroffen. De zomerbemonsteringen van het grondwater in de Zandregio werden van april tot september uitgevoerd en zonder veel problemen afgerond. Grondwaterstanden waren wel dieper waardoor het veldwerk meer moeite koste en wat langer duurde. De bemonstering van het Lössprogramma liep door het zachte weer volgens verwachting. 

Gemiddelde waterkwaliteit per grondsoortregio en bedrijfstype

Kleiregio

Tabel 2. Overzichtstabel met de resultaten van de waterkwaliteit in de Kleiregio in 2019.

  Melkvee Akkerbouw Dierbedrijven
Uitspoelend water    
Nitraat mg NO3/l 43 63 30
Fosfor mg P/l 0,31 0,14 0,14
Aantal bedrijven 48 31 13
Slootwater (zomer)    
Stikstof mg N/l 1,8 3,8 0,96
Fosfor mg P/l 0,52 0,44 0,25
Aantal bedrijven 47 30 13
Slootwater (winter)    
Stikstof mg N/l 5,8 11 6,2
Fosfor mg P/l 0,17 0,07 0,12
Aantal bedrijven 47 32 13

Lössregio

Tabel 3. Overzichtstabel met de resultaten van de waterkwaliteit in de Lössregio in 2019*.

  Melkvee Akkerbouw Dierbedrijven
Uitspoelend water    
Nitraat mg NO3/l 61 137 geen data
Fosfor mg P/l < dg < dg geen data
Aantal bedrijven 21 21 8

 *   Slootbemonstering vindt niet plaats in de Lössregio. 
< dg Lager dan de detectiegrens

Geen data: onvoldoende bedrijven (<10) om gemiddelde te kunnen tonen.

Veenregio

Tabel 4. Overzichtstabel met de resultaten van de waterkwaliteit in de Veenregio in 2019.

  Melkvee
Uitspoelend water
Nitraat mg NO3/l 15
Fosfor mg P/l 0,25
Aantal bedrijven 51
Slootwater (zomer)
Stikstof mg N/l 2,1
Fosfor mg P/l 0,19
Aantal bedrijven 50
Slootwater (winter)
Stikstof mg N/l 5,2
Fosfor mg P/l 0,13
Aantal bedrijven  50

Zandregio

Tabel 5. Overzichtstabel met de resultaten van de waterkwaliteit in de Zandregio in 2019.

  Melkvee Akkerbouw Dierbedrijven
Uitspoelend water    
Nitraat mg NO3/l 47 78 78
Fosfor mg P/l 0,12 0,05 0,09
Aantal bedrijven 140 40 32
Slootwater (zomer)    
Stikstof mg N/l 2,3 3,3 -*
Fosfor mg P/l 0,06 0,07 -*
Aantal bedrijven 19 17 8
Slootwater (winter)    
Stikstof mg N/l 13 12 -*
Fosfor mg P/l 0,10 0,07 -*
Aantal bedrijven 28 18 9

* Voor bedrijfscategorie 'Dierbedrijven' zijn onvoldoende bedrijven met sloten (<10) om een gemiddelde te tonen. 

Waterkwaliteit per watertype: gemiddelde, mediaan en norm

Nitraat in uitspoelend water

Figuur 2. Spreiding van bedrijfsgemiddelde nitraatconcentraties in het uitspoelend water, per regio in 2019, zonder onderscheid naar bedrijfstype. Uitleg boxplots.

In alle grondsoortregio’s nam de nitraatconcentratie in het uitspoelend water verder toe sinds het vorige meetjaar 2018, de stijging was het grootst in de Kleiregio en de Lössregio. De spreiding in de bedrijfsgemiddelde nitraatconcentratie van het uitspoelend water is het grootst in de Löss- en Zandregio. De gemiddelde concentratie in de Kleiregio voldoet met 49 mg/l nog net aan de EU Europese Unie (Europese Unie)-norm. Zowel in de Lössregio (92 mg/l) als in de Zandregio (63 mg/l) overschrijdt de gemiddelde nitraatconcentratie deze norm. Alleen het gemiddelde in de Veenregio blijft in 2019 ruim onder de EU-norm, maar ook deze is hoger dan de afgelopen jaren werd waargenomen.

Tabel 6. Nitraatconcentratie (mg/l) in uitspoelingswater in meetjaar 2019: gemiddelde, mediaan en percentage bedrijven waar gemiddelde nitraatconcentratie voldoet (≤) aan de EU-norm van 50 mg/l.

Grondsoortregio

Bedrijfstype gemiddeld (mg/l) mediaan (mg/l) % bedrijven ≤ norm

Klei

Akkerbouw 63 64 38
  Melkvee 43 38 65
  Dierbedrijven 30 23 78
  Gewogen gemiddelde 49 43 58
Löss Akkerbouw 137 96 11
  Melkvee 61 63 36
  Dierbedrijven * geen data geen data geen data
  Gewogen gemiddelde 92 73 28
Veen Melkvee 15 5,9 90
Zand Akkerbouw 78 68 32
  Melkvee 47 37 65
  Dierbedrijven 78 75 33
  Gewogen gemiddelde 56 45 54

* Voor dit bedrijfstype zijn onvoldoende bedrijven (<10) bemonsterd om een gemiddelde te kunnen geven. Deze bedrijven worden wel meegenomen in het gewogen gemiddelde.

Op 28 procent van de bedrijven in de Lössregio is de gemiddelde nitraatconcentratie onder de EU-norm van 50 mg/l. In de Zandregio is het aandeel bedrijven waar de waterkwaliteit aan deze norm voldoet, verder gedaald naar 54%. Ook in de Kleiregio is het aandeel bedrijven dat aan de EU-norm voldoet, afgenomen naar 58%, dit was in 2018 nog 89%. In de Veenregio voldoen nog steeds de meeste bedrijven (90%) aan de EU-norm, maar wel minder dan in 2018 (98%).

Bij het bedrijfstype Akkerbouw komen in elke regio de hoogste gemiddelde waarden voor. Vooral in de Lössregio zijn de waarden gestegen. Hier voldoet daardoor ook maar 11% van de bedrijven aan de norm van 50 mg/l. 

De gemiddelde nitraatconcentratie in de Veenregio is weliswaar lager dan in de Kleiregio, maar de totale hoeveelheid stikstof in het uitspoelingswater is vergelijkbaar met die van de Kleiregio (gegevens totaal stikstof zijn niet vermeld, ga hiervoor naar Zelf data selecteren uit het Basismeetnet. In de Veenregio is een groot deel van de stikstof aanwezig als ammonium en/of organisch gebonden stikstof.

 

Hieronder staat de gemiddelde nitraatconcentratie in het uitspoelend water per regio met onderscheid naar bedrijfstype.

Kleiregio

Figuur 3. Spreiding van bedrijfsgemiddelde nitraatconcentraties in het uitspoelend water, per bedrijfstype in de Kleiregio in 2019.

Lössregio

Figuur 4. Spreiding van bedrijfsgemiddelde nitraatconcentraties in het uitspoelend water, per bedrijfstype in de Lössregio in 2019. Voor bedrijfstype ‘Dierbedrijf’ zijn onvoldoende (<10) bedrijven om de data te tonen.

Veenregio

Figuur 5. Spreiding van bedrijfsgemiddelde nitraatconcentraties in het uitspoelend water in de Veenregio in 2019. In de Veenregio bevinden zich in het Basismeetnet alleen melkveebedrijven. 

Zandregio

Figuur 6. Spreiding van bedrijfsgemiddelde nitraatconcentraties in het uitspoelend water, per bedrijfstype in de Zandregio in 2019.

Fosfor in uitspoelend water

Tabel 7. Opgelost fosforconcentratie (mg P/l) in uitspoelingswater in meetjaar 2019: gemiddelde, mediaan en percentage bedrijven waar de gemiddelde concentratie voldoet aan de gehanteerde norm (in de Klei- en Veenregio 6,9 mg P/l; in de Zand- en Lössregio 2,0 mg P/l).

Grondsoortregio

Bedrijfstype Gemiddelde (mg/l ) Mediaan (mg/l) % bedrijven ≤ streefwaarde
Klei Akkerbouw 0,14 0,09 100
  Melkvee 0,31 0,19 100
  Dierbedrijven 0,14 0,10 100
  Gewogen gemiddelde 0,22 0,13 100
Löss Akkerbouw < dg < dg 100
  Melkvee < dg < dg 100
  Dierbedrijven geen data geen data geen data
  Gewogen gemiddelde < dg < dg 100
Veen Melkvee 0,25 0,18 100
Zand Akkerbouw 0,05 < dg 100
  Melkvee 0,12 0,05 99
  Dierbedrijven 0,09 < dg 100
  Gewogen gemiddelde 0,11 < dg 99

< dg = Lager dan de detectiegrens (0,05 mg P/l).
*    Onvoldoende bedrijven (<10) gemeten om data weer te geven.

 

Figuur 7. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgelost fosforconcentraties in het uitspoelend water, per regio in 2019, zonder onderscheid naar bedrijfstype. Uitleg boxplots.

De Zandregio heeft de laagste concentraties aan opgelost fosfor. Dit heeft te maken met de samenstelling van de bodems, waarin meestal weinig organische stof voorkomt. In deze regio zijn in het grootste deel (ca. 93%) van de analyseresultaten de opgelost fosforconcentraties lager dan de vastgestelde detectielimiet (0,05 mg P/l).

Voor de Zand- en Lössregio geldt de KRW Kaderrichtlijn Water (Kaderrichtlijn Water)-norm van 2,0 mg P/l in het grondwater. In de Zandregio voldoet het merendeel van de bedrijven aan deze waarde. Voor de Klei- en Veenregio is de KRW-norm 6,9 mg P/l. Alle bedrijfsgemiddelden voldoen hieraan.

 

Hieronder staat de gemiddelde concentratie opgelost fosfor in het uitspoelend water per regio met onderscheid naar bedrijfstype.

Kleiregio

Figuur 8. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgelost fosforconcentraties in het uitspoelend water per bedrijfstype in de Kleiregio in 2019. 

In de Kleiregio zijn de concentraties gemiddeld het laagst bij het bedrijfstype ‘Akkerbouw’. Alle bedrijven in de drie vertegenwoordigde bedrijfstypen voldoen aan de KRW-norm van 6,9 mg P/l. De verschillen in gehalten tussen deze bedrijfstypen worden waarschijnlijk voor een groot gedeelte bepaald door verschillen in bodemgesteldheid, bodemgebruik en ontwatering. Zie RIVM rapport 680717024A voor verdere achtergrondinformatie hierover.

Lössregio

In de Lössregio zijn de aangetroffen concentraties dermate laag, dat deze leiden tot gemiddelden die onder de hiervoor gehanteerde detectiegrens uitkomen. Daarom worden voor deze waarden geen boxplots getoond.  

Veenregio

Figuur 9. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgelost fosforconcentraties in het uitspoelend water in de Veenregio in 2019. In de Veenregio bevinden zich in het Basismeetnet alleen melkveebedrijven. 

Alle deelnemende bedrijven in de Veenregio voldoen aan de gehanteerde KRW-norm van 6,9 mg P/l.

Zandregio

Figuur 10. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgelost fosforconcentraties in het uitspoelend water per bedrijfstype in de Zandregio in 2019. 

In de Zandregio vinden we de laagste concentraties bij het bedrijfstype ‘Akkerbouw’, maar de gemiddelde fosforconcentratie op de bedrijfstypen ‘Melkvee’ en ‘Dierbedrijven’ zijn nauwelijks hoger. De mediane waarden liggen in deze regio lager dan de gemiddelde waarden, dit wijst op het voorkomen van een aantal bedrijven met hogere waarden die het gemiddelde sterk bepalen. Over het geheel genomen voldoen vrijwel alle bedrijven aan de streefwaarde van 2,0 mg P/l.

Stikstof in slootwater

Tabel 8. Opgelost stikstofconcentratie (mg N/l) in slootwater in meetjaar 2019: gemiddelde en mediane waarde.

Regio & bedrijfstype

Winterseizoen Zomerseizoen
  Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan
Klei        
Akkerbouw 11 11 3,8 2,3
Melkvee 5,8 4,7 1,8 1,5
Dierbedrijven 6,2 5,1 0,96 0,92
Gewogen gemiddelde 8,0 6,8 2,3 1,7
Veen        
Melkvee 5,2 4,8 2,1 1,9
Zand        
Akkerbouw 12 10 3,3 2,1
Melkvee 13 11 2,3 2,2
Dierbedrijven* - - - -
Gewogen gemiddelde 14 10 3,8 2,3

* In 2019 waren er te weinig bedrijven (<10) om de data voor dit bedrijfstype weer te geven. Als er wel bedrijven zijn, dan worden deze wel meegenomen in het gewogen gemiddelde.

De stikstofconcentratie in het slootwater is in de zomer gemiddeld lager dan in de winter. Dit komt omdat stikstof in de zomer grotendeels opgenomen wordt door algen en (water-)planten. De Zandregio heeft de hoogste gemiddelde stikstofconcentratie in het slootwater en dit komt overeen met de hogere stikstofconcentraties in het uitspoelingswater. Op de bedrijven in de Lössregio komen nauwelijks sloten voor. Van de bemonsterde bedrijfstypes heeft Akkerbouw vaak de hoogste stikstofconcentratie. Een reden hiervoor is dat akkerbouwbedrijven door gewasinzaai en teeltrotaties te maken hebben met een wisselende bodembedekking. Hierdoor is de opname van nutriënten niet altijd optimaal in relatie tot de toediening.  Als het gewas ontbreekt of nog niet volgroeid is, vindt er meer uit- en afspoeling plaats naar het oppervlaktewater. Dit laatste geldt ook voor gras/maiswisselingen.

Figuur 11. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgelost stikstofconcentraties in het slootwater, per regio in 2019, zonder onderscheid  naar bedrijfstype, winter- en zomerseizoen. Uitleg boxplots.

 

Hieronder staat de gemiddelde concentratie opgelost stikstof in slootwater per regio met onderscheid naar bedrijfstype.

Kleiregio

Figuur 12. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgelost stikstofconcentraties in het slootwater van de Kleiregio in 2019, winter- en zomerseizoen. 

 

Veenregio 

Figuur 13. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgelost stikstofconcentraties in het slootwater van de Veenregio in 2019, winter- en zomerseizoen. In de Veenregio bevinden zich in het Basismeetnet alleen melkveebedrijven. 

Zandregio 

Figuur 14. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgeloste stikstofconcentraties in het slootwater van de Zandregio in 2019, winter- en zomerseizoen.

Fosfor in slootwater

Tabel 9.Gemiddelde en mediane opgelost fosforconcentratie (mg P/l) in het slootwater in meetjaar 2019.

Regio & bedrijfstype

Winterseizoen Zomerseizoen
  Gemiddelde Mediaan Gemiddelde Mediaan
Klei        
Akkerbouw 0,07 0,06 0,44 0,25
Melkvee 0,17 0,12 0,52 0,40
Dierbedrijven 0,12 0,09 0,25 0,13
Gewogen gemiddelde 0,13 0,12 0,47 0,32
Veen        
Melkvee 0,13 0,07 0,19 0,13
Zand        
Akkerbouw 0,07 0,06 0,07 < dg
Melkvee 0,10 0,07 0,06 < dg
Dierbedrijven* - - - -
Gewogen gemiddelde 0,09 0,07 0,20 0,05

< dg = Lager dan de detectiegrens (0,05 mg P/l).
* In 2019 waren er te weinig bedrijven (<10) om de data voor dit bedrijfstype weer te geven. Als er bedrijven zijn, dan worden deze wel meegenomen in het gewogen gemiddelde.

In tegenstelling tot nitraat, zijn de fosforconcentraties in de zomerperiode juist hoger dan in de winterperiode, dit heeft te maken met temperatuursinvloeden en evenwichtsreacties. Fosfaat bindt sterk aan ijzer en zal dan neerslaan als slib, maar onder zuurstofarme condities in de zomer komt dit weer vrij en kan daarmee de fosfaatconcentratie laten stijgen. Dit verschil tussen de seizoenen is vooral in de Kleiregio groot. 

Figuur 15. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgelost fosforconcentraties in het slootwater, per regio in 2019, zonder onderscheid naar bedrijfstype, winter- en zomerseizoen. Uitleg boxplots.

Hieronder staat de gemiddelde concentratie opgelost fosfor in slootwater per regio met onderscheid naar bedrijfstype.

 

Kleiregio

Figuur 16. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgelost fosforconcentraties in het slootwater, per bedrijfstype in de Kleiregio in 2019. 

 

Veenregio 

Figuur 17. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgelost fosforconcentraties in het slootwater in de Veenregio in 2019. In de Veenregio bevinden zich in het Basismeetnet alleen melkveebedrijven. 

 

Zandregio 

Figuur 18. Spreiding van bedrijfsgemiddelde opgelost fosforconcentraties in het slootwater, per bedrijfstype in de Zandregio in 2019.