Nanodeeltjes van chemische stoffen kunnen op verschillende manieren in het milieu komen. Daarom is het nodig om de milieurisico’s ervan te beoordelen. Er is een duidelijke aanpak nodig om de risico’s van nanomaterialen beter te kunnen beoordelen en zo onverwachte milieuproblemen te voorkomen.

RIVM-rapport voor EFSA

Het RIVM heeft het beoordelen van nanomaterialen onderzocht voor de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)). EFSA is geïnteresseerd in risico’s die nanomaterialen vormen voor de voedselketen, zoals pesticiden in de landbouw en diervoedertoevoegingen in de veeteelt.
Het rapport staat sinds eind 2020 online en geeft antwoord op 3 belangrijke vragen:

  1. Waarom is een specifieke methode nodig om risico’s van nanomaterialen te bepalen?
  2. Wat kunnen we al om risico’s van nanomaterialen te bepalen?
  3. Wat moet er nog gebeuren?

Waarom een specifieke methode voor nanomaterialen?

Er is een goede methode om de risico’s van chemische stoffen te bepalen. Deze methode is alleen nog niet altijd geschikt voor nanodeeltjes van chemische stoffen. Die worden gekenmerkt door speciaal ‘gedrag’ zoals samenklonteren en oplossen. Verder zijn nanodeeltjes moeilijk te meten. Nanodeeltjes van chemische stoffen komen in veel verschillende vormen voor.

Wat kunnen we al?

Er zijn rekenmodellen die de verspreiding van nanomaterialen in het milieu voorspellen. Dit neemt deels het probleem weg dat meten nog lastig is. Ook zijn er verschillende voorstellen gedaan over hoe om te gaan met het samenklonteren of oplossen van nanomaterialen.

Wat moet er nog gebeuren?

Er moet een maat komen die de risico’s van nanomaterialen voor het milieu beter beschrijft, zoals het oppervlak van nanodeeltjes in plaats van het momenteel gangbare gewicht. Dit is nodig om met alle verschillende vormen en afmetingen van nanodeeltjes om te gaan. Daarnaast is er bijvoorbeeld meer aandacht nodig voor nanomaterialen in de bodem. De bodem bestaat uit veel bestanddelen die van nature voorkomen, zoals kleideeltjes. De lijken in afmeting op nanomaterialen. Dit maakt risicobeoordeling ingewikkeld.

Wat vindt het RIVM?

Een specifieke methode om de risico’s van nanomaterialen te beoordelen maakt de kans kleiner dat er onverwachte milieuproblemen ontstaan. Ook biedt dit duidelijkheid aan bedrijven. Bedrijven moeten veel informatie leveren voor het bepalen van de risico’s. Tot nu toe ontbreekt een goede methode en dat zorgt voor onzekerheid bij de bedrijven over de uiteindelijke beoordeling. Dit terwijl het verzamelen van informatie veel geld kost.
Naast EFSA kunnen ook andere controlerende en regelgevende organisaties veel hebben aan dit rapport. Denk aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)), het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA European Chemicals Agency (European Chemicals Agency)), en het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA European Medicines Agency (European Medicines Agency)). Ook voor deze organisaties is het duidelijk bepalen van de risico’s voor het milieu belangrijk. Bovendien kan samenwerking van deze organisaties mogelijke verschillen in beoordeling voorkomen.